Herunterladen Diese Seite drucken

Veiligheidsinstructies; Elektrische Veiligheidsinstructies; Werking; Opstellen Van De Luchtontvochtiger - Lescha LDH 600 Originalbetriebsanleitung

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 3
Stekker en aansluitdozen aan aansluitleidingen moeten uit
rubber, zacht PVc of een ander thermoplastisch materiaal
van dezelfde mechanische vastheid zijn of met dit materiaal
zijn gecoat.
Let er bij het leggen van de aansluitkabel erop dat deze niet
bekneld raakt, geknikt wordt en de steekverbinding niet nat
wordt.
Wikkel bij gebruik van een kabeltrommel de kabel geheel af.
Gebruik de kabel niet voor doeleinden, waarvoor hij niet
bestemd is. Bescherm de kabel tegen hitte, olie of scherpe
randen. Gebruik de kabel niet, om de steker uit het
stopcontact te trekken.
Controleer de verlengingskabel regelmatig en vervang het,
wanneer het beschadigt is.
Gebruik geen defecte aansluitkabels.
Maak
geen
gebruik
aansluitingen.
Veiligheidsvoorzieningen nooit overbruggen of buiten
werking stellen.
Het toestel via een veiligheidsschakelaar (30 mA)
aansluiten.
Elektrische aansluitingen of reparaties aan elektrische
onderdelen van de machine mogen alleen door een
erkend bedrijf of een van onze reparatiewerkplaatsen
worden uitgevoerd. De plaatselijke voorschriften vooral
met betrekking tot veiligheidsmaatregelen moeten worden
opgevolgd.
Reparaties aan andere delen van de machine mogen
alleen door de fabrikant resp. door een door van zijn
klantenwerkplaatsen uitgevoerd worden.
Alleen de originele toebehoren en onderdelen gebruiken.
Bij het gebruik van niet originele onderdelen kunnen
risico's voor de gebruiker ontstaan. Voor hieruit
resulterende schade is de fabrikant niet aansprakelijk.
W
W
De luchtontvochter werkt volgens het condensatieprincipe.
De ruimtelucht wordt door een filter en door een koelelement
gezogen, waar de waterdampen van de lucht tot waterdruppels
condenseren. De waterdruppels lopen vervolgens in een
condensatiewaterbak en verder in de waterbakken, terwijl de
gedroogde koude lucht door de condensator van het toestel
wordt gevoerd en verwarmd weer in de ruimte wordt geblazen.
De temperatuur van de uitgeblazen lucht ligt ca. 2-5 °C boven
de ruimtetemperatuur. Deze warmtewinst ontstaat door de de
compressor en ventilator toegevoerde energie alsook door de
warmte die bij het condenseren van de waterstoom vrij wordt.
Door de permanente circulatie van de ruimtelucht door het
toestel wordt de relatieve vochtigheid van de lucht
langzamerhand gedaald, waardoor een snel en voorzichtig
uitdrogen van de ruimte wordt behaalt.
De waterdampen van de lucht bewegen zich eenvoudig en
ongestoord door de lucht. Vandaar is het belangrijk, de
ruimte zo goed als mogelijk te „verzegelen", d.w.z. deuren
en ramen moeten gesloten worden gehouden en het naar
binnen en buiten gaan uit de ruimte moet verregaand
van
provisorische
elektrische
e
r
k
i
n
g
e
r
k
i
n
g
worden beperkt. Anders wordt het droogeffect van het
toestel aanzienlijk gereduceerd.
O
p
s
t
e
l
l
e
n
v
a
n
O
p
s
t
e
l
l
e
n
v
a
n
Plaatsing
De luchtontvochter dient, zo ver dit mogelijk is, midden in de
ruimte te worden geplaats, zo dat een goede luchtcirculatie in
de gehele ruimte wordt behaalt.
Is dit niet mogelijk, moet de luchtontvochter zo worden
geplaatst dat de lucht ongestoord aangezogen en uitgeblazen
kan worden.
De minimale afstand tot de wand moet 10 cm bedragen.
Stel de luchtontvochter
⇒ horizontaal op, opdat het gecondenseerde water
ongestoord kan afvloeien.
⇒ niet in de buurt van een warmtebron (bv een radiator).
Houdt rekening ermee dat ramen en deuren in de te
ontvochten ruimte gesloten zijn.

Netaansluiting

Vergelijk de op het typeplaatje van het toestel vermelde
spanning, bv 230 V / 50 Hz met de netspanning en sluit de
luchtontvochter aan het desbetreffend en reglementair
stopcontact aan.
Maak gebruik van een stopcontact: netspanning 230 V met
veiligheidsschakelaar (FI-schakelaar 30 mA).

Netzekering

10 A
I
n
g
e
I
n
g
e
Vóór ingebruikname
Heeft u de luchtontvochter liggend of schuiner dan 45°
getransporteerd?
Laat het toestel voor gebruik ten minste één uur rechtop
staan.
Aanwijzingen
1. De luchtontvochter werkt niet, wanneer de ingestelde
vochtigheidswaarde hoger is dan die van de omgeving.
2. Gebruik
de
luchtontvochter
ruimtetemperatuur van 5 °C tot 32 °C. Buiten dit bereik
werkt de luchtontvochter niet.
3. Gebruik de luchtontvochter niet in sterk stof- of
chloorhoudige omgeving.
4. Gedurende het ontvochten moeten de ventilatormotor en de
compressor ten minste 3 min. draaien, nadat de
compressor werd gestart. Om beschadigingen aan de
d
e
l
u
c
h
t
o
n
t
v
o
c
h
t
i
g
e
d
e
l
u
c
h
t
o
n
t
v
o
c
h
t
i
g
e
b
r
u
i
k
n
a
m
e
b
r
u
i
k
n
a
m
e
alleen
bij
r
r
een
95

Werbung

loading