Functiebeschrijving - Conrad MXG-9802 A Bedienungsanleitung

Functiebeschrijving

Bij de beide apparaten gaat het om functiegenerators met een frequentiebereik tot 2
MHz bij de MXG-9802 A resp. tot 10 MHz bij de MXG-9810 A. Bovendien kunnen
beide apparaten als frequentieteller met een meetbereik tot 2,7 GHz worden ingezet.
Naast de gebruikelijke functies van een functiegenerator hebt u de mogelijkheid, de
offset en de symmetrie zelf te bepalen. Bovendien is een wobbeldeel ingebouwd,
waarbij de wobbelsnelheid en de wobbelbandbreedte traploos variabel zijn.
De frequentieteller beschikt over twee ingangen, waarbij u bij kanaal A tot 20 MHz bij
1 MOhm kunt meten. Met de ingang B zijn metingen tot 2,7 GHz bij 50 Ohm, moge-
lijk.
De aanduiding van de frequentie van de generator of de teller gebeurt op een 8-
plaatsen tellend roodbrandend LED-display.
Basisinstelling, Algemeen
Algemeen
1. Sluit de stroomleiding op de netaansluitbus aan. Let daarbij beslist op goed vast-
zitten. Vervolgens verbindt u de randaardestekker met een veiligheidswand-
contactdoos met randaarding.
De veiligheidsgeleideraansluiting mag noch in het apparaat noch
in de stroomleiding of in de wandcontactdoos worden onderbro-
ken, omdat bij een onderbroken veiligheidsgeleider levensgevaar
bestaat.
2. Activeer de net-AAN-/UIT-schakelaar (4).
1. Wanneer signaalbronnen met BNC-uitgangen op de functiegenerator moeten wor-
den aangesloten, wordt hiervoor altijd een coaxiale kabel voor de verbinding
gebruikt. Deze leidingen zijn geschermd, d.w.z. de binnenste signaaldragende lei-
ding wordt door een vlechtwerk uit koper- of vertinde koperaders tegen stoorsig-
nalen van buiten afgeschermd. Dit "scherm" is met de massa van de voedingsbron
resp. van de teller verbonden.
Wanneer signalen op componenten of modules van schakelingen moeten worden
gemeten, gebruikt u hiervoor dan een coaxiale leiding, die aan de ene zijde van
58
Sweep Frequenz (Wobbelfrequenz)
Wobbel-Zeit . . . . . . . . . . . . . . : 20 ms bis 2 s
Ablenkart . . . . . . . . . . . . . . . . : Linear/Logarithmisch (schaltbar)
Bandbreite . . . . . . . . . . . . . . . : > 100 zu 1
Sweep-Ausgang (ext.) = VCF-Eingang
Frequenzzähler
Eingang "A"
Frequenzbereich . . . . . . . . . . . . . : 1 Hz bis 20 MHz (DC-gekoppelt)
Auflösung. . . . . . . . . . . . . . . . . . . : max. 0,1 Hz (Gate 10s), 1 Hz (Gate 1s)
10 Hz (Gate 0,1s), Gate 0,1s => 1 kHz - 20 MHz
Torzeit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . : 0,1 s (1 kHz - 20 MHz), 1 s, 10 s (1 Hz - 20 MHz
Eingangsempfindlichkeit . . . . . . . : 1 Hz bis 20 MHz => 20 mVrms
Impedanz . . . . . . . . . . . . . . . . . . . : 1 MOhm parallel zu < 40 pF
Low Pass Filter . . . . . . . . . . . . . . : Empfohlen bei Frequenzen > 300 kHz
Eingang "B"
Frequenzbereich . . . . . . . . . . . . . : 20 MHz bis 2,7 GHz
Auflösung. . . . . . . . . . . . . . . . . . . : max. 10 Hz (Gate 10s), 100 Hz (Gate 1 s), 1 kHz
(Gate 0,1 s)
Torzeit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . : 0,1 s, 1 s, 10 s
Eingangsempfindlichkeit . . . . . . . : 20 MHz bis 1,3 GHz => 40 mVrms
1,3 GHz bis 2,7 GHz => 70 mV
Impedanz . . . . . . . . . . . . . . . . . . . : 50 Ohm ± 5%
Max. Eingangsspannung . . . . . . . : 3 Vpp sinusförmig
Zeitbasis
Typ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . : TCO = temperaturgesteuerter Oszillator
Frequenz . . . . . . . . . . . . . . . . . . . : 10,000000 MHz
Genauigkeit . . . . . . . . . . . . . . . . . : ±1 ppm
Genauigkeit in Abhängigkeit
von der Netzspannung . . . . . . . . : kleiner als ±1 ppm bei ±10 % Netzspannungs-
schwankung
Temperaturstabilität . . . . . . . . : ±5 ppm von 0°C bis +50°C
Alterungsabweichung . . . . . . : max. ±5 ppm/Jahr
Digitalanzeige
Anzeige . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . : 8-stelliges LED-Display, „OVL" für Overflow
wird eingeblendet, wenn der Zählbereich über-
schritten wird.
19