Schou 57671 Gebrauchsanweisung Seite 92

- Is de ladder opgeborgen op een
plek waar hij niet kan beschadigen
door voertuigen, zware objecten of
verontreiniging?
- Is de ladder opgeborgen op een
plek waar hij geen struikelblok of
belemmering vormt?
- Is de ladder veilig opgeborgen, zodat het
niet makkelijk is om hem te gebruiken
voor criminele doeleinden?
- Als de ladder een permanente plek krijgt
(bijv. op een steiger), is hij dan beveiligd
tegen onbevoegd beklimmen (bijv. door
kinderen)?
Onderhoud en opslag van uw
ladder
- Bewaar de ladder op een droge, schone
plek.
- Houd de ladder stevig vast tijdens het
dragen.
- Bewaar nooit materialen op uw ladder.
- Houd uw ladder schoon en vrij van
vreemde stoff en.
- Reinig de ladder na elk gebruik.
- Controleer regelmatig de onderdelen
en scharnieren van de ladder. Vet de
scharnieren regelmatig in, maar zorg
ervoor dat er geen druppels olie op de
sporten of stijlen vallen.
Voor regelmatige inspectie zijn de volgende
punten van belang:
• Controleer of de stijlen/poten
(rechtopstaand) niet krom, verbogen,
gedraaid, gedeukt, gescheurd, verroest of
verrot zijn;
• Controleer of de stijlen/poten rondom
de bevestigingspunten voor andere
onderdelen in goede conditie zijn;
92
• Controleer of de bevestigingen (meestal
klinknagels, schroeven of bouten) niet
ontbreken, loszitten of verroest zijn;
• Controleer of de sporten/treden niet
ontbreken, loszitten, overmatig versleten,
verroest of beschadigd zijn;
• Controleer of de scharnieren tussen
het voorste en achterste deel niet
beschadigd of verroest zijn of loszitten;
• Controleer of de vergrendeling
horizontaal blijft, de achterste rails en
hoekverbanden niet ontbreken, krom,
verroest of beschadigd zijn of loszitten;
• Controleer of de valhaken niet ontbreken,
beschadigd of verroest zijn of loszitten en
correct op de sporten grijpen;
• Controleer of de geleidebeugels niet
ontbreken, beschadigd of verroest zijn of
loszitten en correct op de bijbehorende
stijl grijpen;
• Controleer of de rubberen voeten/
eindkappen niet ontbreken, loszitten,
overmatig versleten, verroest of
beschadigd zijn;
• Controleer of de ladder niet
verontreinigd is (bijv. met vuil, modder,
verf, olie of vet);
• Controleer of de grendels (indien
aanwezig) niet beschadigd of verroest
zijn en correct functioneren;
• Controleer of er geen onderdelen
of bevestigingen van het platform
(indien aanwezig) ontbreken en hij niet
beschadigd of verroest is.
Als aan een van de bovenstaande punten
niet wordt voldaan, gebruik de ladder dan
NIET.
Bij speciale typen ladders moet rekening
worden gehouden met andere door de
fabrikant geïdenti� ceerde items.