Berker 2844 Bedienungs- Und Montageanleitung

Disjoncteur différentiel FI
Consignes de sécurité
L'installation et le montage doivent être effectués
exclusivement par un électricien.
En cas de non-respect de la notice, des endom-
magements sur l'appareil, des incendies ou
d'autres dangers peuvent se produire.
Cette notice fait partie du produit et doit être
restituée à l'utilisateur fi nal.
Fonction
Le disjoncteur différentiel FI est utilisé pour protéger
des personnes de courants de défaut.
Le disjoncteur différentiel FI est un dispositif fi xe
avec déclenchement par courant de défaut confor-
mément à la norme VDE 0664. Les conducteurs de
sortie protégés des courants de défaut (voir égale-
ment la fi gure 3) servent au raccordement de prises
ou d'autres consommateurs.
La protéction contre les courants de défaut com-
prend tous les appareils et connexions raccordés au
disjoncteur différentiel FI.
i L'installation électrique en amont de l'appareil
n'est pas protégée.
Commande
Etablissement de l'état de marche
 Positionner le disjoncteur ((a), fi gure 1) sur la
position I .
Vérifi cation du fonctionnement
La vérifi cation de fonctionnement doit être effec-
i
tuée à intervalles réguliers.
Recommandation: 1 x par mois.
La tension de service est présente.
 Mettre en marche le disjoncteur différentiel FI
((a), fi gure 1) (position I).
La tension est présente sur les prises et les
consommateurs en aval.
 Appuyer sur le bouton de test T ((b), fi gure 1).
Le disjoncteur différentiel FI déclenche et passe
en position 0. Les prises/consommateurs en aval
sont hors tension. Contrôle du fonctionnement
réussi.
ou:
Le disjoncteur différentiel FI ne déclenche pas et
reste en position I. Le disjoncteur différentiel FI
n'est pas en ordre de marche.
Remplacer le disjoncteur différentiel FI et répéter
le contrôle du fonctionnement.
Informations pour les électriciens
Montage et raccordement électrique
DANGER !
Choc électrique en cas de contact avec des
pièces sous tension. Un choc électrique
peut provoquer la mort.
Avant l'installation, isoler les conducteurs
de raccordement.
L'installation doit être adaptée au réseau présent.
Vérifi er le réseau avant l'installation.
i Les conducteurs de sortie souples du disjoncteur
différentiel FI conviennent uniquement au raccor-
dement de prises ou d'autres consommateurs
avec des bornes à vis.
Raccordement du disjoncteur différentiel FI
Choisir le type de raccordement en fonction du type
de réseau.
 Raccorder le disjoncteur différentiel FI
(voir fi gure 2).
 Raccorder les conducteurs de sortie à la prise
ou à un autre consommateur (fi gure 3).
bleu: N
marron: L
Le disjoncteur différentiel FI est prêt au montage.
Desserrage des conducteurs de sortie
 Appuyer sur les languettes ((a), fi gure 3) au dos
du disjoncteur différentiel FI et retirer les conduc-
teurs raccordés.
Montage du disjoncteur différentiel FI
Le disjoncteur différentiel FI est prévu pour le mon-
tage dans une boîte d'encastrement Up du com-
merce selon DIN 49073, partie 1.
Le disjoncteur différentiel FI est prêt au montage.
 Positionner le disjoncteur différentiel FI dans la
prise Up.
 Visser le disjoncteur différentiel FI à travers les
trous de la bague support sur la prise Up.
 Positionner le cadre.
 Mettre en place la pièce centrale avec la bague
intermédiaire et la visser (voir accessoires).
Le disjoncteur différentiel FI est prêt pour la mise
en service.
Aardlekschalelaar
Veiligheidsinstructies
Inbouw en montage van elektrische apparaten
mogen uitsluitend worden uitgevoerd door
erkende installateurs.
Wanneer deze handleiding niet in acht wordt
genomen, kunnen schade aan het apparaat,
brand of andere gevaren optreden.
De handleiding maakt deel uit van het product en
dient in het bezit van de eindgebruiker te blijven.
Werking
De aardlekschakelaar wordt gebruikt ter beveiliging
van personen tegen lekstromen.
De aardlekschakelaar is een vaste beveiligingsin-
richting met spanningsonafhankelijke uit schakeling
bij lekstromen in de zin van VDE 0664. De door de
aardlekschakelaar beveiligde uitgangsleidingen (zie
ook afbeelding 3) zijn bestemd voor de aansluiting
van contactdozen of andere verbruikers.
De aardlekbeveiliging omvat alle apparaten en lei-
dingen die met de aardlekschakelaar zijn verbonden.
i De elektrische installatie tot aan het apparaat is
echter niet beveiligd.
Bediening
Systeem bedrijfsklaar maken
 Schakelaar ((a), afbeelding 1) in stand I zetten.
Werkingscontrole uitvoeren
De werking dient regelmatig te worden
i
gecontroleerd.
Advies: 1 x per maand.
Bedrijfsspanning is aanwezig.
 Aardlekschakelaar ((a), afbeelding 1) inschakelen
(stand I).
Spanning op nageschakelde contactdozen en
verbruikers is aanwezig.
 Testtoets T indrukken ((b), afbeelding 1).
De aardlekschakelaar wordt geactiveerd en gaat
naar de stand 0. Er staat geen spanning op nage-
schakelde contactdozen/verbruikers. Werkings-
controle met succes doorlopen.
of:
De aardlekschakelaar wordt niet geactiveerd en
blijft in stand I. Aardlekschakelaar is niet gereed
voor gebruik.
Aardlekschakelaar vervangen en werkingscon-
trole opnieuw uitvoeren.
Informatie voor installateurs
Montage en elektrische aansluiting
GEVAAR !
Gevaar voor elektrische schokken bij
aanraking van spanningsvoerende delen.
Elektrische schokken kunnen de dood tot
gevolg hebben.
Vóór de installatie de aansluitleiding
vrijschakelen.
De installatie moet zijn afgestemd op het beschik-
bare elektriciteitsnet. Controleer het net voorafgaand
aan installatie.
i De meeraderige uitgangsleidingen van de aard-
lekschakelaar zijn uitsluitend geschikt voor de
aansluiting op contactdozen of verbruikers met
schroefklemmen.
Aardlekschakelaar aansluiten
Bij de keuze van de aansluitmethode dient rekening
te worden gehouden met de uitvoering van het elek-
tricitietsnet.
 Aardlekschakelaar aansluiten (zie afbeelding 2).
 Uitgangsleidingen op contactdoos of verbruiker
aansluiten (afbeelding 3).
blauw: N
bruin: L
De aardlekschakelaar kan worden gemonteerd.
Aansluitkabel losmaken
 Lipjes ((a), afbeelding 3) aan de achterzijde van
de aardlekschakelaar indrukken en aansluitkabel
lostrekken.
Aardlekschakelaar monteren
De aardlekschakelaar is bestemd voor inbouw in
een in de handel verkrijgbare aansluitdoos voor
UP-apparaten volgens DIN 49073, deel 1.
De aardlekschakelaar kan worden gemonteerd.
 Aardlekschakelaar in de inbouwcontactdoos
plaatsen.
 Aardlekschakelaar via de schroefgaten van de
draagring op de inbouwcontactdoos vastschroeven.
 Frame positioneren.
 Middengedeelte met tussenring (zie Toebehoren)
plaatsen en vastschroeven.
De aardlekschakelaar kan in bedrijf worden
gesteld.
FI-Schutzschalter
Sicherheitshinweise
Einbau und Montage elektrischer Geräte
dürfen nur durch Elektrofachkräfte erfolgen.
Bei Nichtbeachtung der Anleitung können
Schäden am Gerät, Brand oder andere Gefahren
auftreten.
Diese Anleitung ist Bestandteil des Produkts und
muss beim Endanwender verbleiben.
Funktion
Der FI-Schutzschalter wird zum Schutz von Per-
sonen vor elektrischen Fehlerströmen eingesetzt.
Der FI-Schutzschalter ist eine ortsfeste Schutzein-
richtung mit spannungsunabhängiger Fehlerstrom-
auslösung im Sinne der VDE 0664.
Die FI-geschützten Abgangsleiter (siehe auch Bild 3)
dienen dem Anschluss von Steckdosen oder son-
stigen Verbrauchern.
Der Fehlerstromschutz umfasst alle Geräte und
Leitung en, die an den FI-Schutzschalter ange-
schlossen sind.
i Die Elektroinstallation bis hin zum Gerät ist nicht
geschützt.
Bedienung
Betriebsbereitschaft herstellen
 Schalter ((a), Bild 1) auf Position I stellen.
Funktionsprüfung durchführen
Die Funktionsprüfung muss in regelmäßigen
i
Abständen durchgeführt werden.
Empfehlung: 1 x pro Monat.
Betriebsspannung liegt an.
 FI-Schutzschalter ((a), Bild 1) einschalten
(Position I).
Spannung an nachgeschalteten Steckdosen und
Verbrauchern liegt an.
 Testtaste T drücken ((b), Bild 1).
Der FI-Schutzschalter löst aus und geht auf
Position 0. Nachgeschalteten Steckdosen/Ver-
braucher sind spannungsfrei. Funktionsprüfung
bestanden.
oder:
Der FI-Schutzschalter löst nicht aus und bleibt
in Position I. FI-Schutzschalter ist nicht betriebs-
bereit.
FI-Schutzschalter austauschen und Funktions-
prüfung erneut durchführen.
Informationen für Elektrofachkräfte
Montage und Elektrischer Anschluss
GEFAHR !
Elektrischer Schlag bei Berühren
spannungs führender Teile. Elektrischer
Schlag kann zum Tod führen.
Vor Installation die Anschlussleitung
freischalten.
Die Installation muss auf das vorhandene Netz ab-
gestimmt sein. Vor Installation das Netz prüfen.
i Die mehrdrähtigen Abgangsleiter des FI-Schutz-
schalters sind nur zum Anschluss an Steckdosen
oder Verbraucher mit Schraubklemmen geeignet.
FI-Schutzschalter anschließen
Die Anschlussart ist entsprechend der Netzaus-
legung zu wählen.
 FI-Schutzschalter anschließen (siehe Bild 2).
 Abgangsleiter an Steckdose oder Verbraucher
anschließen (Bild 3).
blau: N
braun: L
Der FI-Schutzschalter ist montagebereit.
Anschlussleiter lösen
 Laschen ((a), Bild 3) auf der Rückseite des
FI-Schutzschalter drücken und Anschlussleiter
herausziehen.
FI-Schutzschalter montieren
Der FI-Schutzschalter ist zum Einbau in einer
handels übliche UP-Geräte-Verbindungsdose nach
DIN 49073, Teil 1 vorgesehen.
Der FI-Schutzschalter ist montagebereit.
 FI-Schutzschalter in der UP-Geräte-Verbindungs-
dose positionieren.
 FI-Schutzschalter durch die Schraublöcher des
Tragrings mit der UP-Geräte-Verbindungsdose
verschrauben.
 Rahmen positionieren.
 Zentralstück mit Zwischenring (siehe Zubehör)
aufstecken und verschrauben.
Der FI-Schutzschalter ist zur Inbetriebnahme
bereit.
Bedienungs- und
Montageanleitung
FI-Schutzschalter
Aardlekschalelaar
Best.-Nr. 2844
Berker GmbH & Co. KG
Klagebach 38
58579 Schalksmühle/Germany
Telefon: 0 23 55/90 5-0
Telefax: 0 23 55/90 5-111
www.berker.com
8390265/a - Blatt 1
97-09435-000 05/2006
1
(a)
(b)
2
TN-S
3
(a)
TT