Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Kärcher WPC 120 UF Originalbetriebsanleitung Seite 52

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
● Het apparaat met de sokkel omlaag op een effen,
horizontaal vlak plaatsen.
● De voorste afdekking en het afsluitventiel moeten
vrij toegankelijk zijn.
● De afstand tot warmtestralende toestellen zoals boi-
lers onder de gootsteen of ongeïsoleerde warmwa-
terleidingen moet ten minste 100 mm bedragen.
● Het apparaat alleen met de meegeleverde leidingen
aansluiten.
● Gebruik geen gebruikte leidingen.
● De leidingen niet knikken en niet blootstellen aan tr-
ekspanning, torsie of samendrukking.
● Geen voorwerpen op de leidingen plaatsen.
Aansluitschema
1. Bij de inbouw het aansluitschema in acht nemen:
Figur C
Watertoevoerdruk controleren en instellen
1. Bij de drukregelaar van de drinkwaterinstallatie van
het gebouw de watertoevoerdruk controleren. Deze
mag in geen geval boven de in hoofdstuk Tekniske
data aangegeven maximale waarde liggen. Wij ad-
viseren om de watertoevoerdruk op 0,4 MPa (4 bar)
in te stellen.
Als er geen drukregelaar in de drinkwaterinstallatie
van het gebouw aanwezig is, moet een afzonderlijke
drukregelaar stroomopwaarts van de eenheid wor-
den aangesloten.
Als de waarde van de watertoevoerdruk niet kan
worden bepaald in de drinkwaterinstallatie van het
gebouw, moet een aparte drukregelaar worden aa-
ngesloten stroomopwaarts van de eenheid.
Waterkraan inbouwen
● De inbouwpositie moet zo worden gekozen dat de
kraan van onderaf toegankelijk is voor installatie en
de opening van de uitloop zich boven de gootsteen
bevindt.
Voor de aansluiting van de leiding 1/4" voldoende
ruimte inplannen.
● De materiaaldikte A van gootsteen / werkblad mag
max. 24 mm bedragen. Als de materiaaldikte groter
is, kan het werkblad van onderen van een overeen-
komstige verzinking worden voorzien. Laat bij twijfel
het apparaat door een persoon met gespecialiseer-
de kennis inbouwen.
● De bovenste en onderste oplegvlakken moeten ef-
fen en parallel zijn, met een doorsnede B van
minstens. 50 mm.
Inbouwschema
Figur D
1. Een boring met doorsnede C van 12 mm voor de in-
bouw van de waterkraan aanbrengen.
Voor het materiaal van de gootsteen / het werkblad
geschikte boormachine resp. gereedschappen ge-
bruiken.
Indien nodig voorboren.
2. De beschermfolie van de rozet verwijderen.
3. De rozet en de afdichtschijf op de waterkraan ste-
ken.
4. De waterkraan van boven in de boring plaatsen en
uitlijnen.
5. De onderlegschijf van onder op de waterkraan ste-
ken en de vleugelmoer vastdraaien.
52
Afsluitventiel inbouwen
ADVARSEL
Gevaar voor beschadiging door te hoge watertem-
peratuur
Water met een temperatuur hoger dan 38° C bescha-
digt de filterpatronen onherstelbaar.
Sluit het afsluitventiel uitsluitend op het hoekventiel
koudwatertoevoer aan, nooit aan een hoekventiel
warmwatertoevoer.
Merknad
Het hoekventiel koudwatertoevoer bevindt zich meestal
rechts, een optioneel hoekventiel warmwatertoevoer
meestal links.
1. Het afsluitventiel tussen hoekventiel koudwatertoe-
voer en flexslang inbouwen.
Figur E
a Het hoekventiel sluiten.
b De flexslang van het hoekventiel koudwatertoe-
voer losschroeven.
c Het afsluitventiel met de afdichting op hoekventi-
el koudwatertoevoer schroeven.
d De flexslang op het afsluitventiel schroeven.
Instructies over leidingmontage
● Het apparaat zodanig opstellen dat de leidingen zo
kort mogelijk zijn.
● De voorste afdekking moet toegankelijk zijn.
● De leidingen worden, behalve bij het afsluitventiel,
middels moffen met snelkoppelingen aangesloten.
● Bij het afsluitventiel wordt de leiding op de aanslui-
ting met een moer bevestigd.
Leiding aansluiten (behalve aan afsluitventiel)
1. Voor het aansluiten van een leiding:
Figur F
a De klem van de koppeling er aftrekken.
b De leiding tot aan de aanslag in de snelkoppeling
steken.
c De klem op de snelkoppeling steken.
d Aan de leiding trekken om de juiste positie te con-
troleren.
Merknad
Het aansluiten van een mof op het apparaat of de wa-
terkraan wordt op dezelfde wijze uitgevoerd.
Leiding loskoppelen (behalve aan afsluitventiel)
2. Voor het loskoppelen van een leiding:
Figur G
a De klem van de koppeling er aftrekken.
b De snelkoppeling terugdrukken en vasthouden.
c De leiding uit de snelkoppeling trekken.
Merknad
Het lostrekken van een mof van het apparaat of een wa-
terkraan wordt op dezelfde wijze uitgevoerd.
Leiding aansluiten (op afsluitventiel)
3. Voor het aansluiten van de leiding:
Figur H
a De moer losschroeven en op de leiding schuiven.
b De leiding tot aan de aanslag in de aansluiting
steken.
c De moer op de aansluiting vastdraaien.
d Aan de leiding trekken om de juiste positie te con-
troleren.
Leiding loskoppelen (van afsluitventiel)
4. Voor het loskoppelen van de leiding:
Figur I
a De moeren losschroeven.
b De leiding uit de aansluiting trekken.
Leiding inkorten
Norsk

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis