Philips Lumea BRI959 Bedienungsanleitung Seite 135

136
Nederlands
Probleem
Het 'klaar om te flitsen'-
lampje knippert oranje en
alle 5 intensiteitslampjes
knipperen ook.
Het 'klaar om te flitsen'-
lampje gaat niet wit
branden.
Het apparaat geeft een
vreemde geur af.
Het apparaat flitst niet, de
ventilator werkt niet en de
lampjes van alle vijf de
intensiteitsstanden
knipperen.
De huid voelt gevoeliger
aan dan normaal tijdens de
behandeling. Gebruik van
het apparaat voelt
onbehaaglijk.
Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat moet worden
gereset.
Het apparaat maakt niet
volledig contact met uw huid.
Het lichtvenster of de
huidtintsensor is vuil.
U hebt de haren op het te
behandelen gebied niet goed
verwijderd. Deze haren
kunnen verbranden en de
vreemde geur veroorzaken.
Het opzetstuk is niet goed
bevestigd.
De lichtintensiteit die u
gebruikt is te hoog.
U hebt de haren op de te
behandelen gebieden niet
verwijderd.
Het UV-filter in het
lichtvenster is beschadigd.
U hebt een gebied behandeld
waarvoor het apparaat niet is
bedoeld.
Als u het apparaat wilt resetten, haalt u
de stekker uit het stopcontact en laat u
het apparaat ongeveer 30 minuten
afkoelen. Het apparaat moet nu weer
normaal werken. Als het apparaat niet
meer werkt, neemt u contact op met het
Philips Consumer Care Centre in uw land.
Plaats het apparaat loodrecht op de
huid, zodat het geïntegreerde
veiligheidssysteem contact maakt met
uw huid.
Reinig het lichtvenster en de
huidtintsensor zorgvuldig.
Verwijder het haar op uw huid voordat u
Lumea gebruikt.
Zorg dat u het opzetstuk volledig
bevestigd. Reinig indien nodig de
elektrische contactpunten van het
opzetstuk.
Controleer of u de juiste stand voor
lichtintensiteit hebt geselecteerd.
Selecteer zo nodig een lagere stand.
Verwijder het haar op uw huid voordat u
Lumea gebruikt.
Gebruik het apparaat niet als het UV-
filter is beschadigd. Neem contact op
met het Consumer Care Center in uw
land, uw Philips-dealer of een Philips-
servicecentrum.
Gebruik het apparaat nooit op de
volgende gebieden: binnenste
schaamlippen, anus, tepels, tepelhoven,
lippen, moedervlekken, sproeten,
tatoeages, piercings, binnenkant van de
neusgaten en oren en rond de ogen en
wenkbrauwen. Mannen mogen het
apparaat niet gebruiken op het gezicht
en de hals, waaronder alle gebieden met
baardgroei, en de geslachtsdelen.