Bedieningselementen En Aansluitingen; Veiligheidsvoorschriften - Monacor TVSET-400 Bedienungsanleitung

Vouw bladzijde 3 helemaal open, zodat u steeds
NL
een overzicht hebt van de bedieningselementen
B
en de aansluitingen.
Inhoud
1

Bedieningselementen en aansluitingen . . . 16

1.1 Omschakeleenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
1.2 Afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
1.3 Camera . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
2

Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . 16

3 Toepassingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
4 Montage en opstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
5 De toestellen aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . 17
5.1 Monitor of videorecorder . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
5.2 De camera's aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
5.3 Voedingsspanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
5.4 Voedingsspanning van de infrarood
afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
6 Werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
6.1 Manuele cameraselectie . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
6.2 Bedrijfsmodus AUTO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
6.3 Bedrijfsmodus SCAN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
6.4 De verblijftijd instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
7 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
1 Bedieningselementen en aansluitingen
1.1 Omschakeleenheid (figuren 1 en 2)
1 Weergave van kanaalnummer en bevestiging van
de ingevoerde gegevens
2 A/V-uitgangsjack OUTPUT voor de aansluiting van
een monitor of videorecorder;
de set bevat een adapterkabel met cinch-jack
3 A/V-ingangsjacks CH 1 – CH 4 voor de aansluiting
van maximaal 4 camera's van het type TVCCD-
520
4 Jack DC IN 12V voor de aansluiting van de meege-
leverde netadapter
5 POWER-schakelaar
1.2 Afstandsbediening (fig. 3)
6 Cijfertoetsen voor de invoer van beeldsequentie of
verblijftijd
7 Toets SCAN voor de automatische doorschakeling
van de camera's in een vaste volgorde
8 Toets AUTO voor de automatische beelddoorscha-
keling van alle aangesloten camera's
9 Toets DWELL voor de instelling van de verblijftijd
bij de automatische beelddoorschakeling
10 Toets PRGM om de programmering van beeldse-
quentie of verblijftijd te starten en aansluitend te
bevestigen
16
11 Toetsen CH 1 – CH 4 voor de manuele selectie van
een ingangskanaal
De toetsen die niet vermeld zijn, hebben bij dit
systeem geen functie
1.3 Camera (figuur 4)
12 Houder voor wandmontage
13 Infrarood-LED's voor de verlichting van het te con-
troleren voorwerp
14 Lens met vaste brandpuntsafstand
2 Veiligheidsvoorschriften
De toestellen (omschakeleenheid, camera en netad-
apter) zijn in overeenstemming met de EU-richtlijn 89/
336/EWG voor elektromagnetische compatibiliteit. De
netadapter is bovendien in overeenstemming met EU-
Richtlijn 73/23/EWG voor toestellen op laagspanning.
De netspanning (230 V~) van de netadapter is
levensgevaarlijk! Open het toestel niet, want door
onzorgvuldige ingrepen loopt u het risico van een
elektrische schok. Bovendien vervalt elke garantie
bij het eigenhandig openen van de omschakeleen-
heid, de netadapter of de camera.
Let eveneens op het volgende:
Vermijd uitzonderlijk warme en koude plaatsen (toe-
gestaan omgevingstemperatuurbereik 0 – 40 °C).
De omschakeleenheid en de netadapter zijn enkel
geschikt voor gebruik binnenshuis. Bescherm ze
tegen vochtigheid.
De warmte die in de omschakeleenheid ontstaat,
moet door ventilatie worden afgevoerd. Zorg er daa-
rom voor dat de ventilatieopeningen van de behui-
zing door geen enkel voorwerp wordt afgedekt. Zorg
ervoor dat u niets in de ventilatieopeningen steekt of
laat vallen! Het toestel kan worden beschadigd.
De camerabehuizing is spatwaterdicht, maar niet
volledig waterdicht. Dompel de camera daarom
nooit onder in water.
Schakel de omschakeleenheid niet in en trek onmid-
dellijk de netadapter uit het stopcontact, wanneer:
1. de omschakeleenheid, de camera of de netadap-
ter zichtbaar beschadigd zijn,
2. er een defect zou kunnen optreden nadat het toe-
stel bijvoorbeeld gevallen is,
3. het toestel slecht functioneert.
De toestellen moeten in elk geval hersteld worden
door een gekwalificeerd vakman.
Gebruik voor de reiniging van de omschakeleenheid
en de netadapter uitsluitend een droge, zachte
doek, in geen geval water of chemicaliën. Maak de
camerabehuizing niet met bijtende reinigingsmidde-
len of chemicaliën schoon.
In geval van ongeoorloofd of verkeerd gebruik, ver-
keerde aansluiting, foutieve bediening of herstelling
door een niet-gekwalificeerd persoon vervalt de
garantie bij eventuele schade.
Wanneer de toestellen definitief uit bedrijf genomen
worden, bezorg ze dan voor verwerking aan een
plaatselijk recyclingbedrijf.