De computer herkent het apparaat niet.
Mogelijk herkent de computer het apparaat niet omdat u het apparaat en
•
de computer met de USB-kabel op elkaar hebt aangesloten voordat u de
computer opstartte.
Koppel de USB-kabel los en start de computer opnieuw op. Sluit daarna
de USB-kabel weer aan.
De beelden worden niet op de juiste plaats weergegeven (de
afwijking in de positiebepaling is groot).
Het is mogelijk dat u in de volgende gevallen niet de juiste positie-
•
informatie toepast op de beelden (blz. 12).
De klokinstelling op de camera is onjuist. U kunt de datum en tijd van
–
uw beelden veranderen met behulp van "Picture Motion Browser".
Stel de datum en tijd correct in en koppel de beelden opnieuw aan het
GPS-logbestand. Voor informatie over het veranderen van de datum
en tijd, raadpleegt u de Help-functie van "Picture Motion Browser".
De instelling van de tijdaanpassing (tijdzone of zomertijd) is onjuist.
–
Gebruik "GPS Image Tracker", stel de tijdaanpassing van het GPS-
logbestand correct in, en koppel daarna de beelden opnieuw aan de
GPS-logbestanden. Voor meer informatie over de software, raadpleegt
u de Help-functie van "GPS Image Tracker".
Het GPS-logbestand werd niet opgenomen tijdens het opnemen van
–
beelden.
De nauwkeurigheid van de positie-informatie die wordt toegepast
–
door "GPS Image Tracker" kent zijn grenzen om de volgende redenen.
Dit apparaat neemt iedere 15 seconden de positie-informatie op. Als
•
u een beeld opneemt op een ander moment dan het moment waarop
de GPS-eenheid uw positie bepaalt en opneemt, wordt een grove
positie berekend.
De GPS-eenheid zelf heeft een zekere afwijking in de
•
positiebepaling. Op locaties omgeven door hoge gebouwen, enz.,
kan de nauwkeurigheid van de positiebepaling lager zijn.
Aanvullende informatie
NL
NL
45