Scooty SCOOT149 Originalbetriebsanleitung Seite 151

spanningsbereik aangegeven. De bandenspanning moet worden aangepast
NL
aan het gewicht van de gebruiker.
REMMEN
Controleer voor elk gebruik of de voor- en achterremmen in perfecte staat
zijn. Controleer de remmen regelmatig om ongelukken als gevolg van een
defecte rem te voorkomen.
De remhendel mag niet in contact komen met het stuur en de mantels
mogen niet in een gesloten hoek staan, zodat de kabels met een minimum
aan wrijving glijden. Beschadigde, gerafelde of verroeste kabels moeten
onmiddellijk worden vervangen.
WAARSCHUWING: Bij regen of nat weer wordt de remweg verlengd.
VELGEN
Controleer de staat van de velg en maak hem schoon als hij vuil is om
voortijdige verslechtering te voorkomen. Rijd niet met een beschadigde of
gescheurde velg die een ongeval kan veroorzaken.
KABELS
Controleer of de kabelpoorten niet los zitten of stuk zijn.
SCHROEF
Controleer de schroeven in de hoofdonderdelen, en zorg ervoor dat u ze
regelmatig vastdraait. Trillingen van het toestel tijdens het rijden veroorzaken
trillingen die de schroeven losmaken.
BATTERIJ
Voor uw veiligheid en een optimale werking van de batterij moet u deze altijd
opbergen in een droge, goed geventileerde ruimte, uit de buurt van vocht.
De batterij mag niet worden blootgesteld aan slagen of defecte bedrading
hebben.
WAARSCHUWING: Gebruik alleen de bijgeleverde batterij. Gebruik of laad
geen niet-oplaadbare batterijen op.
LADER
Zorg ervoor dat het snoer van de lader niet beschadigd is of dat de draden
blootliggen om kortsluiting te voorkomen. De ingangs- en uitgangsbussen
mogen niet beschadigd of vervormd zijn.
WAARSCHUWING: Gebruik alleen de lader die bij het product is geleverd.
151