Kidde Excellence Serie Installationsanweisungen Seite 16

Installeer en bedraad de montagevoet zoals beschreven in het
installatieblad dat bij de sokkel is geleverd.
De detectorkop installeren
Plaats de detectorkop in de montagevoet en draai deze met de
klok mee totdat hij vastklikt in de vergrendelde positie (zie
afbeelding 2).
De detector kan indien nodig worden vergrendeld in de
montagevoet. Om dit te doen, verwijdert u het
vergrendelingslipje vóór de installatie (zie afbeelding 1).
Een vergrendelde detector verwijderen:
1. Steek een kleine schroevendraaier in de sleuf van het
vergrendelingslipje (afbeelding 1).
2. Druk de detector in en draai de detector linksom.
Adressering van de detector
Stel het apparaatadres in met behulp van de draaiknoppen op
de detectorkop. Het adresbereik is 001-128.
Gebruik de X10-draaiknop om de tientallen in te stellen en de
X1-draaiknop om de eenheden in te stellen, zoals
weergegeven in de onderstaande afbeeldingen.
Melderadres 008
Melderstatus
De status van het apparaat wordt aangegeven door de
statusled (afbeelding 1, item 2), zoals weergegeven in de
onderstaande tabel.
Status
Alarm
Vooralarm
Isolator is actief [1]
Apparaatstoring
Apparaat gelokaliseerd [2]
Bezig met communiceren
[3]
[1] Alleen KE-DP3121W/B.
[2] Geeft een actieve opdracht Apparaat lokaliseren van de centrale
aan.
[3] Deze indicatie kan worden uitgeschakeld via de centrale of de
toepassing Configuration Utility.
16 / 26
Melderadres 112
Indicatie
Constant rode led
Knipperende rode led
Constant gele led
Knipperende gele led
Continu groene led
Knipperende groene led
Detectorgevoeligheid
Configureer de gevoeligheid van de detector via de centrale of
met behulp van de toepassing Configuration Utility.
Gevoeligheidsinstellingen
De beschikbare gevoeligheidsinstellingen worden hieronder
weergegeven.
Optisch
Instelling Rookgevoeligheid
1 Hoog
2 Standaard
3 Laag
4 UIT
5 UIT
6 Hoog
7 Hoog
8 Standaard
9 Standaard
10 Laag
11 Laag
De standaard gevoeligheidsinstelling is afhankelijk van de
Dag/Nacht-modus van de centrale, zoals hieronder
weergegeven.
Modus van de centrale
Dag
Nacht
Instellingen voor rookgevoeligheid zijn gebaseerd op de
volgende vervuilingswaarden.
Rookgevoeligheid
Hoog
Standaard
Laag
Instellingen voor warmtegevoeligheid zijn gebaseerd op de
volgende temperatuurbereiken.
Klasse Beschrijving
A2S Vaste temperatuur
A2R Stijgingspercentag
e
ISO 7240-testbrandondersteuning
De detectoren ondersteunen ISO 7240-testbranden TF1, TF2,
TF3, TF4, TF5, TF8 en TF9. Testbranden TF1, TF8 en TF9
vallen niet onder EN 54-7.
P/N 3102985-ML • REV 001 • ISS 29NOV23
Warm
Klasse
UIT
UIT
UIT
A2S
A2R
A2S
A2R
A2S
A2R
A2S
A2R
Standaardinstelling
9 (standaard rookgevoeligheid,
warmteklasse A2R)
7 (hoge rookgevoeligheid,
warmteklasse A2R)
Vervuiling
0,100 dB/m ±20%
0,150 dB/m ±20%
0,250 dB/m ±20%
Toepassingstem Statische
peratuur responstemperatu
ur
Typisc Max. Min.
h
54 °C
25 °C 50 °C 54 °C
Max.
70 °C
70 °C