Stroomnetaansluiting; Stationair Inzetten; Afzuiging; Onderhoud En Service - Protool MXP 1202 E EF Originalbetriebsanleitung

6.7

Stroomnetaansluiting

WAARSCHUWING
Ongevalgevaar, indien het werktuig gebruikt
wordt bij verkeerde stroomvoorziening.
Met de roerinstallatie mag enkel gewerkt wor-
den met enkelfasige wisselstroom met nominale
spanning 220–240V/50–60Hz. De machine is in
de IIde trap beveiligd tegen ongeval door elektri-
sche stroom overeenkomstig norm EN 60 745-1
en heeft een ingebouwde radio-ontstoring volgens
norm EN 55 014.
Voor inbedrijfneming van de machine controleer, of
de aangiften op het typeplaatje overeenstemmen
met de daadwerkelijke spanning van de stroom-
aansluiting.
De fl exibele stroomkabel kan bij behoefte op de
volgende wijze verlengd worden:
- Lengte 20 m, kabeldiameter 3×1,5 mm
- Lengte 50 m, kabeldiameter 3×2,5 mm
Gebruik enkel verlengkabels, die beslist voor bui-
tengebruik en dienovereenkomstig gekenmerkt
zijn.
Werking met elektrische generator (EG) met
aandrijving met verbrandingsmotor
AANWIJZING
► De fabrikant van de roerinstallatie geeft geen
garantie voor foutloze werking van de roerin-
stallatie met een willekeurige EG.
Met de roerinstallatie kan met een EG gewerkt
worden, wanneer volgende voorwaarden vervuld
zijn:
- de uitgangsspanning van de EG dient zich steeds
in het bereik 230VAC ±10% te bevinden, de EG
dient uigerust te zijn met automatische span-
ningsregulatie (AVR – Automatic Voltage Re-
gulation), zonder deze regulatie kan de roer-
installatie niet correct werken en kan deze ook
beschadigd worden!
- het vermogen van de EG dient minstens 2,5 maal
groter te zijn dan de aansluitwaarde van de
roerinstallatie (d.w.z. 3kW voor MXP 1202 E EF,
3,75kW voor MXP 1602 E EF)
- bij werking met een EG met een te laag ver-
mogen kan het toerental variëren en kan het
vermogen van de machine dalen
6.8

Stationair inzetten

De roerinstallatie kan aan de spanhals
[1-6] in de PROTOOL mengstaander MSP 57 ge-
spannen worden.
38
6.9

Afzuiging

Het ingeademde stof kan de ademhalings-
wegen beschadigen.
► Bij stoffi ge werkzaamheden draag ademha-
lingsbescherming en sluit de machine aan aan
het afzuigopzetstuk.
Voor het afzuigen van stof uit de mengcontainer
kan deze aan de PROTOOL MXP-afzuiging aange-
sloten worden.
7

Onderhoud en service

Werk nooit met een beschadigde machine!
(Beschadiging is ook een ingescheurde of
2
doorgeslepen fl exibele schakelaarsteun of
2
span ringbeveiliging aan de Adapter Ergo-
Fix).
► Een beschadigde machine laat u herstellen in
een gemachtigde PROTOOL werkplaats.
- Herstellingen mogen uitsluitend uitgevoerd wor-
den in een elektrotechnische vakwerkplaats.
- De ventilatoropeningen [1-10] van de motorkap
mogen niet verstopt zijn.
- De machine schakelt automatisch uit, wanneer
de koolborstels versleten zijn. Voor onderhoud
dient de machine naar de werkplaats gestuurd
te worden (zie meegeleverde lijst).
- Wij bevelen aan de machine regelmatig te rei-
nigen. Verwijder het stof, de resten van het
mengmateriaal en andere vervuilingen. Inge-
val u oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen
gebruikt kunnen de gelakte oppervlakken of de
kunstof onderdelen beschadigd worden. Indien
u zulke reinigingsmiddelen gebruikt, bevelen wij
aan, de uitwerking van zulke middelen eerst te
testen op een kleine verborgen plaats. De ven-
tilatoropeningen van de motorkap mogen niet
verstopt zijn!
- Voor het vervangen van borstels, stroom-
kabels etc. geeft u hiervoor een gemach-
tigde werkplaats de opdracht. Ook na een
botsing van de machine is het nodig deze toe te
vertrouwen aan een gemachtigde werkplaats,
om het ontstaan van mechanische of elektrische
gevaren te voorkomen.
- De verpakte machine kan in een droge ruimte
57 mm
zonder verwarming opgeslagen worden, indien
de binnentenperatuur niet onder −5 °C daalt.
De onverpakte machine mag enkel in een droge
en afgesloten ruimte bewaard worden, waar de
temperatuur niet onder +5 °C daalt en waar het
niet tot sterke temperatuurschommelingen kan
komen.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG