Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Veiligheidsvoorschriften - Force Engine Force 46 Bedienungsanleitung

Verbrennungsmotor
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Gebruiksaanwijzing
Verbrandingsmotor „Force 46"
Bestelnr. 2595506
1 Correct gebruik
Deze door u aangeschafte geavanceerde verbrandingsmotor is bedoeld voor een gebruik in
geschikte modelbouwproducten. Gelieve rekening te houden met de volgende gevaren en vei-
ligheidsvoorschriften.
Alle firmanamen en productnamen zijn handelsmerken van de respectieve eigenaars. Alle
rechten voorbehouden.
2 Algemeen
Geachte klant! Deze gebruiksaanwijzing geeft u vele tips en informatie voor het gebruik van
de motor.
Verbrandingsmotoren voor modelbouwproducten zijn een krachtig alternatief t.o.v. elektromo-
toren voor alle toepassingen waar het luide geluid en de uitlaatgassen bij het gebruik geen rol
spelen.
De hantering van verbrandingsmotoren is wel niet gemakkelijk en ze vereisen daarenboven
zowel vóór als na het gebruik een speciale behandeling. Door een verkeerde behandeling
zal de motor slechts weinig vermogen afgeven, niet mooi draaien of reeds na kort gebruik
onbruikbaar worden (gelieve ermee rekening te houden dat door onoordeelkundig gebruik de
garantie zal vervallen!).
Deze gebruiksaanwijzing kan u vanzelfsprekend geen praktische kennis overdragen. Als u
nog nooit met een verbrandingsmotor gewerkt heeft, raden wij u aan om lid te worden van een
modelbouwclub in uw buurt.
Hier zult u met zekerheid hulp vinden voor uw eerste stappen bij het juiste gebruik van verbran-
dingsmotoren voor modelbouwproducten.
3 Actuele gebruiksaanwijzingen
Download de meest recente gebruiksaanwijzing via de link www.conrad.com/downloads of
scan de afgebeelde QR-code. Volg de instructies op de website.
4 Verklaring van de symbolen
Het symbool met een uitroepteken in een driehoek duidt op belangrijke aanwijzin-
gen in deze gebruiksaanwijzing die beslist opgevolgd moeten worden.

5 Veiligheidsvoorschriften

Bij materiële schade of persoonlijke ongelukken, die door onoordeelkundig gebruik of niet-
naleving van de veiligheidsvoorschriften veroorzaakt wer den, aanvaarden wij geen enkele
aansprakelijkheid. In dergelijke gevallen vervalt elk recht op garantie.
Al naar het type van de motor en het bijbehorend modelbouwproduct waarin de motor ingebou-
wd is (modelboot, modelvoertuig, modelvliegtuig) zullen enkele van de volgende veiligheids-
voorschriften niet van toepassing zijn.
Houd het product buiten het bereik van kinderen. Het product is geen speelgoed. Het is niet
geschikt voor kinderen onder de 14 jaar!
Controleer vóór elke start de bedrijfsveiligheid van uw model en de motor.
Reeds gewone motortrillingen kunnen ertoe leiden dat de motor en andere aandrijfdelen los-
raken. Controleer daarom elke keer voordat u de motor start of de motor en alle aandrijfdelen
correct vastzitten.
Attentie, belangrijk!
Bij het gebruik van het model kan materiële schade of persoonlijk letsel ontstaan.
Zorg absoluut dat u goed verzekerd bent voordat u het model in gebruik neemt, bijv.
een aansprakelijkheidsverzekering (WA). Indien u reeds een dergelijke verzekering
heeft, moet u nagaan of uw verzekering ook bescherming biedt bij schade of onge-
vallen veroorzaakt door het modelvliegtuig.
Let op: In sommige landen van de EU bestaat een verzekeringsplicht voor alle vlieg-
modellen.
U mag uw motor nooit in een gesloten ruimte gebruiken. De uitlaatgassen zijn giftig.
Als u de motor buiten het model in bedrijf wilt stellen, moet er een geschikte standaard gebruikt
worden.
Houd kinderen en toeschouwers uit de nabijheid van draaiende motoren.
Gebruik voor het opstarten van de motor een geschikte starter of een geschikte vingerbescher-
ming (bij modelvliegtuigen met propeller). Bepaalde motoren kunnen ook gemakkelijk met een
zogeheten trekstarter opgestart worden.
De motor en de knaldemper worden zeer warm tijdens het gebruik. Verbrandingsgevaar!
Om de motor uit te schakelen moet de brandstoftoevoer onderbroken of de gasschuif gesloten
worden.
Probeer nooit om een draaiende motor met uw vingers te stoppen. Dit kan zware letsels tot
gevolg hebben!
Bij modelvliegtuigen met propeller mag u nooit voor of naast de motor/propeller vertoeven.
Gevaar voor verwondingen! Het instellen en justeren moet u aan de achterkant doen!
Let erop dat er geen brandstof zomaar uitloopt tijdens het gebruik van de motor. Explosie-,
brand- en verbrandingsgevaar!
U mag nooit voorwerpen in de aandrijfdelen steken die bewegen (zoals bv. de propeller). U
mag de motor niet blokkeren.
Propellers mogen niet gerepareerd worden. Beschadigde propellers moeten in ieder geval
vervangen worden!
Laat de zender en de ontvanger steeds ingeschakeld zolang de motor draait zodat u het model
en de motor te allen tijde in bedwang kunt houden.
Experimenteer niet met de motor. Laat u door een ervaren modelbouwer adviseren of laat deze
meehelpen bij de montage.
U mag het verpakkingsmateriaal niet zomaar laten rondslingeren. Dit is gevaarlijk speelgoed
voor kinderen.
6 Motor monteren
De motor moet stevig en trillingsvrij op een stabiele motordrager (indien mogelijk van alu-
minium) gemonteerd worden. Gebruik hiervoor voldoende gedimensioneerde doorloopbouten
en beveiligde moeren. Opdat de motorflens niet kromtrekt, dient de motor volledig tegen het
opspanvlak te liggen.
7 Carburateur afstellen
In de regel beschikken carburateurs over twee naalden die onafhankelijk van elkaar ingesteld
kunnen worden. De eerste naald, de hoofdsproeier, bevindt zich direct aan de brandstofaans-
luiting. Met deze naald wordt uitsluitend volgas ingesteld.
Als u de naald losdraait, krijgt de motor meer brandstof. Dit noemt men een rijke carburateu-
rafstelling. Als u de naald in de sproeierhouder indraait, wordt de diameter kleiner en krijgt de
motor minder brandstof. Dit noemt men een arme afstelling.
De tweede naald is de stationairsproeier. Bij bepaalde vliegtuigmotoren ligt deze bijvoorbeeld
aan de andere kant van de carburateur (tegenover de hoofdsproeier). Met de stationairsproeier
wordt niet alleen de stationair maar ook de overgang van stationair naar volgas ingesteld.
Net als bij de hoofdsproeier wordt het luchtmengsel verarmd door de naald in te draaien. Als de
naald losgedraaid wordt, krijgt men een rijkere instelling. De hoofdsproeier wordt met ca. 2–3
slagen geopend. Hetzelfde geldt voor de stationairsproeier.
Als u de punt van de stationairsproeier door de geopende carburateur kunt zien, moet de naald
zo ingesteld worden dat de punt van de naald in de tegenconus gaat als de carburateur half
gesloten is.
Als de carburateur ¼ open is, kan de motor gestart worden. Na het warmlopen wordt volgas
ingesteld. Door het indraaien van de hoofdsproeier stelt men bij een volledig geopende carbu-
rateur het hoogste motortoerental in. Daar de motor tijdens de werking nog meer zal verarmen,
moet men de hoofdsproeier nu weer een beetje meer naar de "rijkere" kant draaien.
Bij een te arme stationair zal de motor bij het terugregelen of gas geven stil komen te staan. Als
de motor in de stationair steeds langzamer wordt tot hij stil blijft staan of als hij slecht versnelt,
is de instelling voor de stationair te rijk en moet hij verarmd worden.
Aanpassingen van de naalden mogen alleen in kleine stapjes gedaan worden. Dit geldt vooral
voor de stationairsproeier. Als u dit vergelijkt met een klok, kan reeds een aanpassing van "5
minuten" te veel zijn.
Een goed ingestelde motor zal ook bij een langere stationair netjes verder draaien en in een
wip versnellen.
Als u nog geen ervaring heeft met verbrandingsmotoren voor modelbouwproducten, zal de
hulp van een ervaren modelbouwer zeer nuttig zijn. Zo kunt u niet alleen omslachtig en eventu-
eel ook tevergeefs peuterwerk vermijden, maar voorkomt u ook dat de dure motor beschadigd
wordt.
8 Motor inlopen
Onze raad: Gebruik brandstof van een goed merk die reeds kant-en-klaar gemengd
is. Deze bevat meestal bijkomende additieven die voordelig zijn voor de motor.
Als u de brandstof toch zelf wilt mengen, moeten er in ieder geval kwalitatief hoog-
waardige componenten gebruikt worden (synthetische olie, nitromethaan, metha-
nol).
Vóór de eerste ingebruikname van de motor is er een inloopfase nodig. Hierdoor worden zeer
fijne verwerkingsfoutjes weggewerkt aan onderdelen die draaien of tegen elkaar wrijven. Spe-
ciale inloopbrandstof bevat meestal kleine hoeveelheden nitromethaan.
Draai de meegeleverde hoofdsproeier (voor de brandstoftoevoer) voorzichtig tot het eindpunt
in en daarna met 2-3 slagen openen. Losdraaien zorgt voor een rijker, indraaien voor een
armer mengsel. De inloopfase met laag toerental (bij een volledig geopende gasschuif en een
zeer rijk mengsel) moet ten minste 2-4 tankvullingen bedragen. Na elk draaien van de motor
(na elke tankvulling) moet de motor voldoende lang afkoelen.
Daarna kan het mengsel stap voor stap verarmd worden door de hoofdsproeier in te draaien
en kan het model in gebruik genomen worden. Het definitieve inlopen van de motor kan al
naar het gebruikte model meerdere uren duren. Pas daarna mag u de motor met maximaal
vermogen laten draaien.

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

2595506

Inhaltsverzeichnis