7 DE FILTER/POMP OPSTARTEN
1.
Zorg voordat u het monoblok opstart dat het toestel zich
buiten het zwembad bevindt en op een lager niveau dan
het waterniveau in het zwembad. De flexibele leidingen
moeten goed aangesloten en bevestigd zijn.
2.
Het water in het zwembad moet tot halfweg de hoogte
van de skimmer komen. Het water moet naar de pomp
stromen.
3.
Laat nu de lucht uit het monoblok. Is er nog wat lucht,
open dan de bovenkant van de prefilter van de pomp
enigszins, totdat het water de prefilter instroomt
4.
Plaats de keuzeschakelaar van het ventiel in de stand
COUNTERWASH. De pomp kan alleen op die manier
worden opgestart. Start een COUNTERWASH- cyclus op van
2 à 3 minuten. Schakel vervolgens de pomp uit en zet ze
in de stand CLEAR. De CLEAR-cyclus duurt +/- 30 seconden.
Schakel de pomp weer uit en zet de keuzeschakelaar van
het ventiel in de stand FILTRATION. Verwijder het water
van COUNTERWASH & CLEAR naar de slang of het gazon.
We raden aan om elke dag twee filtercycli uit te voeren van
4 à 5 uur.
In de stand FILTRATION wordt de bodem van het zwembad ook
gestofzuigd. Na het reinigen van de bodem van het zwembad
of wanneer de druk op de meter toeneemt (2 of 3 niveaus), is
het nodig om een CLEAR-cyclus uit te voeren.
6.
Na een COUNTERWASH is het belangrijk om gedurende
ongeveer 30 seconden een CLEAR-cyclus uit te voeren. Zo
kan het zand in de filter bezinken.
7.
De stand EMPTY (alleen mogelijk met zeswegventiel)
maakt het ook mogelijk om de bodem van het zwembad te
stofzuigen en verwijdert zo onzuiverheden (bv. algen).
Anders komen die opnieuw in het filterzand terecht.
Tijdens deze cyclus wordt het water onderin het zwembad
uit het zwembad gehaald. Na afloop moet water worden
toegevoegd om het waterniveau van het zwembad weer op
peil te brengen.
Opgelet! Het monoblok mag niet zonder water worden
gebruikt.
Het water zorgt voor de koeling. - De vervangingsgarantie is niet
van toepassing bij gebruik zonder water.
Belangrijke opmerking!
STOP de filterpomp vooraleer u de stand van de keuzeschakelaar
van het ventiel verandert.
8 DE BODEM VAN HET ZWEMBAD REINIGEN
Het reinigen van de bodem van het zwembad gebeurt in de
stand FILTRATION van het ventiel. De bodemreiniger moet met
de slang verbonden zijn met de SkimVac van de skimmer. De
pomp moet uitgeschakeld zijn.
Belangrijk: De slang van de bodemreiniger moet volledig
gevuld zijn met water, zodat de pomp geen lucht zuigt. Als dit
het geval is, mag de pomp worden opgestart. Komt er lucht in
het monoblok? Stop dan de pomp en verwijder de lucht uit de
bodemreiniger.
4
Start de pomp traag weer op (een te snelle start doet de
onzuiverheden opdwarrelen) en veeg de zwembadbodem met
de reinigingsborstel.
Voor een monoblok zonder prefilter is het beter om een
skimmer met mandje en gaas te gebruiken.
9 OPSLAG IN DE WINTER
Ontkoppel de leidingen na het zomerseizoen en verwijder het
water uit de filter door het kraantje open te draaien. Voor de fil-
ter en pomp moet de luchtaflaatschroef worden opengedraaid.
Open de filter en controleer het zand in het monoblok. Het mag
niet kleverig zijn of klonteren. Reinig het. Een monoblok in de
openlucht moet tijdens de winter beschermd worden tegen de
vorst. Vorstschade wordt niet gedekt door de productgarantie.
10 ONDERHOUDSAANBEVELINGEN
De zichtbare onzuiverheden worden verwijderd door het
monoblok. Wat het monoblok niet verwijdert, zijn de algen,
bacteriën en andere micro-organismen die het water troebel
maken en de zuiverheid en hygiëne negatief beïnvloeden. Om
die te voorkomen en verwijderen bestaan er specifieke produc-
ten voor wateronderhoud, die bij een correcte dosering geen
problemen veroorzaken voor de gebruikers en een perfect
zuiver zwembad garanderen.
De filtercycli (2 x 4/5 uur per dag), het regelmatige gebruik
van de stand COUNTERWASH (minstens één keer per dag
2 tot 3 minuten) en het gebruik van de bodemreiniger
vormen de vereisten voor een goed onderhoud van uw
zwembad. Vraag uw handelaar om advies.
NL