Het apparaat is van tevoren ingesteld in de modus Koelen (blauwe balk). De
rotatie en de timer zijn gedeactiveerd.
5. De toets Cold Warm (Koud / Warm) (15) indrukken om om te schakelen naar de
modus Verwarmen. De rode balk brandt en het bovenste deel van het apparaat draait
180° rond de eigen as, tot de uitlaatopening voor warme lucht (9) naar voren wijst.
Het verwarmingsproces begint pas als het bovenste deel zich volledig heeft gedraaid.
Bij omschakeling van de modus Verwarmen op Koelen stopt het verwarmingsproces
en het apparaat blijft eerst ca. 15 seconden in zijn positie om het te laten afkoelen.
Daarna draait het bovenste deel van het apparaat in de koelpositie.
6. Indien nodig het snelheidsniveau, rotatie en de timer instellen (zie hoofdstuk
"Functieoverzicht"). PAS OP: Als een timer werd ingesteld, dan schakelt het apparaat
na afl oop van de tijd automatisch in stand-by.
7. De toets Speed (Snelheid) meermaals indrukken om het apparaat uit te schakelen.
8. Als het apparaat niet meer wordt gebruikt, de Aan / Uit-schakelaar in stand O zetten
en de netstekker uit de contactdoos trekken.
Reinigen en opbergen
PAS OP!
■
Gebruik voor het reinigen geen bijtende of schurende reinigingsmiddelen. Deze
kunnen het oppervlak beschadigen.
•
Stof het apparaat indien nodig af of neem het eventueel af met een vochtige doek.
Droog het vervolgens na met een droge doek.
•
Het apparaat in gebruiksklare toestand houden. Regelmatig (om de 3 tot 6 maanden)
resp. indien nodig het lamellen-inzetstuk (7) vervangen (zie hoofdstuk "Lamellen-
inzetstuk bevochtigen en watertank vullen").
•
Bij langer niet-gebruik resp. vóór het opbergen eventueel voorhanden restwater
afl aten uit de watertank (1).
•
Bewaar het apparaat tegen stof beschermd op een schone, droge, voor kinderen en
dieren onbereikbare plaats wanneer het niet wordt gebruikt.
53
NL