Controle, Onderhoud En Reparaties - hymer 8473 Aufbau- Und Verwendungsanleitung

10.2.3 Met uitzetpoten en wielen zonder spindel:
▪ Producten zonder wielspindels dienen voor het verplaatsen te zijn
gedemonteerd tot op de hoogte waarvoor geen uitzetpoten meer
zijn benodigd.
▪ Vervolgens kan dan per uitzetpoot de de bovenste klem worden
losgemaakt en de uitzetpoot ca 1 cm van de ondergrond worden
10.2.4 Met rijbalk:
Voor verplaatsen zijn geen verdere voorbereidingsmaatregelen nodig.
10.3 Verplaatsen
▪ Voor verplaatsen dienen de omgevingsfactoren (o.a. electriciteits-
leidingen) welke tot een gevaarlijke situatie kunnen leiden, in acht te
worden genomen.
▪ Neem ook het risico op aanrijdingen met o.a. voetgangers, voertui-
gen of deuren in acht.
▪ Vermijd iedere botsing.
▪ Tijdens verplaatsen van het product mogen er zich geen voorwer-
pen of personen op het product bevinden.
▪ Uitsluitend voetstaps en met de hand in lengterichting of diagonaal
verplaatsen.
▪ Tijdens verplaatsen mag het product maximaal 2 % uit het lood
staan.
▪ De remmen van de wielen dienen te zijn ontgrendeld en moeten na
het verplaatsen weer worden vastgezet (rode hevel naar beneden).
11. Overige veiligheidsmaatregelen
▪ Het product mag niet door mechanische of elektrische hulpmidde-
len worden opgetild.
▪ Het product mag niet door een kraan of soortgelijke hijsinrichting
worden opgehesen.
▪ Het aanbrengen en gebruik van hijs- en hefi nrichtingen, bouwliften
of soortgelijk is niet toegestaan.
▪ Het is niet toegestaan om vanaf het product op andere constructies
en of gebouwen over te stappen.
▪ Het product mag niet met gelijkwaardige of andere constructies
worden verbonden met het doel over te kunnen stappen.
▪ Het aanbrengen van reclameborden, ommanteling of andere
consctucties die de windbelasting kunnen beinvloeden, is niet
toegestaan.
▪ Het product is niet ontworpen om als randbeveiliging van dakran-
den te dienen.

12. Controle, onderhoud en reparaties

▪ De onderdelen van het product dienen bij opbouw, demontage en
transport zorgvuldig te worden behandeld zodat beschadigingen
kunnen worden vermeden.
▪ Onderhoud en reparatie van het product dient er toe te leiden dat
de functionaliteit gewaarborgd blijft.
▪ Na gebruik overmatige vervuiling verwijderen.
▪ Gebruik van agressieve of schurende reinigingsmiddelen is niet
toegestaan.
▪ De gebruiker dient het product dagelijks op deugdelijke staat en
werking te controleren.
32
EN 1004-2 – nl
getild, waarbij de klem dan weer in de nieuwe positie wordt vastge-
zet.
▪ Demontage (tot op de laagste stahoogte vanaf waar uitzetpoten
zijn benodigd) is niet noodzakelijk wanneer de steiger binnen wordt
verplaatst.
▪ Na he t verplaatsen dient het product opnieuw met behulp van de
spindels (indien aanwezig) loodrecht te worden opgesteld. Het
product mag niet meer dan 1 % uit het lood te staan.
▪ De spindels dienen zo te zijn afgesteld, dat deze na het verplaat-
sen contact maken met de ondergrond, waarbij erop gelet dient te
worden, dat de belasting op de wielen blijft en niet op de uitzetpoten
terechtkomt.
▪ Wanneer het product geen wiel met spindel heeft, dan moet bij
iedere uitzetpoot achtereenvolgens de bovenste klem worden los-
gemaakt totdat de uitzetpoot weer op de ondergrond rust. Daarna
dient de klem weer in de nieuwe positie te worden vastgezet.
▪ Beklimmen is alleen aan de binnenzijde van het product toege-
staan.
▪ Het beklimmen van het product aan de buitenzijde of anders dan op
de voorziene wijze, is verboden.
▪ Er mag hooguit één platform worden belast.
▪ Er mag hooguit vanaf één platform worden gewerkt.
▪ Zolang de totale belasting niet wordt overschreden, mogen zich
meerdere personen op het platform bevinden.
▪ Het platform mag niet worden gebruikt als basis voor ander klimma-
terieel (ladders, trappen, kisten)of voor werkzaamheden die hoger
zijn dan de aangegeven maximale hoogte.
▪ Het is verboden om op de leuning rondom te staan.
▪ Niet leunen op de leuningen rondom.
▪ Het product dient tenminste één keer per jaar door een ter zake
kundig persoon te worden geinspecteerd.
▪ Indien het product met trillingen te maken krijgt, dan moeten bout-,
schoef- en andere verbindingen tenminste één keer per maand
worden gecontroleerd.
▪ Alle steigeronderdelen dienen regelmatig op beschadigingen te
worden geinspecteerd.
▪ De tijdsintervallen tussen deze controles zijn afhankelijk van
intenstiteit en gebruiksduur van het product en worden daarop
afgestemd.
2021-08 0095853 8473 TNR