Desoutter AFD415 Serie Bedienungsanleitung Seite 60

440933
Issue no : 11
Series : C
HET INSTELLEN VAN DE WERKWIJZE
BIJ HET BOREN
De boor moet zich ten minste op 6 mm boven
het werkstuk bevinden.
6
4
HCU
8
Figuur 5
Deze instelling betreft een unit met een
HCU; de verwijzing naar de HCU dient
genegeerd te worden, bij het installeren
van het standaard werktuig.
● Stel de kloof tussen (1) en (2) gelijk in aan de
diepte die u wilt bereiken bij het boren PLUS
de afstand, waarbij het boorijzer zich boven
het werkstuk bevindt door (3) op te schuiven.
● Sluit deze in de positie (4) op de aanbevolen
torsie.
● Stel de HCU op (3).
● Stel de kloof in tussen (6) en (7) op een
afstand, zoals u die boven het werkstuk
verlangt.
● Draai schroef (8) los van de HCU vandaan
om de weerstand van de HCU tot het
minimum bij te stellen.
● Maak figuur 3 (13) volledig open.
● Sluit figuur 3 (11).
● Sluit de luchttoevoer aan en druk op figuur
3 (6).
● Stel (11/13) van figuur 3, om de vereiste
indraai- en terughaalsnelheid te verkrijgen.
● Gebruik figuur 5 (1) om de uiteindelijke diepte
bij te stellen.
● Zet het apparaat slot met door gebruik te
maken van figuur 5 (9).
● Voer een paar proefboringen uit, om te
bepalen of hij de ideale voortgang maakt en
voor de HCU-instellingen met gebruikmaking
van figuur 3 (11).
60 / 68
7
2
1
3
1
9
20mm
min.
DE INSTELLING VOOR HET BEWERKEN
VAN SCHROEFDRAAD
Opmerking 1: Het is belangrijk, dat de
voortgang van het werktuig zodanig
ingesteld wordt, dat deze bij de spoed
van de draad past, waarvan schroefdraad
gemaakt moet worden. Een onjuiste
voortgang heeft tot gevolg, dat de draad
misvormd wordt. Dit blijkt temeer bij
plastics of materialen van lichte legering.
Opemerking 2: De snelheid voor het
intrekken behoort zo te worden ingesteld,
dat de schroefdraad zich iets sneller
intrekt dan hij voortgaat; hierdoor bent u
er zeker van, dat hij zich zuiver intrekt.
● Monteer een werktuig met de uitgekozen
schroefdraad hecht in de boorhouder
boven een proefblok, om bij wijze van proef
schroefdraad te bewerken.
● Het uiteinde van de schroefdraad MOET ten
minste op 14 mm boven het proefblok zitten
om de kop die de schroefdraad maakt terug
te laten gaan.
● Stel de kloof in tussen figuur 5 (2) en (1) om
de diepte gelijk te maken bij het schroefdraad
draaien PLUS de afstand, waarop de
schroefdraad zich boven het werkstuk
bevindt.
● Stel (11/13) van figuur 3, om de vereiste
indraai- en terughaalsnelheid te verkrijgen.
● Draai bij wijze van proef een schroefdraad
en onderzoek de afgewerkte draadvorm; stel
zo nodig figuur 3 (11/13) bij en herhaal de
werkwijze, totdat u tevreden bent met wat er
in opmerkingen 1 en 2 vermeld staat.
06/2015