Het apparaat leren kennen
Deze gebruiksinstructies kunnen op de diverse kookplaten
toegepast worden. Op pagina 2 staat een algemeen overzicht
van de modellen met informatie over hun afmetingen.
Het bedieningspaneel
%HGLHQLQJVYODN
YDQ GH NRRN]RQH
Bedieningsvlakken
Bij het aanraken van een symbool wordt de overeenkomstige
functie geactiveerd.
De kookzones
Kookzone
Enkelvoudige kookzone
$
Braadzone
æ
Gebruik enkel pannen die geschikt zijn voor koken op inductie, zie hoofdstuk "Geschikte pannen".
Restwarmte-indicator
De kookplaat beschikt over een restwarmte-indicator
kookzone die toont welke kookplaten warm zijn. Vermijd om de
kookzones aan te raken waarvan deze indicator nog brandt.
Ook als de kookplaat uitgeschakeld is, zal
zolang de kookzone nog warm is.
Als de pan verwijderd wordt voor de kookplaat uitgeschakeld
is, zal afwisselend de indicatie
vermogensstand verschijnen.
20
$DQZLM]LQJHQ YRRU
GH YHUPRJHQVVWDQG³É
RSHUDWLRQDOLWHLW ¯
YRRU KHW
VHOHFWHUHQ
GH IXQFWLH SRZHUERRVW °
%HGLHQLQJVYODN
YRRU GH
KRRIGV
FKDNHODDU
Activeren en deactiveren
Gebruik een pan met de geschikte maat.
De zone wordt automatisch ingeschakeld als een pan gebruikt wordt waarvan
de bodem dezelfde maat heeft als de buitenste zone.
•
•
blijven branden
en de geselecteerde
•
%HGLHQLQJVYODNNHQ YRRU
U WLPHUIXQFWLH
UHVWZDUPWH
$DQZLM]LQJHQ YRRU
U WLPHUIXQFWLH
%HGLHQLQJVYODNNHQ
YRRU KHW
VHOHFWHUHQ YDQ GH
YHUPRJHQVVWDQG
Aanwijzingen
De instellingen wijzigen niet als er verschillende symbolen
■
tegelijk aangeraakt worden. Hierdoor kan de
programmeerzone worden gereinigd in geval van gemorst
voedsel.
Zorg ervoor dat de bedieningsvlakken altijd droog zijn. Vocht
■
heeft een negatieve invloed op de werking.
op elke
%HGLHQLQJV
YODN
YRRU
' NLQGHUVORW