EINHELL TC-BD 630 Originalbetriebsanleitung Seite 44

Opgelet! Houdersleutel niet erin laten steken.
Verwondingsgevaar door wegslingeren van de
houdersleutel.
6.4 Gebruik van gereedschappen met coni-
sche schacht (fi g. 11/12)
De kolomboormachine bezit een boorspilconus.
Om gereedschappen met conische schacht MK2
te gebruiken gaat u als volgt te werk:
•
Boorhouder in onderste positie brengen.
•
Conische schacht met de meegeleverde uit-
drijfspie (31) uitdrijven, en daarbij erop letten
dat het gereedschap niet op de grond kan
vallen.
•
Nieuw gereedschap met conische schacht
(34) met een ruk in de boorspilconus schui-
ven en controleren of het gereedschap goed
vastzit.
6.5 Instelling van het toerental (fi g. 1/2/9/10)
Schakel eerst de machine uit en trek de netstek-
ker uit het stopcontact.
De verschillende spiltoerentallen kunnen worden
ingesteld door de V-riem om te zetten. Ga als
volgt te werk:
•
Draai de schroef (16) los om de V-riemafdek-
king (7) te kunnen openen.
•
Fixeerschroeven (15) losdraaien en de motor
(8) in de richting van de machinekop schui-
ven.
•
V-riem (36) omzetten op de gewenste positie.
•
De bijhorende toerentallen kunt u afleiden uit
tabel 6.10.
•
V-riem spannen door de spanhefboom (32)
in de richting van de motor te drukken en de
fixeerschroef (13) weer vastdraaien.
•
V-riemafdekking sluiten en vastdraaien met
de schroef (16).
De V-riemafdekking (7) moet altijd vast zijn afges-
loten, aangezien de machine is uitgerust met een
veiligheidsschakelaar en daarom alleen bij geslo-
ten V-riemafdekking (7) kan worden ingeschakeld.
Opgelet! De boormachine nooit laten lopen met
geopende V-riemafdekking. Alvorens het deksel
te openen altijd de netstekker uittrekken. Nooit in
lopende V-riemen grijpen.
6.6 Boordiepteaanslag (fi g. 7)
De boorspil bezit een verdraaibare schaalring om
de boordiepte in te stellen. Inrichtwerkzaamheden
alleen uitvoeren bij stilstand.
•
Boorspil (11) naar beneden drukken, tot de
boorpunt op het werkstuk rust.
Anl_TC_BD_630_SPK2.indb 44 Anl_TC_BD_630_SPK2.indb 44
NL
•
Klemschroef (17) losdraaien en schaalring
(25) tot aan de aanslag naar voor draaien.
•
Schaalring (25) terugdraaien tot aan de
gewenste boordiepte en fixeren met de klem-
schroef (17).
6.7 Schuine stand van de boortafel instellen
(fi g. 6)
•
Slotschroef (26) onder de boortafel (4) los-
draaien.
•
Boortafel (4) instellen op de gewenste hoek-
maat.
•
Slotschroef (26) weer vast aandraaien om de
boortafel (4) in deze positie te fixeren.
6.8 Hoogte van de boortafel instellen (fi g. 13)
•
Spanschroef (35) losdraaien.
•
Boortafel met behulp van de handkruk (27) in
de gewenste positie brengen.
•
Spanschroef (35) weer vastdraaien.
6.9 Werkstuk spannen
Span werkstukken in principe met behulp van een
bankschroef (14) of met een geschikt spanmid-
del vast in. Werkstukken nooit vasthouden met
de hand! Bij het boren moet het werkstuk op de
boortafel (4) beweeglijk zijn, opdat het zichzelf
kan centreren. Werkstuk absoluut beveiligen te-
gen verdraaien.
Dit gebeurt het best door het werkstuk resp. de
bankschroef van de machine tegen een vaste
aanslag aan te leggen.
Opgelet! Stukken plaat moeten worden inge-
spannen, opdat ze niet omhoog kunnen worden
getrokken. Stel de hoogte en de schuine stand
van de boortafel al naargelang het werkstuk juist
in. Tussen de bovenkant van het werkstuk en de
boorpunt moet voldoende afstand blijven.
6.10 Werksnelheden
Let bij het boren op het juiste toerental. Dit is af-
hankelijk van de boordiameter en het materiaal.
De onderstaande lijst helpt u bij het kiezen van
toerentallen voor verschillende materialen.
De opgegeven toerentallen zijn slechts richt-
waarden.
- 44 -
08.07.2019 09:09:38 08.07.2019 09:09:38