De aanduiding voor resterende acculading is onjuist.
Dit kan gebeuren wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt.
•
Er heeft zich een afwijking voorgedaan tussen de aanduiding voor resterende acculading en
•
de werkelijke resterende batterijlading. Ontlaad de accu eenmaal volledig en laad de accu
weer op om de juiste aanduiding weer te geven.
De accu is ontladen. Plaats de opgeladen accu (pagina 10).
•
De accu heeft het einde van de levensduur bereikt. Vervang de accu door een nieuwe.
•
De accu kan niet worden opgeladen.
U kunt de accu niet opladen met de netspanningsadapter (niet bijgeleverd). Gebruik de
•
acculader om de accu op te laden.
Stilstaande beelden/films opnemen
Kan geen beelden opnemen.
Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick
•
Duo" (pagina 36). Als deze vol is, voert u een van de volgende handelingen uit:
Verwijder overbodige beelden (pagina 22).
–
Plaats een andere "Memory Stick Duo".
–
Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
•
Wanneer u een stilstaand beeld opneemt, zet u de modusknop op een andere stand dan
•
Zet de modusknop op
•
Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] tijdens het opnemen van films. Voer een van de
•
volgende handelingen uit:
Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)].
–
–
Plaats een "Memory Stick PRO Duo".
De lensdop is nog vastgemaakt. Verwijder deze van de camera.
•
In het beeld verschijnen verticale strepen wanneer u een heel helder voorwerp
opneemt.
Er verschijnen witte, zwarte, rode, paarse of andere strepen op het beeld. Dit is niet van
•
invloed op het opgenomen beeld.
wanneer u films wilt opnemen.
NL
.
39