Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Lassen: Beschrijving Van De Procedure - GYS TIG DC Serie Bedienungsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 17
van de maximum stroom verspreid door de lasmachine.
5.5.1 TIG-lassen
Verbinding toorts
- De kabel van de stroom in de desbetreffende snelklem (-) steken. De gasbuis van
de toorts verbinden met de gasfles.
Verbinding retourkabel van de lasstroom
- Moet verbonden worden met het te lassen stuk of met de metalen bank waarop dit
rust, zo dicht mogelijk bij de naad in uitvoering.
Deze kabel moet verbonden worden met de klem met het symbool (+).
Verbinding met de gasfles
- De drukreductor vastdraaien op de klep van de gasfles en hierbij, indien nodig, de
desbetreffende reductie geleverd als toebehoren ertussen plaatsen.
- De ingangsbuis van het gas verbinden met de reductor en het meegeleverde bandje
vastdraaien.
- De beslagring van afstelling van de drukreductor loszetten voordat men de klep van
de gasfles opent.
- De gasfles openen en de hoeveelheid gas regelen (l/min) volgens de indicatieve
gegevens van gebruik, zie tabel (TAB. 3); eventuele aanpassingen van de
gasuitstroom kunnen uitgevoerd worden tijdens het lassen waarbij men altijd moet
ingrijpen op de beslagring van de drukreductor. De houding van de leidingen en
aansluitingen verifiëren.
LET OP! De klep van de gasfles altijd sluiten op het einde van het werk.
5.5.2 MMA-lassen
De quasi-totaliteit van de beklede elektroden moet verbonden worden met de positieve
pool (+) van de generator; uitzonderlijk met de negatieve pool (-) voor elektroden met
zure bekleding.
Verbinding laskabel tang-elektrodenhouder
Brengt op het uiteinde een speciale klem die dient om het onbedekte gedeelte van de
elektrode vast te draaien.
Deze kabel moet verbonden worden met de klem met het symbool (+).
Verbinding retourkabel van de lasstroom
Moet verbonden worden met het te lassen stuk of met de metalen bank waarop dit
rust, zo dicht mogelijk bij de naad in uitvoering.
Deze kabel moet verbonden worden met de klem met het symbool (-).

6. LASSEN: BESCHRIJVING VAN DE PROCEDURE

6.1 TIG-LASSEN
6.1.1 Hoofdprincipes
Het TIG-lassen is een lasprocedure die de warmte gebruikt die geproduceerd wordt door de
elektrische boog die ontstoken wordt en behouden blijft tussen een niet-smeltbare elektrode
(Tungsteen) en het te lassen stuk. De elektrode van Tungsteen wordt ondersteund door een
toorts die geschikt is voor het overbrengen van de lasstroom en voor de bescherming van de
elektrode zelf en van het lasbad tegen de atmosferische oxydatie middels een stroom van inert
gas (gewoonlijk Argon: Ar 99.5%) dat uit de keramische sproeier komt (FIG. G).
Het TIG DC-lassen is geschikt voor alle zwakgelegeerde en hooggelegeerde koolstofstalen en
voor zware metalen zoals koper, nikkel, titaan en hun legeringen.
Voor het lassen in TIG DC met elektrode naar de pool (-) wordt gewoonlijk de elektrode met 2%
Cerium gebruikt (grijs gekleurde strook).
Het is noodzakelijk de elektrode van Tungsteen axiaal aan te punten aan de slijpschijf, zie FIG.
H, hierbij moet men erop letten dat de punt perfect concentrisch is teneinde afwijkingen van de
boog te voorkomen. Het is belangrijk het slijpen uit te voeren in de richting van de lengte van
de elektrode. Deze operatie moet regelmatig herhaald worden in functie van het gebruik en
de slijtage van de elektrode ofwel wanneer deze toevallig bevuild, geoxydeerd of niet correct
gebruikt werd.
Voor een goede lasoperatie is het strikt noodzakelijk de juiste diameter van elektrode met de
juiste stroom te gebruiken, zie tabel (TAB. 3).
Het normaal uitsteken van de elektrode uit de keramische sproeier bedraagt 2-3mm en kan
8mm bereiken voor het hoeklassen.
Het lassen geschiedt door het smelten van de boorden van de naad. Voor dunne diktes die op
een geschikte manier werden voorbereid (tot circa 1mm) is er geen lasmateriaal nodig (FIG. I).
Voor grotere diktes zijn staafjes nodig van dezelfde samenstelling als het basismateriaal en
met een gepaste diameter, met een adequate voorbereiding van de boorden (FIG. L). Voor een
goed resultaat van het lassen moeten de stukken zorgvuldig worden schoongemaakt en mogen
ze geen sporen van oxide, oliën, vetten, oplosmiddelen, enz. vertonen.
6.1.2 Procedure (ontsteking LIFT)
- De lasstroom afstellen op de gewenste waarde met de knop; eventueel tijdens het
lassen aanpassen aan de noodzakelijke reële thermische toevoer.
- De correcte gasverspreiding verifiëren.
Het aansteken van de elektrische boog geschiedt met het contact en de verwijdering
van de elektrode van Tungsteen van het te lassen stuk. Deze manier van ontsteking
veroorzaakt minder elektrisch bestraalde storingen en beperkt tot een minimum de
insluitingen van Tungsteen en de slijtage van de elektrode; de punt van de elektrode
op het stuk laten rusten, een lichte druk uitoefenen en de elektrode 2-3mm optillen
met enkele ogenblikken van vertraging, zodanig dat men de ontsteking van de
boog bekomt. In het begin verspreidt de lasmachine een stroom I
ogenblikken zal de ingestelde lasstroom worden ingesteld.
- Om het lassen te onderbreken, de elektrode snel optillen van het stuk.
6.2 MMA-LASSEN
6.2.1 Hoofdprincipes
- Het is strikt noodzakelijk de aanwijzingen van de fabrikant te volgen die op de
verpakking van de gebruikte elektroden staan en die de correcte polariteit van de
elektrode en de desbetreffende optimale stroom aanduiden.
- De lasstroom moet geregeld worden in functie van de diameter van de gebruikte
elektrode en van het type van naad dat men wenst uit te voeren; bij wijze van
informatie zijn de bruikbare stromen voor de verschillende diameters van elektrode:
Ø Elektrode(mm)
1.6
2
2.5
3.2
4
5
- Gelieve hierbij op te merken dat met eenzelfde diameter van de elektrode, hoge
stroomwaarden gebruikt zullen worden voor het horizontaal lassen terwijl voor het verticaal
lassen of het lassen boven het hoofd lagere stromen zullen gebruikt worden.
- De mechanische kenmerken van de gelaste naad worden, naast de intensiteit van de
gekozen stroom, bepaald door de andere parameters van het lassen zoals de lengte van de
boog, de snelheid en de stand van uitvoering, de diameter en de kwaliteit van de elektroden
(voor een correcte bewaring moet men de elektroden uit de buurt van vochtigheid houden, ze
zijn beschermd door de speciaal daartoe bestemde verpakkingen of bakken).
- De kenmerken van het lassen zijn ook afhankelijk van de waarde van Arc Force (dynamisch
, na enkele
BASE
Lasstroom (A)
Min.
Max.
25
50
40
80
60
110
80
160
120
200
150
250
gedrag) van de lasmachine. Deze parameter kan ingesteld worden (indien voorzien) vanop
het paneel, ofwel met een afstandbediening met 2 potentiometers.
- Gelieve hierbij op te merken dat hoge waarden van Arc Force een grotere penetratie geven
en het lassen toestaan in gelijk welke stand typisch met basische elektroden, lage waarden
van Arc Force maken een soepelere boog zonder spatten mogelijk typisch met rutiele
elektroden.
De lasmachine is bovendien uitgerust met inrichtingen Hot Start en Anti Stick die
respectievelijk gemakkelijke vertrekken en afwezigheid van vastlijmen van de elektrode aan
het stuk garanderen.
6.2.2 Procedure
- Terwijl men het masker VOOR HET GEZICHT houdt, de punt van de elektrode op het te
lassen stuk wrijven en hierbij een beweging uitvoeren alsof men een lucifer aansteekt; dit
is de meest correcte methode om de boog te ontsteken: indien voorzien, met de inrichting
VRD actief, wordt de ontsteking van de boog uitgevoerd door de elektrode snel in contact te
brengen met en te verwijderen van het te lassen stuk.
LET OP: NIET met de elektrode op het stuk TIKKEN; men zou het risico lopen de bekleding
ervan te beschadigen en bijgevolg de ontsteking van de boog te bemoeilijken.
- Zodra de boog ontstoken is, trachten een afstand van het stuk te behouden die overeenstemt
met de diameter van de gebruikte elektrode en deze afstand zo constant mogelijk houden
tijdens de uitvoering van het lassen; men moet zich herinneren dat de inclinatie van de
elektrode in de richting van de voorwaartse beweging ongeveer 20-30 graden moet zijn.
- Op het einde van de lasnaad moet men het uiteinde van de elektrode lichtjes achteruit zetten
in vergelijking met de richting van de voorwaartse beweging, boven de krater om het vullen
uit te voeren, vervolgens de elektrode snel optillen uit het smeltbad om het uitgaan van de
boog te bekomen (Aspecten van de lasnaad - FIG. M).
7. ONDERHOUD
OPGELET! VOORDAT MEN DE ONDERHOUDSOPERATIES UITVOERT,
MOET MEN VERIFIËREN OF DE LASMACHINE UITGESCHAKELD IS EN
LOSGEKOPPELD IS VAN HET VOEDINGSNET.
7.1 GEWOON ONDERHOUD
DE OPERATIES VAN GEWOON ONDERHOUD KUNNEN UITGEVOERD WORDEN
DOOR DE OPERATOR.
7.1.1 TOORTS
- Vermijden de toorts en haar kabel te doen steunen op warme stukken; dit zou het smelten
van de isolerende materialen kunnen veroorzaken en bijgevolg de toorts snel buiten werking
stellen.
- Regelmatig de dichting van de leiding en de gasaansluitingen controleren.
- De tang elektrodenhouder, de boorhouder tanghouder zorgvuldig koppelen aan de diameter
van de gekozen elektrode teneinde oververhittingen, een slechte verspreiding van het gas en
een bijhorende slechte werking te voorkomen.
- Minstens een keer per dag de staat van slijtage en de correcte montage van de eindgedeelten
van de toorts controleren: sproeier, elektrode, tang elektrodeklemmer, gasverspreider.
- Voor ieder gebruik, de staat van slijtage en de juistheid van de montage van de eindgedeelten
van de toorts controleren: sproeier, elektrode, grijper elektrodenhouder, gasverspreider.
7.2 BUITENGEWOON ONDERHOUD
DE OPERATIES VAN BUITENGEWOON ONDERHOUD MOETEN UITSLUITEND
UITGEVOERD WORDEN DOOR ERVAREN OF GESCHOOLD PERSONEEL OP
HET GEBIED VAN ELEKTRONICA-MECHANICA EN OVEREENKOMSTIG DE
TECHNISCHE NORM IEC/EN 60974-4.
OPGELET! VOORDAT MEN DE PANELEN VAN DE LASMACHINE
WEGNEEMT EN NAAR DE BINNENKANT ERVAN GAAT, MOET MEN
CONTROLEREN OF DE LASMACHINE UITGESCHAKELD IS EN LOSGEKOPPELD
IS VAN HET VOEDINGSNET.
Eventuele controles uitgevoerd onder spanning aan de binnenkant van de
lasmachine kunnen zware elektroshocks veroorzaken gegenereerd door een
rechtstreeks contact met gedeelten onder spanning en/of kwetsingen te wijten
aan een rechtstreeks contact met organen in beweging.
- Regelmatig en in ieder geval met een zekere frequentie in functie van het gebruik en de
stofgraad van de ruimte, de binnenkant van de lasmachine nakijken en het stof wegnemen
dat zich heeft afgezet op de transformator, de reactantie en de gelijkrichter middels een straal
droge perslucht (max 10bar).
- Vermijden de straal perslucht te richten op de elektronische fiches; zorgen voor hun eventuele
schoonmaak met een heel zachte borstel of geschikte oplosmiddelen.
- Bij gelegenheid verifiëren of de elektrische verbindingen goed vastgedraaid zijn en of de
bekabelingen geen beschadigingen aan de isolering vertonen.
- Op het einde van deze operaties moet men de panelen van de lasmachine terug monteren
en hierbij de stelschroeven tot op het einde toe vastdraaien.
- Strikt vermijden de lasoperaties uit te voeren met een open lasmachine.
- Nadat men het onderhoud of de reparatie heeft uitgevoerd, de verbindingen en bekabelingen
herstellen zoals ze oorspronkelijk waren en erop letten dat ze niet in contact komen met
componenten in beweging of met componenten die hoge temperaturen kunnen bereiken. Alle
geleiders omwikkelen zoals ze oorspronkelijk waren en erop letten dat de verbindingen van
de primaire transformator in hoge spanning goed gescheiden zijn van die van de secundaire
transformators in lage spanning.
Alle aanpasstukken en de originele schroeven gebruiken om de constructie terug te sluiten.
8. PROBLEEMOPLOSSINGEN
BIJ SLECHTE PRESTATIES EN ALVORENS SYSTEMATISCHE CONTROLES
UIT VOEREN OF DE HULP VAN EEN SERVICECENTRUM IN TE ROEPEN,
CONTROLEREN OF:
- De lasstroom, ingesteld met behulp van de potentiometer met in ampères aangegeven
schaalverdeling, geschikt is voor de dikte en het type van de gebruikte elektrode.
- Met de hoofdschakelaar op "ON", het betreffende controlelampje brandt; als dit niet het geval
mocht zijn is het waarschijnlijk dat de oorzaak van het probleem in de netvoeding (kabels,
stopcontact, stekker, zekeringen enz.) dient te worden gezocht.
- Controleer of het gele controlelampje, dat de inwerkingtreding van de thermische beveiliging
voor over- of onderspanning of kortsluiting aangeeft, wel uit is.
- Controleer of de nominale intermittentieverhouding juist is. In het geval dat de thermostatische
beveiliging in werking treedt, dient de machine uit zichzelf af te koelen. Controleer de werking
van de ventilator.
- De spanning van de lijn controleren: indien de waarde te hoog of te laag is blijft de lasmachine
geblokkeerd.
- Controleer of er geen kortsluiting is aan de uitgang van de machine. Mocht dat het geval zijn,
los deze storing dan op.
- De aansluitingen van het lascircuit op correcte wijze zijn uitgevoerd, vooral of de massaklem
goed, zonder tussenkomst van isolerende materialen (bijv. verf), aan het stuk is bevestigd.
- Het gebruikte beschermingsgas juist is (Argon 99.5% en in de juiste hoeveelheid).
- 32 -

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Mma serie

Inhaltsverzeichnis