Sony Alpha 500 Gebrauchsanleitung Seite 338

• De sluiter kan niet worden ontspannen als het onderwerp niet is
scherpgesteld.
• De lens zit niet goed vast. Zet de lens goed vast (blz. 17).
• Zet de belichtingsfunctie op M als er een astronomische telescoop, enz. op
de camera is aangesloten, en neem de opname.
• Voor het onderwerp is mogelijk speciale scherpstelling vereist (blz. 78).
Gebruik de scherpstelvergrendeling of de handmatige
scherpstellingsfunctie (blz.79, 82).
Het opnemen duurt erg lang.
• De ruisonderdrukkingsfunctie wordt ingeschakeld (blz. 130). Dit is
normaal.
• De opnamestand is ingesteld op het RAW-formaat (blz. 127). Omdat een
RAW-gegevensbestand groot is, kost opnemen in de RAW-modus meer
tijd.
• De Auto HDR is bezig met de verwerking van een beeld (blz. 96).
Het beeld is onscherp.
• Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Controleer de minimale
brandpuntsafstand van de lens.
• U bent opnamen aan het maken in de handmatige scherpstelfunctie, zet de
opnamefunctieschakelaar op AF (automatische scherpstelling) (blz. 77).
• Wanneer de Schakelaar scherpstellingsfunctie op de lens aanwezig is, stelt
u deze in op AF.
• Er is onvoldoende omgevingslicht.
Eye-Start AF werkt niet.
• Stel [Eye-Start AF] in op [Aan] (blz. 69).
• Druk de ontspanknop tot halverwege in.
De flitser werkt niet.
• De flitserfunctie is ingesteld op [Autom.flitsen]. Als u er zeker van wilt zijn
dat de flitser altijd afgaat, stelt u de flitserfunctie in op [Invulflits] (blz. 86).
Het duurt te lang voordat de flitser opnieuw is opgeladen.
• De flitser is binnen een korte tijd meerdere keren afgegaan. Als de flitser
meerdere keren achter elkaar is afgegaan, kan het opladen langer duren dan
gebruikelijk om oververhitting van de camera te voorkomen.
160
NL