Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

BASETech 310 Bedienungsanleitung Seite 11

Funk-wetterstation
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

b) Buitensensor
A
B
C
c) Symbolen op het LCD-display
Symbool Betekenis
AM
AM-symbool
Weergave van de
binnenwaarden
Sterk signaal ontvangen
Zwak signaal ontvangen
Weergave van de tijd
Luchtdruk stijgend
Luchtdruk gelijkblijvend
Draadloos signaal van
de buitensensor niet
ontvangen
Zonnig (voorspelling)
Licht bewolkt
(voorspelling)
Sneeuw (voorspelling)
S
Zomertijd
Ingebruikname
a) Batterijen in de buitensensor installeren
• Open het deksel van het batterijvak (E) aan de achterkant van de buitensensor.
• Plaats 2 AAA/micro-batterijen (batterijen niet inbegrepen) in het batterijvak van de
buitensensor (C) in overeenstemming met de pooltekens (plus/+ en min/-).
• De buitensensor is klaar voor gebruik. Na het plaatsen van de batterijen begint de
buitensensor met het verzenden van meetwaarden in intervallen van 45 seconden.
• Sluit het batterijvak weer.
Als het symbool
onder het -symbool op het LCD-display (1) van het weerstation
verschijnt, dienen de batterijen van de buitensensor te worden vervangen.
b) Batterijen in het weerstation installeren
• Open het batterijvak (6) aan de achterkant van het weerstation.
• Plaats twee batterijen van het type AAA/micro (batterijen niet inbegrepen) in het batterijvak in
overeenstemming met de pooltekens (plus/+ en min/-).
• Na het plaatsen van de batterijen lichten alle weergave-elementen op het LCD-display (1)
eventjes op. Het weerstation is klaar voor gebruik.
• Sluit het batterijvak weer.
Als het symbool
rechtsonder boven de datum op het LCD-display (1) van
het weerstation verschijnt, dienen de batterijen van het weerstation te worden
vervangen.
Het product kan in principe met accu's gebruikt worden. Omdat accu's een lagere
spanning (accu = 1,2 V, batterij = 1,5 V) en kleinere capaciteit hebben, is hun
bedrijfsduur echter korter dan van batterijen. Als u ondanks deze beperkingen accu's
wilt gebruiken, gebruik dan beslist speciale NiMH-accu's met geringe zelfontlading.
We raden echter aan om bij voorkeur hoogwaardige alkalinebatterijen te gebruiken
om een langdurige en betrouwbare werking te verzekeren. Voor de buitensensor is
het niet raadzaam om accu's te gebruiken, omdat de capaciteit ervan bij zeer koud
weer negatief beïnvloed wordt en ze niet meer hun volle vermogen leveren.
A Sensoropening
B Toets SYNC
C Batterijvak
D
Ophanghouder met
D
ophangopening
E Deksel batterijvak
E
Symbool Betekenis
PM
PM-symbool
Weergave van de buitenwaarden
(buitensensor)
Geen signaalontvangst in de laatste
24 uur
Bezig met zoeken naar signaal
(knipperend)
Weergave van de datum
Batterijsymbool
(batterijen moeten vervangen worden)
Luchtdruk dalend
Temperatuur buiten het meetbereik
Bewolkt (voorspelling)
Regen (voorspelling)
Het ijs-alarm wordt alleen optisch door
middel van een sneeuwvlok op het
LCD weergegeven. Dit verschijnt bij
temperaturen onder de 3 °C, vanaf
6 °C verdwijnt het symbool weer. Geen
akoestisch alarm
c) Opstellen en montage
• Het weerstation kan dankzij de voet (7) op een vlak, stabiel en voldoende groot oppervlak
geplaatst worden. Gebruik bij waardevolle meubeloppervlakken een geschikte onderlegger
om krassporen te voorkomen.
Voor een probleemloze DCF-ontvangst dient het weerstation niet naast andere
elektronische apparaten, kabels, metalen onderdelen enz. te worden geplaatst.
Installeer het weerstation en de sensor op circa 2 m van eventuele storingsbronnen.
Hindernissen, die de draadloze verbinding tussen beide verhinderen, zoals bijv.
gebouwen, dienen eveneens te worden vermeden. De reikwijdte van het draadloos
signaal in het vrije veld bedraagt ca. 100 m. Door de aanwezigheid van hindernissen
wordt dit minder.
• De sensor kan door middel van de ophanghouder met ophangopening (D) bijvoorbeeld aan
een haak, een spijker of een schroef aan de muur worden opgehangen (aan de achterkant
erin klikken). Breng de buitensensor aan op een muur die tegen weer, wind en direct zonlicht
is beschermd. Deze is niet geschikt voor onbeperkt gebruik op een volledig onbeschutte plek
buitenshuis.
• Verwijder de ophanghouder (D) van de buitensensor. Gebruik deze als sjabloon voor het
markeren van de schroefgaten. Boor de gaten afhankelijk van de ondergrond, gebruik
geschikte pluggen en schroef de ophanghouder (D) erin vast.
Zorg er bij het boren en vastschroeven voor dat er geen verborgen liggende kabels
of leidingen beschadigd worden. We raden u aan om de buitensensor links of rechts
naast een raam te bevestigen, zodat u het erin geïntegreerde display gemakkelijk
kunt aflezen. De gekozen montageplek van de buitensensor mag niet aan direct
zonlicht blootgesteld worden, anders krijgt u incorrecte meetwaarden. Directe
neerslag dient tevens vermeden te worden.
• Klik de buitensensor na het plaatsen van de batterijen weer met de gleuven in de
ophanghouder (D).
d) Een communicatiekanaal instellen
Alle bedieningselementen bevinden zich achter het deksel van het betreffende
batterijvak (6 en C). Open dit als u het weerstation of de sensor wilt bedienen.
• Na het plaatsen van de batterijen zoekt het weerstation 2 minuten lang naar het signaal
dat door de buitensensor wordt uitgezonden. Op het display knippert het symbool
achter het buitensensorsymbool
ontvangen, dooft het uit en de buitentemperatuur wordt op het LCD-display (1) weergegeven.
Als er geen waarden worden ontvangen, verschijnt het symbool permanent zonder te
knipperen.
• Als er na ca. 2 minuten nog geen signaal van de buitensensor is ontvangen, houd dan
de toets DOWN (9) op het weerstation 2 seconden lang ingedrukt om handmatig een
ontvangstpoging te starten. U kunt dit later op elk gewenst moment herhalen, om de
buitentemperatuur handmatig te ontvangen. De temperatuurweergave knippert tijdens de
ontvangstpoging van het signaal. Om de zend- en ontvangsttijden tussen de buitensensor
en het weerstation te synchroniseren, drukt u tegelijkertijd op de SYNC-toetsen van beide
apparaten (4 en B). Gebruik een spits voorwerp, bijvoorbeeld een balpen, om de SYNC-toets
van de buitensensor in te drukken.
• U kunt deze synchronisatie op elk gewenst moment herhalen, zodra u afwijkingen van de
meet- en weergavewaarden vaststelt.
Verplaats het weerstation en de buitensensor niet terwijl er naar het signaal van de
buitensensor wordt gezocht en druk op geen enkele toets.
• De ontvangst van het signaal van de buitensensor is niet mogelijk wanneer er een DCF-
ontvangstpoging voor de buitensensor gaande is. Hetzelfde geldt in het omgekeerde geval.
Bij het handmatig starten van ontvangstpogingen wordt de andere poging automatisch
beëindigd als deze op dat moment gaande is. Het indrukken van de toets DOWN (9) beëindigt
een eventuele DCF-ontvangstpoging en het indrukken van de toets UP (8) beëindigt een
ontvangstpoging van het signaal van de buitensensor.
e) DCF-ontvangst
Nadat de buitensensor is herkend, start het weerstation met het zoeken naar het DCF-signaal.
Terwijl er naar het DCF-signaal gezocht wordt, knippert het synchronisatiesymbool
alle radiogolven volledig weer te geven.
Verplaats tijdens het zoeken het weerstation niet en druk op geen enkele toets. Als
de ontvangst van het DCF-signaal mislukt, beëindigt het weerstation na 10 minuten
automatisch de ontvangstpoging. Het synchronisatiesymbool
te knipperen.
Houd de toets UP (8) 2 seconden lang ingedrukt om een ontvangstpoging te
onderbreken.
U kunt handmatig een ontvangstpoging starten als er geen automatische poging
gaande is. Houd de toets UP (8) 2 seconden lang ingedrukt om handmatig een
ontvangstpoging te starten. Druk opnieuw op de toets om een DCF-ontvangstpoging
te starten.
Men dient rekening te houden met een slechte DCF-ontvangst bijvoorbeeld bij
metaalgecoat isolatieglas, gewapend beton, speciaal gecoat behang, in de buurt
van elektronische apparaten of in kelders.
staat). Zodra de meetwaarden van de buitensensor zijn
(dat
zonder
verschijnt zonder

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis