Productoverzicht - Sygonix 2999019 Bedienungsanleitung

6 Productoverzicht

1
2
3
Draadloos stopcontact
1 Stopcontact 2 Rode LED knop
Draadloze magnetische sensor (raam/deur)
4 Groene koppeling- 5 Batterij-indicator
controlelampje
6 Koppelingsknop
7 Installatie
7.1 Een installatieplek kiezen
Houd rekening met het volgende bij de keuze van de installatieplaats van het product:
De maximale werkafstand tussen de draadloze sensor en het draadloze stopcontact is
70 meter.
De maximale installatieafstand tussen de draadloze sensor en de magneet is 10 mm.
De minimale sensor-triggerafstand tussen de draadloze sensor en de magneet is 20 mm.
Tip:
Voor de installatie koppelt u de apparaten en test u ze op de beoogde installatielocaties.
7.2 De draadloze sensor installeren
1. Kies een geschikte plek binnenshuis op een raam (of deur) en het kozijn om de draadloze
sensor en de magneet (8) te installeren. De magneet moet worden uitgelijnd met de
rechterkant van de draadloze sensor (zoals hierboven afgebeeld).
2. Zorg ervoor dat de oppervlakken schoon, stofvrij en droog zijn.
3. Gebruik de dubbelzijdige kleefband om de draadloze sensor en de magneet (8) (niet meer
dan 10 mm uit elkaar) op de gekozen oppervlakken te kleven, zodat wanneer het raam (of
de deur) geopend wordt, de magneet loskomt van de sensor om deze te activeren.
8 Koppelen
1. Verwijder voor het eerste gebruik de isolatiestrip van de batterij uit de draadloze sensor. De
batterij (1x CR2032) is inbegrepen.
2. Steek de stekker van het draadloze stopcontact in een geschikt stopcontact.
De rode ledknop (2) begint automatisch te knipperen om aan te geven dat het
Æ
stopcontact in de koppelstand staat. De koppelingsmodus duurt 15 seconden.
Als de rode ledknop (2) niet automatisch begint te knipperen en uit is, of uitgeschakeld
is voordat de apparaten gekoppeld konden worden, houd dan de rode ledknop (2)
ingedrukt totdat de rode led begint te knipperen om naar de koppelmodus te gaan.
3. Druk op de koppelingsknop (6) om de koppelingsmodus op de draadloze sensor te
activeren.
Het groene koppelingsindicatielampje (4) op de draadloze sensor knippert 3 seconden
Æ
en gaat uit, en de rode ledknop (2) op de draadloze contactdoos wordt continu rood om
aan te geven dat de apparaten met succes gekoppeld zijn.
Opmerking:
Eén draadloos stopcontact kan met maximaal 10 draadloze magnetische sensoren
gekoppeld worden.
4
5
6
8
7
3 Stekker
7 Batterijvak
8 Magneet
9 Gebruik
VOORWAARDEN:
De draadloze apparaten zijn succesvol gekoppeld.
D
De draadloze apparaten en de magneet zijn correct geïnstalleerd.
D
De draadloze sensor heeft voldoende batterij.
D
9.1 Gebruik
1. Steek de stekker van het draadloze stopcontact in een gemakkelijk toegankelijk stopcontact.
2. Steek een geschikt apparaat (afzuigkap, garagelamp, ganglamp, enz.) in het draadloze
stopcontact. Zet de aan/uit-knop op het apparaat aan.
3. Open het raam (of de deur) meer dan 20 mm totdat het rode indicatielampje op het
draadloze stopcontact gaat branden.
Het draadloze stopcontact gaat aan en het aangesloten apparaat wordt automatisch
Æ
ingeschakeld.
4. Sluit het raam (of de deur) om de draadloze contactdoos uit te schakelen.
9.2 De draadloze apparaten handmatig in-/uitschakelen
Waarschuwing!
Bij handmatige in- en uitschakeling moet u ervoor zorgen dat de kamer geventileerd
wordt met verse buitenlucht wanneer de afzuigkap in werking is. Het is belangrijk dat
u daarbij het raam opent. Dit voorkomt de vorming van een gevaarlijke onderdruk en
het binnendringen van giftige gassen en koolmonoxide in de ruimte.
De draadloze apparaten kunnen handmatig uitgeschakeld worden om het stopcontact zonder
de sensorfunctie te gebruiken.
Als u de draadloze apparaten moet uitschakelen, houdt u de koppelingsknop (6) op de
draadloze sensor ingedrukt totdat de rode ledknop (2) uitgaat.
Om de draadloze apparaten aan te zetten, drukt u op de koppelingsknop (6) op de
draadloze sensor.
Het groene koppelingsindicatielampje op de draadloze sensor knippert 3 seconden en
D
gaat uit, en de ledknop (2) op de draadloze contactdoos gaat continu rood branden.
9.3 Een koppeling verwijderen
1. Houd de rode ledknop (2) op de draadloze aansluiting ingedrukt totdat het rode ledlampje
(2) begint te knipperen.
2. Houd de koppelingsknop (6) op de draadloze sensor ingedrukt totdat de rode led (2)
uitgaat, wat aangeeft dat de koppeling van de apparaten met succes is verwijderd.
9.4 Fabrieksreset
1. Houd de rode ledknop (2) op de draadloze aansluiting ingedrukt totdat het rode ledlampje
(2) begint te knipperen.
2. Laat de ledknop kort los (2) en houd de knop vervolgens opnieuw ingedrukt totdat de rode
led (2) uitgaat.
10 Een nieuwe batterij installeren
Vervang de batterij in de draadloze sensor wanneer de batterij-indicator (5) begint te knipperen.
1. Steek een platte schroevendraaier in de openingssleuf (7) op de draadloze sensor en draai
deze voorzichtig om de sensorbehuizing te openen.
2. Schuif een nieuwe batterij (1x CR2032 knoopcel) in het batterijvak met de "+"-kant naar
boven.
3. Sluit de behuizing stevig totdat deze vastklikt.
4. Breng de batterij naar een afvalverzamelcentrum.
11 Overbelastingsbeveiliging
Als de belasting groter is dan de nominale belasting van de draadloze contactdoos en
de temperatuur in de draadloze contactdoos abnormaal stijgt, wordt het alarm van de
overbelastingsbeveiliging geactiveerd. De draadloze contactdoos zal de stroomtoevoer
uitschakelen en de rode ledknop (2) zal elke seconde beginnen te knipperen.
Om de overbelastingsbeveiliging te resetten, haalt u de stekker van het draadloze
stopcontact uit het stopcontact en laat u het volledig afkoelen.
12 Onderhoud en reiniging
Belangrijk:
– Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen, schoonmaakalcohol of andere
chemische oplossingen. Ze beschadigen de behuizing en kunnen een storing aan het
product veroorzaken.
– Dompel het product niet in water.
1. Haal de stekker van het draadloze stopcontact uit het stopcontact en uit elk apparaat.
2. Reinig het product met een droog, pluisvrij doekje.