Het apparaat leren kennen
Deze gebruiksinstructies kunnen op de diverse kookplaten
toegepast worden. Op pagina 2 staat een algemeen overzicht
van de modellen met informatie over hun afmetingen.
Het bedieningspaneel
De kookzones
Kookzone
Enkelvoudige kookzone
$
Gebruik enkel pannen die geschikt zijn om te koken op inductie, zie hoofdstuk "Geschikte pannen".
Restwarmte-indicator
De kookplaat beschikt over een restwarmte-indicator in elke
kookzone, die aanduidt welke nog warm zijn. Raak kookzones
met die indicatie niet aan.
Programmeren van de kookplaat
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe een kookzone kan worden
afgesteld. In de tabel staan de kookstanden en de
bereidingstijden voor verschillende gerechten vermeld.
De kookplaat in- en uitschakelen
De kookplaat wordt in- en uitgeschakeld met de
hoofdschakelaar.
Voor het inschakelen: druk op het symbool
de hoofdschakelaar en de indicators van de kookzones
gaan branden. De kookplaat is klaar om te werken.
Voor het uitschakelen: druk op het symbool
van de hoofdschakelaar en de indicators van de kookzones
gaan uit. De kookplaat is uitgeschakeld. De restwarmte-
indicator blijft branden tot de kookzones voldoende afgekoeld
zijn.
Aanwijzing: De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld als
alle kookzones meer dan 15 seconden lang uitgeschakeld zijn.
16
$DQZLM]LQJHQ YRRU
YHUPRJHQVVWDQG³É
RSHUDWLRQDOLWHLW ¯
UHVWZDUPWH ¤
3RZHUERRVW IXQFWLH °
%HGLHQLQJVYODNNHQ YRRU
KRRIGVFKDNHODDU
! ' EHVFKHUPLQJ ELM UHLQLJLQJ HQ
NLQGHUVORW
WLPHUIXQFWLH
Activeren en deactiveren
Gebruik een pan met de geschikte maat.
%
. De indicator van
%
. De indicator
%HGLHQLQJVYODNNHQ
YRRU KHW
VHOHFWHUHQ
YDQ GH NRRN]RQH
%HGLHQLQJVYODN
YRRU ERRVW*
IXQFWLH
SRZHUERRVW
Ook als de plaat uitgeschakeld is,blijft
kookzone warm is.
Als de pan van de plaat genomen wordt voordat de kookzone
uitgeschakeld is, verschijnen afwisselend de indicator
de geselecteerde kookstand.
Afstellen van de kookzone
Selecteer de gewenste vermogensstand met de symbolen 1 tot
9.
Vermogensstand 1 = minimumvermogen
Vermogensstand 9 = maximumvermogen
Elke vermogensstand heeft een tussenliggende stand. Deze
stand wordt aangegeven met het symbool
programmeerzone.
$
$
%HGLHQLQJVYODNNHQ
YRRU KHW
VHOHFWHUHQ YDQ GH
YHUPRJHQVVWDQG
/
, branden zo lang de
œ
•
Û
/
en
œ
•
in de