Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
Ventielaansluiting:
Zorg ervoor dat de tuimelaar van de klepkop (op de slang) gesloten
is bij aansluiting op het bandventiel voordat u met het pompen begint.
Anders kan er geen druk worden opgebouwd.
Om de klepkop van het bandventiel te verwijderen, moet de tuimelaar
weer worden geopend. De ventielkop moet onmiddellijk van het
bandventiel worden verwijderd, zodat er niet te veel lucht uit de band
ontsnapt.
Weergave luchtdruk:
Wanneer de klepkop (op de slang) op het bandventiel is aangesloten
en de tuimelaar gesloten is, wordt de actuele actuele bandenspanning
weergegeven. Als u één keer op de "+" of "-" knop drukt, wordt de
vooraf ingestelde doelluchtdruk weergegeven. Dit display knippert
enkele seconden en schakelt vervolgens terug naar de weergave van
de werkelijke luchtdruk.
Door de knop "+" of "-" meerdere keren in te drukken of ingedrukt te
houden, wijzigt u de doelluchtdruk. Deze instelling blijft behouden
nadat het apparaat is uitgeschakeld.
Pompproces:
Wanneer ingeschakeld, wordt het pompproces gestart door eenvoudig
op de aan/uit-knop te drukken
begonnen.
Het pompproces eindigt wanneer de eerder ingestelde luchtdruk is
bereikt. Als u het pompproces wilt stoppen, drukt u eenvoudig op de
aan/uit-knop
.
Leeglopen:
Als er lucht uit de band moet ontsnappen, hoeft u alleen maar de
tuimelaar van de ventielkop (op de slang) te openen. Zo ontsnapt er
lucht uit de band. Door de tuimelaar weer te sluiten, ontsnapt er geen
lucht meer en wordt de actuele bandenspanning op het apparaat
weergegeven.
Werbung
