Brandstofeigen Schappen; Pellets Bewaren - Jøtul PF 721 V2 JT Installations-, Bedienungs- Und Wartungsanleitung

NEDERLANDS
brengt de veiligheid van de operator in gevaar en ontslaat
de producent van elke burgerlijke en strafrechtelijke
aansprakelijkheid.
Het is verboden om handmatig pellets in de oven te laden;
dit oneigenlijk gedrag kan een abnormale hoeveelheid
onverbrand gas genereren, met een explosiegevaar in de
kamer.
Na een mislukte ontstekingspoging moeten de
onverbrande pellets uit de oven worden verwijderd
voordat opnieuw wordt geprobeerd om te ontsteken.
Als de oven niet regelmatig wordt gereinigd en
onderhouden, kunnen storingen en explosies optreden
in het apparaat. Denk eraan om alle materiaalresten en
afzettingen uit de openingen van de oven te verwijderen
en ze te reinigen telkens wanneer de as wordt afgevoerd
of na elke mislukte ontstekingspoging. Controleer of de
openingen in de oven niet zijn verkleind, aangezien dit een
negatieve invloed kan hebben op de veilige werking van
het apparaat.
Was het product niet met water. Er kan water in het
apparaat komen en de electrische isolatie beschadigen,
waarop risico op electrische schokken ontstaat.
Ga niet langdurig voor het apparaat zitten/staan.
Onjuist gebruik van het product of onjuist onderhoudswerk
kan een ernstig explosiegevaar in de verbrandingskamer
veroorzaken.
Gebruik alleen brandstof die door de producent wordt
aanbevolen. Het product mag nooit als verbrandingsoven
worden gebruikt.
Het is verboden benzeen, lampbrandstof, kerosine,
vloeibare houtvuuraanstekers, ethylalcohol of soortgelijke
vloeisto en te gebruiken om de vlam te ontsteken of
opnieuw aan te steken.
Al deze vloeisto en moeten op voldoende afstand van
een in werking zijnd apparaat worden opgeborgen.
Het is verboden andere brandsto en dan houtpellets in
de tank te brengen.
Enkele tips om corrosie te voorkomen:
• reinig het apparaat regelmatig om asafzetting te
voorkomen;
• gebruik alleen brandstof met eigenschappen zoals
beschreven in het hoofdstuk "Brandstofeigenschappen";
• gebruik geen
reinigingsmiddelen of -producten om het glas of andere
delen van het product rechtstreeks te reinigen;
• laat het product
omgevingsomstandigheden (vochtigheid, zoute lucht,
stormen, enz.);
• als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt (bijv. in
de zomer), koppel de luchttoevoer naar de oven los en
breng zakjes met droogmiddel in de verbrandingskamer
om vocht uit de lucht te verwijderen, en vergeet niet
deze te verwijderen alvorens het apparaat opnieuw te
ontsteken.
52
oplosmiddelen, zuren, agressieve
niet achter in ongunstige
3 BRANDSTOFEIGEN
SCHAPPEN
3.1 BRANDSTOFEIGENSCHAPPEN
• Pellets, oftewel grote houtkorrels (A . 3.1), bestaan
uit verschillende soorten mechanisch geperst hout dat
voldoet aan de milieunormen.
• Pellets zijn het enige toegestane soort brandstof voor
dit type haarden.
• Het rendement en thermisch vermogen van de
haard kan verschillen naar gelang de kwaliteit van de
houtpellets:
• Grootte Ø 6 mm,
• Max. lengte 30 mm
• Max. vochtigheid 8% tot 10%.
De haard beschikt over een pelletbak met een inhoud die
vermeld staat in de technische documentatie.
De deksel van de vulbak van de haard bevindt zich aan de
bovenkant.
Tijdens het bijvullen van pellets moet de deksel altijd open
staan.
In verband met de veiligheid en om de temperatuur onder
controle te houden, mag er geen traditioneel hout in
blokvorm worden gebruikt.
Het apparaat is geen verbrandingsoven en er mag niets
anders dan pellets in worden gestookt.

3.2 PELLETS BEWAREN

Pellets moeten op een droge, niet te koude plaats worden
bewaard.
Pellets moeten op een droge, niet te koude plaats worden
bewaard. Wij bevelen aan om enkele zakken met pellets
op te slaan in de ruimte waar de haard staat of in de ruimte
ernaast, zodat de juiste temperatuur en vochtigheid
gewaarborgd blijven.
Natte en/of koude pellets (5°C) hebben een lager
thermisch vermogen en leiden ertoe dat de rooster vaker
moet worden gereinigd (onverbrande resten).
Wees zorgvuldig bij het bewaren en verplaatsen van de
zakken met pellets zodat deze niet worden geplet en er
stof ontstaat.
Dit kan leiden tot het terechtkomen van zaagsel in de
haard, waardoor de aanvoerslak verstopt of geblokkeerd
kan raken en de aandrijfmotor van de slak beschadigd
raakt.
De eigenschappen van de pellets moeten voldoen aan de
norm UNI EN 14961-2.
A . 3.1