Schermverlichting; Reset; Maintainance; Problemen Oplossen - Oregon Scientific WMR300 Bedienungsanleitung

Area
Klok Dagelijks alarm
Huidige binnen- / buitentemperatuur
Hitte-index
Temperatuur
Dauwpunt
Lage gevoelstemperatuur
Vochtigheid Huidige binnen- / buitenvochtigheid
Wind Snelheid windstoten
Barometer Luchtdruk
Neerslagintensiteit
Gegen
Neerslag afgelopen 24 uur
*Luchtdrukalarm is gaat af bij een sterke daling van de luchtdruk
De wekker instellen:
1. Druk het gewenste scherm om te activeren.
2. Druk op tot de huidige meting en
3. Houd ingedrukt.
4. Druk op of om de gewenste waarden in te stellen.
5. Druk
om te bevestigen en door te gaan met de volgende instelling
•
OF
Raak het schermvak aan (behalve taakbalk / schermvak
•
bevestigen en af te sluiten.
Om de alarmen te activeren / deactiveren:
1. Druk het gewenste scherm om te activeren
2. Druk op om het ingestelde
3. Druk op om het alarm aan of uit te zetten.
NB - - geeft aan dat het alarm niet ingesteld is / uit staat.
NB Het geluid van de wekker is anders dan dat van de weeralarmen, zodat u ze
makkelijk uit elkaar kunt houden.
Om een alarm uit te zetten:
Druk op een willekeurige plek op het aanraakpaneel.
•
OF
Het alarm gaat na 2 minuten automatisch uit.
•
NB Wanneer het alarm ingeschakeld is, knippert het kanaalnummer van het
geactiveerde alarm en gaat het 2 minuten af.

SCHERMVERLICHTING

Druk waar dan ook op het aanraakpaneel om de schermverlichting 8 seconden
te activeren.
OF
Als het basisstation van stroom wordt voorzien door een adapter, dan kunt u LIGHT
op ON zetten in het batterijvak van het basisstation. Het licht gaat aan totdat u de
schakelaar op OFF zet.
NB U moet het klepje van het batterijvak verwijderen om de schakelaar te bedienen.

RESET

Basisstation:
Druk RESET om de standaardinstellingen
te gebruiken.
NB U moet het klepje van het batterijvak
verwijderen om de schakelaar te bedienen.
Zendkastje:
Druk op RESET om de geijkte windrichting
te verwijderen.

MAINTAINANCE

Elke sensor in deze kit is voorzien van en stevige plastic behuizing, waardoor ze
jaren mee zouden moeten gaan. We raden u aan om elk half jaar de sensoren te
onderhouden, om de nauwkeurigheid optimaal te houden. Reinig de behuizing
alleen met een zachte, licht vochtige doek met eventueel wat milde zeep.
Gebruik indien nodig een schroevendraaier of sleutel om bepaalde onderdelen
te verwijderen.
Type alarm
HOOG
LAAG
HOOG
HOOG
LAAG
LAAG
HOOG
LAAG
HOOG
*
HOOG
HOOG
HI / LO alarm wordt weergegeven.
) om te
HI / LO alarm weerte geven.
RESET KEY
Onweer kan soms stroomstoten veroorzaken waardoor elektronische apparatuur
beschadigd kan raken. Voor uw eigen veiligheid raden wij aan tijdens onweer het
basisstation niet te gebruiken en geen onderhoud te plegen.
De thermo/hygrosensor (THGN300) onderhouden
1. Verwijder het regenreservoir van
de neerslagmeter.
2. Draai de drie schroeven van type B uit de
neerslagmeter.
3. Draai de drie schroeven onderop de
behuizing van de thermo/hygrosensor los.
4. Verwijder het witte beschermkapje van de
sensor door het van beide zijden met enige
kracht samen te drukken.
5. Verwijder de binnenkant en het
filterscherm van de buitenkant.
6. Reinig het filterscherm en de behuizing
met water.
7. Herbevestig alle onderdelen zodra ze volledig droog zijn.
NB Als de temperatuur- en vochtigheidsgegevens nog steeds niet kloppen,
overweeg dan de betreffende sensor te vervangen. Neem contact op met de
klantenservice voor meer informatie.
De neerslagmeter (PCR300) onderhouden
Om de nauwkeurigheid te behouden is het
belangrijk om het gat van het regenreservoir
en het kiepvat te reinigen.
1. Controleer regelmatig of het filter niet
volledig verstopt is door bladeren of
ander vuil. Reinig het gat van het
regenreservoir met water.
2. Trek aan de vathouder om het kiepvat
te kunnen verwijderen en te reinigen
met water. Controleer voordat u het
kiepvat terug plaatst of er geen
druppeltjes op het oppervlak van het
kiepvat zitten. Dit kan de
nauwkeurigheid beïnvloeden.
3. Reinig de drainagegaten aan de
onderkant van de neerslagmeter.
NB Verbreek de verbinding met de regensensor voor het reinigen. Anders blijft
het kiepvat gegevens verzenden.
De windsensor (WGR 300) onderhouden
Als de windvanger niet of niet snel genoeg draait
1. Verwijder de windvanger en was eventuele vuiligheid weg.
2. Zorg dat de ring om de stang 0,3mm vrij loopt van het plastic. Als er frictie of
interferentie ontstaat tussen de ring en het plastic, zal de windvanger langzamer
draaien en de nauwkeurigheid van de gegevens beïnvloed worden.
NB Gebruik geen vloeibaar smeermiddel op de stang of de lager. Dit kan de
elektronische componenten beschadigen.

PROBLEMEN OPLOSSEN

Probleem Symptoom
Barometer Vreemde metingen
Windsensor Geen gegevens
over de windrichting
Op het basisstation
worden streepjes
weergegeven
Regensensor Geem gegevems
Vreemde metingen
11
Remedie
Controleer de hoogteinstelling op het
basisstation
Controleer de windvaan.
1. Controleer de verbindingen.
2. Controleer de kanaalinstellingen.
3. Controleer of de sensor gekoppeld is.
1. Controleer of u de kabelbinder op het
kiepvat los geknipt heeft.
2. Controleer het waterpas.
3. Controleer het plastic vuilfilter in
het regenreservoir.
4. Controleer de verbindingen.
1. Controleer het plastic vuilfilter in
het regenreservoir.
2. Controleer het waterpas.