Herunterladen Diese Seite drucken

STIEBEL ELTRON SBB 300 plus Gebrauchs- Und Montageanweisung Seite 18

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für SBB 300 plus:

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

2.3 Opbouw en werkwijze
Bekleding
Het reservoir wordt geleverd met een reeds
aangebrachte mantel met deksel. Voor transport
kunnen deze delen worden gedemonteerd en
op de plaats van bestemming bij installatie weer
worden aangebracht. Indien geen BGC-verwar-
mingslichaam nodig is, kan de mantel worden
aangebracht nadat de leidingen zijn aangebracht.
Alleen 600 l-reservoir:
Bij het 600 l-reservoir kunnen bovendien de
PU-zijdelen worden gedemonteerd om de
transportbreedte te verminderen.
B Op de plaats van bestemming worden de
zijdelen (18) met drie bevestigingsbanden (19)
en een sluiting (20) op het voorraadreservoir
aangebracht.
Inwendige onderdelen
Het reservoir heeft volgens de typeaanduiding
een nominale inhoud van 305, 410 of 600 liter.
De warmtewisselaar met gladde buis zorgt voor
een goede warmteovergang van de heetwater-
zijde naar de warmwaterzijde. Door de speciale
emaillaag aan de buitenkant wordt een zeer
goede bescherming tegen corrosie verkregen.
Werking
In het onderste gedeelte van de boiler wordt
de warmte overgedragen van het zonne-en-
ergiecircuit.
A Een temperatuuropnemer voor het zonne-
energiecircuit in de dompelbuis (6) bepaalt
de werkelijke temperatuur van de inhoud van
het onderste gedeelte van de boiler. De boiler
wordt pas belast, als het temperatuurverschil
bij het collectorveld (aanvoer) groter is dan
een bepaalde ingestelde waarde (bijvoorbeeld
3 K).
B
18
19
20
18
A Door een warmwater-temperatuuropne-
mer, die in de dompelbuis (3) kan worden inge-
bracht, wordt de werkelijke temperatuur van de
inhoud van het bovenste gedeelte van de boiler
bepaald. Daalt de werkelijke temperatuur onder
de ingestelde waarde van de regeling, dan zorgt
de verwarmingsregeling voor extra verwarming
van de bovenste helft van het warmwaterreser-
voir, door omschakeling van verwarmingspomp-
bedrijf naar boilercircuitpompbedrijf met aanvo-
ertemperatuurbegrenzing, totdat de gewenste
warmwatertemperatuur is bereikt.
2.4 Opstelling en installatie
Opstelling
Controleer de verpakking op beschadigingen
en verwijder de verpakking pas op de instal-
latieplaats, indien dit mogelijk is.
Bij de keuze van de plaats van opstelling dient
rekening te worden gehouden met het eigen
gewicht van de boiler (reservoir en warmte-
isolatie), inclusief het gewicht van de watervul-
ling. De ruimte moet vorstvrij zijn. Voor het
leegmaken van het reservoir moet een vorst-
vrije waterafvoerleiding aanwezig zijn.
Aansluitingen
A Aan de aansluitingen (5) voor de ther-
mometer kan een circulatiecircuit worden
aangesloten, wat echter niet aan te bevelen is
vanwege het energieverbruik.
Voorbeeld installatie
C
21
18
19
19
25
21 Handmatige
22 Temperatuuropnemer in de collectordompelbuis
23 Collectorveld
24 Verwarmingscircuit weergegeven zonder veiligheidsin-
richting!
25 Alternatieve naverwarming (ketel)
Verwarmingsinstallatie
C De installatie van de verwarming kan overeen-
komstig het installatieschema geschieden. Dit verschilt
echter per toepassing. Verder moet gegarandeerd
worden, dat er zich geen lucht meer in het systeem
kan verzamelen. Om die reden is het verwarmings-
circuit uitgerust met een ontluchtingsvoorziening.
Warmwaterinstallatie
Voor installatie dient te worden gecontroleerd,
of de plaatselijke omstandigheden overeenko-
men met de uitvoering van het apparaat, en
in het bijzonder of de maximale toegestane
bedrijfsdruk van 10 bar in acht genomen is.
Voor de warmwateraansluitingen kan stalen
of koperen buis met warmte-isolatie worden
gebruikt. Koperen buis met warmte-isolatie is
bijzonder geschikt vanwege de geringe wrij-
vings- en warmteverliezen.
Voorgeschreven combinatie:
Koudwaterleiding - warmwaterleiding
Koperen pijp
Stalen pijp
Kunststof
Aanwijzing: Alleen kunststofpijpsystemen van
VPE (vernet HDPE) volgens DIN 16893 serie
2 (20 bar), getest volgens DVGW-werkbladen
W 531 en W 532 met overeenkomstig DVGW-
keurmerk, kunnen worden gebruikt. De warm-
waterleiding moet volgens de energiebesparings-
wet (EnEG) voorzien zijn van warmte-isolatie.
22
23
24
26
SBB .. plus
26 Veiligheidsgroep volgens DIN 1988
27 Opvangvat
28 Uitzetvat
29 Pomp met geïntegreerde systeemontluchting
30 Afsluitkraan voor vullen, legen, spoelen
koperen pijp
stalen of koperen pijp
stalen of koperen pijp
27
28
29
30

Werbung

loading