tekenen die op een fout/defect/storing kunnen wijzen, vertoont. Gebruik het apparaat
in geval van twijfel niet, maar wend u tot uw leverancier ter controle / vervanging.
Kies een geschikte plaats voor het apparaat rekening houdend met alle eerder
genoemde waarschuwingen in deze gebruiksaanwijzing.
Zorg ervoor dat de kachel uitgeschakeld staat (schakelaar op O) en steek dan de
stekker in een passend en correct werkend 230V-50Hz stopcontact. Sluit de kachel
uitsluitend aan op een geaard stopcontact!
Ingebruikname en werking
Wanneer de kachel voor het eerst in gebruik wordt genomen (of wanneer u de gewenste
temperatuur opnieuw in wilt stellen) draait u de thermostaatknop op de maximale stand
(zover mogelijk met de klok mee).
Stel nu middels de bedieningsknop de kachel in werking stellen op de door u gewenste
stand. Wanneer de temperatuur in de ruimte de door u gewenste hoogte heeft bereikt,
draait u de thermostaatknop langzaam tegen de klok in tot u een zachte klik hoort; op dit
punt laat u de knop staan. De kachel zal nu automatisch de temperatuur op dit niveau
handhaven. Hij doet dit door de verwarmingselementen uit- en weer in te schakelen
wanneer de temperatuur teveel stijgt dan wel daalt.
Let op! De ventilator blijft wel draaien, wanneer de thermostaat de
verwarmingselementen heeft uitgeschakeld. De kachel houdt zo de lucht in de ruimte in
beweging en is derhalve optimaal in staat te voelen of de ruimte afkoelt.
De thermostaatknop is traploos te bedienen. Door hem met de klok mee te draaien wordt
een steeds hogere temperatuur ingesteld; door tegen de klok in te draaien wordt een
lagere temperatuur ingesteld.
Beveiligingen
De oververhittingbeveiliging schakelt de kachel uit wanneer het inwendig te heet wordt.
Bij uitschakeling door oververhitting onmiddellijk de functieknop op O zetten, de stekker
uit het stopcontact nemen en de kachel zeker 10 minuten laten afkoelen. Daarna kunt u
hem in principe weer gewoon gebruiken.
Oververhitting heeft evenwel doorgaans een reden: de kachel kan zijn warmte
onvoldoende kwijt of kan te weinig frisse lucht aanzuigen (door afdekking, verstopping van
roosters, plaatsing te dicht op een muur o.i.d.). Neem, voordat u de kachel weer in gebruik
neemt, de oorzaak van de oververhitting weg. Vindt u geen oorzaak en treedt de
oververhitting opnieuw op, gebruik de kachel dan niet meer maar wend u tot uw
leverancier/erkend elektricien voor controle/reparatie. Oververhitting kan serieus
brandgevaar opleveren!
Schoonmaak en Onderhoud
Houd de kachel schoon. Neerslag van stof en vuil in het apparaat is een veelvoorkomende
reden van oververhitting! Verwijder dat dus geregeld. Schakel voor schoonmaak- of
16