Schou 57671 Gebrauchsanweisung Seite 89

Controle voordat u de ladder
gebruikt
a) Zorg dat u � t genoeg
bent om een ladder te
gebruiken. Bepaalde
medische aandoeningen
of medicatie, alcohol- of
drugsmisbruik kunnen
het gebruik van een ladder onveilig
maken;
b) Let er bij het transporteren van ladders
op dakrails of in een vrachtwagen op dat
ze op de juiste manier worden geplaatst
om schade te voorkomen;
c) Inspecteer na a� evering
en voor het eerste gebruik
de staat en werking van
alle onderdelen van de
ladder;
d) Controleer de ladder
visueel aan het begin van elke werkdag
waarop de ladder gebruikt gaat worden;
e) Professionele gebruikers dienen
regelmatig een periodieke inspectie te
laten uitvoeren;
f ) Zorg dat de ladder geschikt is voor de
taak;
g) Gebruik geen beschadigde ladder;
h) Gebruik de ladder niet als hij
verontreinigd is, bijv. met natte verf,
modder, olie of sneeuw;
i) Voor professioneel gebruik dient een
risico-evaluatie uitgevoerd te worden
volgens de geldende wetgeving in het
land van gebruik;
j) Pas het ontwerp van de ladder niet aan.
De ladder plaatsen en opstellen
a) De ladder moet in de
juiste stand worden
opgesteld, zoals enkele
ladders in de juiste hoek
(een hellingshoek van 65-
75º, ca. 1:4) zodat de sporten of treden
horizontaal zijn, en vrijstaande ladders
volledig opengeklapt;
b) Gebruik enkele ladders
met treden alleen als de
treden in horizontale
stand zijn;
c) Vergrendelmechanismen
moeten, indien aanwezig,
voor gebruik volledig vastgezet zijn;
d) De ladder moet op een gelijkmatige,
vlakke en onverplaatsbare ondergrond
geplaatst worden;
e) Een enkele ladder moet tegen een vlak,
niet-kwetsbaar oppervlak geplaatst
worden en moet voor gebruik gezekerd
zijn, bijv. vastgebonden of door
gebruik te maken van een geschikt
stabiliteitshulpmiddel;
f ) De ladder mag nooit van bovenaf
verplaatst worden;
g) Houd bij het plaatsen van de ladder
rekening met het risico van botsing
met de ladder, bijv. door voetgangers,
auto's of deuren. Sluit deuren (behalve
nooduitgangen) en ramen in het
werkbereik zo mogelijk;
h) Identi� ceer mogelijke
elektriciteitsrisico's in
het werkgebied, bijv.
bovengrondse kabels of
andere onbeschermde
elektrische apparatuur;
i) Plaats de ladder op zijn
voeten, niet op de sporten
of treden;
j) Plaats ladders niet op
gladde ondergronden
(bijv. ijs, glimmende oppervlakken of
sterk vervuilde oppervlakken) tenzij
aanvullende eff ectieve maatregelen
zijn getroff en om te voorkomen dat de
ladder wegglijdt of ervoor gezorgd is dat
de verontreinigde oppervlakken schoon
genoeg zijn;
NL
89