Inhaltsverzeichnis
Werbung
NL
Druk nogmaals op x om de instellingen te voltooien.
Menu-items en waarden kunnen variëren al naargelang
de regio.
x
Menu met faxinstellingen
Kwaliteit *¹
Standaard, Fijn, Foto
Contrast *¹
-4 tot +4
Fax later verzenden
Uit, Aan
Faxmodus
Verzenden, Polling
Faxinstellingen
Rapp. afdr.
Snelkiezen inst.
Groepsk. inst.
Zenden/
Ontvangen
Installatie
Communicatie
Faxverbinding controleren
Kop
Fabrieksinstellingen
& 32
R
Wi-Fi-instellingen
Zie de online-Netwerkhandleiding voor
meer informatie.
Installatie Bestanden
USB, Wi-Fi
delen
Onderhoud
& 76
R
*1 Instellingen voor verzonden faxen.
*2 Drukt het communicatielog af of geeft het weer.
*3 Drukt een communicatielog af voor de vorige verzending
of de vorige ontvangen polling-resultaten.
*4 Drukt opnieuw af vanaf de laatste ontvangen fax. Wanneer
het geheugen vol is, worden de oudste faxen het eerste gewist.
*5 Drukt het protocol voor de meest recente communicatie af.
*6 Geeft aan of ontvangen faxen die groter zijn dan A4-formaat,
tot A4-formaat moeten worden verkleind of met het originele
formaat op meerdere vellen moeten worden afgedrukt.
*7 Geeft aan of een rapport moet worden afgedrukt voor de
vorige verzonden fax. Selecteer Bij fout om alleen rapporten
Faxlog *², Laatste
af te drukken wanneer een fout optreedt. Selecteer Bij vrz
verz. *³, Snelkiezen,
om rapporten af te drukken voor elke fax.
Groepsk., Opnieuw
*8 Geeft aan welk type belpatroon u wilt gebruiken om faxen
afdr. *⁴, Protocol *⁵
te ontvangen. Als u een andere optie dan All (of Uit) wilt
Maken, Bew., Verw.
selecteren, moet u uw telefoonsysteem instellen op het gebruik
van verschillende belpatronen. Deze optie kan Aan/Uit zijn,
Maken, Bew., Verw.
afhankelijk van de regio.
Kwaliteit, Contrast,
*9 Geeft aan of de foutcorrectiemodus moet worden gebruikt om
Autom. verkl. *⁶,
automatisch verzonden/ontvangen faxgegevens te corrigeren
Rapport laatste verz. *⁷
die fouten bevatten door problemen met de verbinding
DRD *⁸, ECM *⁹,
of andere problemen. Kleurenfaxen kunnen niet worden
V.34 *¹⁰, Belsignalen *¹¹,
verzonden/ontvangen wanneer ECM is uitgeschakeld.
Kiestoondetectie *¹²,
*10 Geeft aan met welke snelheid u faxen verzendt en ontvangt.
Kiesmodus *¹³
Aan betekent 33,6 kbps en Uit 14,4 kbps.
*11 Afhankelijk van de regio, wordt deze instelling mogelijk niet
Kopregel, Uw
weergegeven.
telefoonnummer
*12 Wanneer deze optie is ingesteld op Aan, begint het apparaat
met kiezen zodra het een kiestoon waarneemt. Mogelijk kan
het apparaat geen kiestoon waarnemen wanneer een PBX
(Bedrijfstelefooncentrale) of een TA (Terminal Adapter) is
aangesloten. Stel deze optie in dat geval in op Uit. Daardoor kan
echter het eerste cijfer van een faxnummer wegvallen, waardoor
de fax naar het verkeerde nummer wordt gezonden.
*13 Geeft aan op welk type telefoonsysteem dit apparaat
is aangesloten. Afhankelijk van de regio, wordt dit menu
mogelijk niet weergegeven.
Quicklinks ausblenden:
Werbung
Inhaltsverzeichnis
