Energieopties (Eco-Modus); Functie Van De Accu; Oplaadstands-Indicatie - e-power Pegasus Benutzerhandbuch

4.4 Energieopties (ECO-modus)

De PEGASUS elektrische fiets bevindt zich na het
inschakelen in de normale modus. Na het druk-
ken op de ECO-modus toets (23) bevindt zich de
fiets in de ECO-modus, het ECO-controle lampje
(24) brandt. In de ECO-modus ondersteunt de
motor tot een snelheid van ca. 16 km/h met
geringe kracht. De stand van de rij-draaigreep
speelt geen rol. De fiets loopt behoorlijk spaar-
zaam, de reikwijdte is groot. In de normale
modus ondersteunt de motor tot een snelheid
van 25 km/h, afhankelijk van de stand van de rij-
draaigreep met meer of minder grotere kracht.
Het stroomverbruik is in overeenstemming groter,
de reikwijdte daardoor geringer. De starthulp tot
6 km/h staat in beide modi (ECO- en normaal-
modus) in dezelfde mate ter beschikking indien
de fiets voorzien is van deze functie.

4.5 Functie van de accu-

oplaadstand-indicatie
De indicatie van de accu-oplaadstand bestaat bij
PEGASUS E-SWING en PEGASUS E-SPEED uit 1
regel, bij de PEGASUS E-BIKE uit 2 regels: De
bovenste regel (21) toont de oplaadtoestand van
accu 1 aan, de onderste regel (22) de oplaadto-
estand van accu 2, indien deze is aangesloten.
Bij de PEGASUS E-BIKE 2 wordt tijdens het rijden
wordt alleen de laadtoestand van de actieve accu
getoond. De laadtoestand van de niet-actieve
accu wordt niet aangetoond. Het systeem scha-
kelt zelfstandig om tussen de accu's indien een
van beide leeg is. De volgende afbeeldingen
tonen voorbeelden van diverse standen:
Accu 1 is actief en vol geladen.
24
Accu 1 is actief en bijna leeg of leeg, indien het laatste
lampje knippert.
Accu 1 is leeg, accu 2 is vol en in werking (alleen E-BIKE 2).
Beide indicators knipperen, beide accu's zijn leeg (alleen E-BIKE 2).
Technische aanwijzing:
De oplaadtoestand van de accu's wordt via de
accu-spanning onder lichte belasting vastge-
steld. Wordt de accu té sterk belast, neemt de
accuspanning overeenkomstig sterk af. Er
wordt kortdurend een te geringe ladestaat
getoond. Wordt de accu een tijdje nauwelijks
belast (b.v. wachten aan een kruispunt, bergaf
rijden), keert de accu naar zijn rustspanning
terug. Er wordt voor korte tijd een te hoge laad-
toestand aangetoond.
Ter vermijding van foutieve metingen is het aan
te bevelen bij gemiddelde belasting, de indica-
tie van de accu-oplaadtoestand regelmatig te
observeren.