Gebruiksaanwijzing
Versie 07/08
Brushless-set „Micro Hurricane"
Bestelnr. 23 53 01
Beoogd gebruik
Het product bestaat uit een uiterst krachtige brushless-motor en een bijbehorende elektronische rijregelaar.
De rijregelaar wordt aangesloten op een vrij kanaal van een ontvanger met afstandsbesturing voor
modelvoertuigen en dient voor de traploze toerentalregeling van de brushless-motor.
Dit product voldoet aan de voorwaarden van de nationale en Europese wetgeving. Alle voorkomende
bedrijfsnamen en productaanduidingen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaren. Alle rechten
voorbehouden.
Omvang van de levering
• Brushless-motor
• Rijregelaar
• Gebruiksaanwijzing
Veiligheidsinstructies
Bij schade ten gevolge van niet-naleving van deze gebruiksaanwijzing vervalt uw
recht op garantie! Voor gevolgschade aanvaarden wij geen enkele aansprakelijkheid!
Voor materiële schade of persoonlijk letsel veroorzaakt door ondeskundig gebruik
of het niet in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften, zijn wij niet aansprakelijk!
In dergelijke gevallen vervalt elk recht op garantie.
• Om veiligheids- en goedkeuringsredenen (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het
product niet toegestaan. Demonteer het product niet, er zijn geen onderdelen die door u ingesteld of
onderhouden moeten worden. Bovendien vervalt hierdoor de garantie!
• Het apparaat is geen speelgoed. Houd het buiten bereik van kinderen.
• De rijregelaar en motor mogen niet vochtig of nat worden.
• Ontkoppel de accu altijd dan van de rijregelaar, wanneer de rijregelaar niet wordt gebruikt. Bij korte
pauzes kan de rijregelaar via de aan/uit-schakelaar worden uitgezet.
• Schakel altijd eerst de zender in, vóórdat u de rijregelaar met de accu verbindt en inschakelt!
• Vóórdat u de zender uitschakelt, moet u eerst de rijregelaar uitschakelen en eventueel van de accu
loskoppelen.
• De rijregelaar kan afhankelijk van de programmering met NiMH/NiCd-accu's (5-10 cellen) of LiPo-accu's
(2-3 cellen) worden gebruikt.
• Zowel de motor als de rijregelaar worden tijdens het gebruik erg heet; er bestaat verbrandingsgevaar!
• Behandel het product voorzichtig. Door stoten, schokken of een val - zelfs van geringe hoogte - kan het
beschadigd raken.
• Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos liggen. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn.
• Let op, dat bij de omgang met voertuigen zich nooit lichaamsdelen of voorwerpen in draaiende
onderdelen bevinden. Verwondingsgevaar!
• Gebruik de rijregelaar alleen met een accupack, nooit met een netadapter.
• Sluit slechts één brushless motor op de regelaar aan.
• De brushless-regelaar is niet geschikt voor gewone elektromotoren met twee aansluitingen.
• Houd bij de inbouw een zo groot mogelijke afstand tussen de ontvanger en rijregelaar/motor aan, om een
wederzijdse beïnvloeding te voorkomen.
• Leg de antennekabel van de ontvanger niet parallel met de stroomvoerende kabels. Bundel de
antenneleiding niet, maar gebruik b.v. een antennebuisje, dat verticaal uit het voertuig steekt.
• Schakel altijd eerst de zender in en zet de stuurhendels ervan in de neutrale posities. Pas nu mag de
rijregelaar weer met een accupack verbonden en ingeschakeld worden.
Bij het uitschakelen moet in omgekeerde volgorde te werk worden gegaan; eerst de rijregelaar
uitschakelen en van de accu ontkoppelen, pas daarna de zender uitschakelen.
• Bij gebruik van het model moet voor voldoende koeling van de rijregelaar en de motor gezorgd worden.
Dek het koellichaam van de rijregelaar nooit af! Monteer de rijregelaar nooit boven het koellichaam (b.v.
via een kleefpad of met klittenband).
• Noch rijregelaar noch motor mogen vochtig of nat worden.
• Controleer het voertuig en de rijregelaar/motor op beschadigingen. Als u beschadigingen ontdekt,
gebruik het voertuig resp. de rijregelaar/motor niet meer.
• Vóórdat de accu opgeladen wordt, moet deze van de regelaar losgekoppeld worden.
Montage
• Wanneer het product als vervanging van een bestaande rijregelaar/motor wordt gebruikt, dient u eerst
de oude rijregelaar en motor uit uw model te verwijderen.
• Monteer een op het aandrijfwiel passend rondsel op de aandrijfas van de brushless-motor. Over het
algemeen wordt het rondsel met een stelschroef bevestigd.
Zorg dat de stifttap precies op de afgeschuinde kant van de
aandrijfas van de motor ligt en daar wordt vastgeschroefd
(zie afbeelding rechts, zonder het tandwiel), anders gaat
het rondsel erg snel los zitten.
De exacte positie van het rondsel op de aandrijfas moet na de montage van de motor
worden bepaald. Daarom moet het rondsel in eerste instantie slechts licht worden
vastgeschroefd.
• Bouw de motor in uw voertuig in en schroef deze vast. De afstand tussen rondsel en aandrijftandwiel
wordt later ingesteld en is op dit moment nog niet van belang.
• Controleer nu of het rondsel precies tegen het aandrijftandwiel ligt en niet naar de
zijkant is verschoven.
De nauwkeurige positie van het rondsel tegen het aandrijftandwiel is erg
belangrijk. Het mag dus niet naar de zijkant verschoven zijn, omdat
hierdoor het aandrijftandwiel beschadigd wordt (krachtoverbrenging vindt
plaats via een kleiner oppervlak).
Corrigeer de montagepositie van het rondsel op de aandrijfas, hiervoor
moet eventueel de motor weer uitgebouwd worden.
Pas wanneer het rondsel precies parallel tegen het aandrijftandwiel ligt, mag de instelschroef
in het rondsel vast worden gedraaid.
• Na de juiste montage van het rondsel op de aandrijfas van de motor moet nu de juiste afstand tussen
rondsel en aandrijftandwiel worden ingesteld.
• Meestal is bij de motorbevestiging een van de beide bevestigingsgaten rond, het andere langwerpig. Zo
is de motor via de schroef in het ronde gat vastgemaakt en met de schroef in het langwerpige gat
verstelbaar.
Draai de beide schroeven een klein stukje los, zodat de motor door een lichte krachtinspanning verdraaid
kan worden.
• De afstand tussen het rondsel en het aandrijftandwiel mag niet te klein en niet te groot zijn, omdat anders
het aandrijftandwiel beschadigd wordt.
• Schroef de motor vast.
• Bevestig nu de rijregelaar in het voertuigchassis. Kies een plaats die zo ver mogelijk van de ontvanger
ligt. De rijregelaar mag ook niet direct naast de motor liggen.
Voor de bevestiging kan bijvoorbeeld klittenband of dubbelzijdig plakband gebruikt worden.
• De aan/uit-schakelaar met de geïntegreerde setup-toets moet zo aangebracht worden, dat deze
gemakkelijk bediend kan worden. Voor de bevestiging kan klittenband of dubbelzijdig plakband gebruikt
worden.
• Zorg dat kabels niet in draaiende of bewegende delen van het voertuig kunnen komen. Gebruik voor het
vastmaken bijvoorbeeld kabelbinders.
Aansluiting op de ontvanger
• Verbind de drie aansluitingen van de motor met die van de rijregelaar. De toekenning is daarbij niet van
belang. Wanneer later blijkt dat de draairichting van de motor verkeerd is, kunt u twee van de drie
aansluitingen verwisselen.
• Verbind de driepolige stekker met het betreffende kanaal van de ontvanger. Let hierbij absoluut op, dat
de juiste aansluiting op de ontvanger gebruikt wordt (zie gebruiksaanwijzing van de ontvanger resp.
opdruk op de ontvanger).
Geel/wit/oranje leiding:
stuursignaal
Rode leiding:
bedrijfsspanning
Bruin/zwarte leiding:
massa
• Omdat de rijregelaar uitgerust is met een BEC (batterijsparend circuit), mag een ontvangerbatterij resp.
een ontvangeraccu niet worden gebruikt! De ontvanger wordt rechtstreeks via de rijregelaar uit de rijaccu
van spanning voorzien.
Ingebruikname
a) Voorbereidingen
Let op, voorzichtig!
Plaats het modelvoertuig zo, dat de aandrijfwielen geen contact maken met de grond of
voorwerpen. Zet het voertuig bijvoorbeeld op een blok hardschuim o.i.d.
Kom niet met uw vingers in de aandrijving, blokkeer deze niet! Verwondingsgevaar!
• Schakel de zender in (controleer de toestand van de batterij/accu!). Zet de trimregelaar in de middenpositie;
zet de gashendel in de neutrale positie.
• De schakelaar van de rijregelaar moet in de positie „OFF" (= uit) worden gezet, zie
afbeelding rechts.
• Plaats een accupack in het voertuig en verbind deze met de rijregelaar.
De rijregelaar is uitgerust met een Mini-Tamiya-stekker. Wanneer u 3-cellige LiPo-accu's
of NiCd-/NiMH-accu's met meer dan 6 cellen wilt gebruiken, dan raden wij u aan deze
stekker te vervangen door een speciale connector, die geschikt is voor hoge stromen.
Raadpleeg in geval van twijfel een deskundige!
• Zet de gashendel en de betreffende trimmer op de afstandsbediening in de neutrale positie. Laat de
gashendel los en beweeg deze niet meer.
b) Instelling van de rijregelaar op de zender
Eerst moet de rijregelaar op de volgas-posities voor vooruit en achteruit rijden resp. in de neutrale positie
worden ingesteld. Ga hiervoor als volgt te werk:
• Schakel de rijregelaar uit. Druk de kleine setup-toets naast de aan-/uitschakelaar in en houdt deze
ingedrukt (niet loslaten!)
• Zet de schakelaar van de rijregelaar in de positie „ON" (= aan), zie afbeelding
rechts.
• Wanneer de rode LED van de rijregelaar brandt, laat u de setup-toets weer los.
• Zet de gas-/remhendel in de positie voor volgas en hou deze daar vast. De rode LED begint te knipperen,
wacht een paar seconden totdat de rode LED dooft en de groene LED continu brandt, een pieptoon wordt
weergegeven.
Begint de rode LED niet te knipperen als u de gas-/remhendel in de volgas-positie zet (b.v.
hendel in greeprichting trekken), schakel dan de rijregelaar uit. Activeer de reverse-
instelling voor de motorbesturing bij de zender en begin opnieuw.
Rijdt het voertuig later in de foute richting, verwissel dan twee van de motoraansluitkabels
(het is niet belangrijk welke twee van de drie kabels verwisseld worden).
• Zet nu de gas-/remhendel in de eindpositie voor achteruitrijden (geheel achteruit) en hou deze daar vast.
De groene LED knippert. Wacht een paar seconden, totdat beide LEDs continu branden en twee
pieptonen weergegeven worden.
• Laat nu de gas-/remhendel los zodat deze in de neutrale positie staat. Wacht weer een paar seconden,
de rode en de groene LED knipperen en branden dan continue, 3 hoge en een diepe pieptoon zijn te
horen, de posities werden opgeslagen, de groene of rode LED brandt (afhankelijk daarvan, of het
achteruit rijden in- of uitgeschakeld is).
Groene LED brandt = achteruit rijden
Rode LED brandt = achteruit rijden uit
• Schakel de regelaar uit; het programmeren van de afstandsbediening is voltooid.
Wanneer u altijd dezelfde afstandsbediening gebruikt, moet het programmeren van de
posities van de gas-/remhendel van uw afstandsbediening maar een keer uitgevoerd te
worden resp. wanneer u veranderingen in de set-up van uw afstandsbediening hebt
uitgevoerd.
Programmering van de rijregelaar
Let op! Vóórdat u de rijregelaar en dus het voertuig kunt gebruiken, is op zijn minst de
programmering van het accutype noodzakelijk!
• Schakel de zender in, vóórdat u met de programmering van een functie start. Laat de gas-/remhendel
in de neutrale positie.
• Schakel de rijregelaar in.
Groene LED brandt = achteruit rijden
Rode LED brandt = achteruit rijden uit
Achteruit rijden in-/uitschakelen
• Houd de setup-toets zolang ingedrukt, tot een LED brandt en de andere knippert. Laat pas daarna de
setup-toets weer los.
• Door een korte druk op de setup-toets kan tussen de beide bedrijfsmodi omgeschakeld worden:
Rode LED brandt continu, groene LED knippert: achteruit rijden aan
Rode LED knippert, groene LED brandt continu: achteruit rijden uit
• Houd de setup-toets minimaal 2 seconden ingedrukt. Zo wordt de instelling opgeslagen en de
programmeermodus verlaten.
• Als ongeveer 10 seconden lang niet op de setup-toets wordt gedrukt, wordt de programmeermodus
automatisch verlaten zonder de gewijzigde instelling op te slaan.
Rem instellen
• Houd de Setup-toets zolang ingedrukt, tot de rode LED brandt. Laat pas daarna de setup-toets weer los.
• Door een korte druk op de setup-toets kan tussen de beide bedrijfsmodi omgeschakeld worden:
Rode LED knippert 1x = proportioneel
Rode LED knippert 2x = ABS geactiveerd
• Houd de setup-toets minimaal 2 seconden ingedrukt. Zo wordt de instelling opgeslagen en de
programmeermodus verlaten.
• Als ongeveer 10 seconden lang niet op de setup-toets wordt gedrukt, wordt de programmeermodus
automatisch verlaten zonder de gewijzigde instelling op te slaan.
Accutype instellen
De rijregelaar beschikt over een ingebouwde spanningsbewaking. Bij onderspanning wordt
de rijregelaar uitgeschakeld, om de accu te beschermen.
Bij NiCd/NiMH-accu's is de uitschakelspanning ongeveer 0,8V per cel, bij LiPo-accu's
ongeveer 3,0V per cel.
• Houd de setup-toets zolang ingedrukt, tot de groene LED brandt. Laat pas daarna de setup-toets weer
los.
• Door een korte druk op de setup-toets kan nu omgeschakeld worden tussen:
Groene LED knippert 1x = NiCd/NiMH
Groene LED knippert 2x = 2 LiPo-cellen
OFF
Groene LED knippert 3x = 3 LiPo-cellen
• Houd de setup-toets minimaal 2 seconden ingedrukt. Zo wordt de instelling opgeslagen en de
programmeermodus verlaten.
• Als ongeveer 10 seconden lang niet op de setup-toets wordt gedrukt, wordt de programmeermodus
automatisch verlaten zonder de gewijzigde instelling op te slaan.
Timing voor motor instellen
• Houd de setup-toets zolang ingedrukt, tot de rode en de groene LED branden. Laat pas daarna de setup-
toets weer los.
• Door een korte druk op setup-toets kan nu het timing voor de motor uitgekozen worden:
Rode en groene LED knipperen 1x = 2°
Rode en groene LED knipperen 2x = 4°
Rode en groene LED knipperen 3x = 6°
Rode en groene LED knipperen 4x = 8°
• Houd de setup-toets minimaal 2 seconden ingedrukt. Zo wordt de instelling opgeslagen en de
programmeermodus verlaten.
ON
• Als ongeveer 10 seconden lang niet op de setup-toets wordt gedrukt, wordt de programmeermodus
automatisch verlaten zonder de gewijzigde instelling op te slaan.
Rijregelaar op basisinstelling terugzetten
• Houd de setup-toets zolang ingedrukt, tot de rode en de groene LED afwisselend branden. Laat pas
daarna de setup-toets weer los.
• Houd de setup-toets minimaal 2 seconden lang ingedrukt, zo wordt de rijregelaar op de basisinstelling
teruggezet (achteruit rijden uitgeschakeld, accutype NiCd/NiMH, timing 4°, rem = proportioneel).
• Als ongeveer 10 seconden lang niet op de setup-toets wordt gedrukt, wordt de programmeermodus
automatisch verlaten, zonder dat de rijregelaar op de basisinstelling teruggezet wordt.
Gebruik beginnen
• Zet het voertuig op een geschikte ondergrond, zodat de wielen zich vrij kunnen draaien.
• Schakel de zender in, zet de gas-/remhendel in de neutrale positie.
• Schakel de rijregelaar uit en verbindt een accupack met de aansluiting van de rijregelaar.
• Schakel de rijregelaar in (schakelaar in positie „ON" zetten) en wacht een paar seconden, totdat de LEDs
bij de rijregelaar branden.
Rode LED aan = alleen vooruit rijden (achteruit rijden is uitgeschakeld)
Groene LED aan = voor- en achteruit rijden
• Controleer de werking van de stuurservo en de rijregelaar/motor.
Stel de stuurtrimming bij de zender zo in, dat de bestuurde wielen ongeveer recht staan. Een
precieze instelling van de stuurtrimming voor het rechtuit rijden kan tijdens het rijden
uitgevoerd worden.
Stel de trimming voor de motor zo in, dat deze in de neutrale positie staat; de motor mag
niet starten als de gas-/remhendel van de zender niet bediend wordt.
Draait de motor in de foute richting (u geeft b.v. gas en de wielen draaien naar achteren),
schakel dan de rijregelaar uit en verwissel twee van de drie motoraansluitkabels (welke
twee van de drie verwisseld worden is niet van belang).
• Als alles foutloos werkt kunt u nu met uw rit beginnen!
Gebruik beëindigen
• Schakel eerst de rijregelaar uit (schakelaar in de stand „OFF" zetten).
• Koppel de accu van de rijregelaar los.
• Schakel pas daarna de zender uit.
Verwijdering
Elektrische en elektronische producten mogen niet via het normale huisvuil verwijderd
worden!
Het product dient na afloop van de levensduur volgens de geldende wettelijke voorschriften
verwijderd te worden.
Technische gegevens
Cellenaantal NiCd/NiMH:
5-10
Cellenaantal LiPo:
2-3
Continustroom vooruit 5 min.:
20A
Continustroom vooruit 30 sec.: 25A
BEC:
ja, 5V=/2A
Accuaansluiting:
Mini-Tamiya-compatibel
Ontvangeraansluiting:
JR
Functies:
Proportioneel vooruit, remmen, proportioneel achteruit
(achteruit rijden is uitschakelbaar)
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Straße 1, D-92240 Hirschau/
Duitsland (www.conrad.com).
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het ter perse gaan. Wijzigingen in techniek en uitrusting
voorbehouden.
© 2008 by Conrad Electronic Benelux B.V.
OFF