Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Instellen Van Het Toestel En Inrichten Van De Werkplek - RIDGID SuperFreeze SF-2300 Bedienungsanleitung

Rohreinfriergeräte
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 43
Instellen van het toestel en inrichten
van de werkplek
WaarSchuWInG
Stel de pijpbevriezers en het werkgebied in volgens
deze procedures om het risico van brandwonden,
elektrische schokken en ander letsel te verkleinen
en schade aan de machine te voorkomen.
1. Controleer het werkgebied op:
• Adequate verlichting.
• Aanwezigheid van ontvlambare vloeistoffen of dam-
pen, of stof dat kan ontbranden. In aanwezigheid van
deze stoffen mag u niet aan de slag gaan voordat de
bronnen geïdentificeerd en afgesloten werden. De
pijpbevriezers zijn niet explosieveilig en kunnen von-
ken veroorzaken.
• Een obstakelvrije, vlakke, stabiele en droge plaats voor
alle apparatuur en de gebruiker.
• Een correct geaard stopcontact met de correcte span-
ning. Een stekker met randaarde of een stopcontact met
aardlekschakelaar is geen garantie dat het stopcontact
ook daadwerkelijk correct geaard is. Neem in geval van
twijfel contact op met een erkende elektricien.
• Houd de weg naar het stopcontact vrij van objecten
die schade aan het netsnoer kunnen veroorzaken.
• Zorg dat de route naar het werkgebied vrij is.
2. Inspecteer het leidingstelsel en ga na of de pijpbevriezer
zijn taak kan uitvoeren.
• Ga na welke vloeistof door het leidingstelsel stroomt –
de eenheid is uitsluitend geschikt voor leidingstelsels
die water bevatten. Ga na welke additieven aan
het water zijn toegevoegd. Additieven kunnen de
bevriezingstemperatuur van vloeistoffen veranderen,
waardoor het bevriezen moeilijk of onmogelijk wordt.
• Bepaal het materiaal en de maat van het leidingstelsel
– de eenheid kan alleen voor metalen leidingstelsels
worden gebruikt. Voor pijp- en buismateriaal en maat
zie Specificaties.
• Bepaal de watertemperatuur in het leidingstelsel en
de luchttemperatuur in het gebied van de gewenste
prop. Zijn de temperaturen hoger dan
groter dan 1" (25 mm) afmetingen – 110°F (43°C)
11/4" (32 mm) en 11/2" (42 mm) afmetingen – 90°F (32°C)
2" (54 mm) en grotere afmetingen – 80°F (27°C)
SuperFreeze®-Pijpbevriezers
moet het water/de lucht worden gekoeld tot onder
deze temperaturen om de SuperFreeze-eenheid te
kunnen gebruiken.
• Ga na of het water door het leidingstelsel stroomt – de
pijpbevriezer werkt niet bij stromend water. Wanneer
er een stroming is in het gedeelte van de leiding die
moet worden bevroren, moet de stroming worden
gestopt door een klep af te sluiten, een circulatiepomp
uit te schakelen of op een andere geschikte wijze.
• Controleer of het leidingstelsel gevuld is met water.
In gedeeltelijk gevulde leidingen kan geen ijsprop
worden gevormd.
• Ga na waar het leidingstelsel moet worden geopend
voor de uit te voeren werkzaamheden.
• Zoek de afsluitkleppen van het leidingstelsel of stel andere
methoden vast waarmee de vloeistofstroom door het
leidingstelsel kan uitgeschakeld in geval van nood.
3. Bepaal de locatie voor de ijsprop(pen).
• De locatie moet in elk geval toegankelijk zijn voor
minimaal één vrieskop. Wanneer er slechts een ijsprop
nodig is, is het raadzaam om voor voldoende ruimte te
zorgen voor beide vrieskoppen. Vrieskoppen mogen
slechts contact maken met één leiding.
• Wanneer aan het leidingstelsel soldeer-, hardsol-
deer- of laswerkzaamheden of andere warmtetoe-
voegende handelingen moeten worden uitgevoerd,
moeten de ijsproppen zover mogelijk van de repa-
ratielocatie verwijderd zijn. Door de extreme hitte
kan de ijsprop smelten waardoor het water kan gaan
stromen terwijl het systeem geopend is. De ijsprop-
pen moeten minimaal 1 ft (0,3 meter) verwijderd zijn
van de warmtebron voor elke inch (25 mm) aan buis-
of leidingdiameter. Bij alle andere materialen moet
de ijsprop minimaal 3 ft (0,9 m) verwijderd zijn voor
elke inch (25 mm) aan buis- of pijpdiameter.
• IJsproppen moeten meer dan 1 ft (0,3 m) verwijderd
zijn van einddoppen, kniestukken, gesloten kleppen,
andere ijsproppen of soortgelijke blokkeringen. Wordt
een ijsprop dichterbij geplaatst, kan daardoor de pijp
of de buis barsten.
• Vorm geen ijsproppen op minder dan 5 ft (1,5 m) van
een hoofdleiding met stromend warm water (water
warmer dan omgevingslucht, maar kouder dan
100°F (38°C)), in leidingen van 1" (25 mm) en kleiner
of dichterbij dan 8 ft (2,4 m) van een hoofdleiding
met stromend warm water met een diameter van
11/4" (30 mm). Worden de vrieskoppen dichter bij een
hoofdleiding met stromend warm water geplaatst,
kan het zijn dat de proppen niet worden gevormd of
dat de prop smelt.
61

Werbung

Inhaltsverzeichnis

Fehlerbehebung

loading

Diese Anleitung auch für:

Superfreeze sf-2500

Inhaltsverzeichnis