Reiniging en opslag
1. Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is
verwijderd voordat u met reinigingswerkzaamheden begint.
2. Haal het filter eruit om stof van het oppervlak te verwijderen.
3. Gebruik een zachte doek met neutrale reiniger om stof of vuil van het oppervlak
van de machine te verwijderen.
4. Nadat het filter is gedroogd, installeert u het in de luchtreiniger en start u het
apparaat opnieuw op.
5. Als u het apparaat lange tijd niet gebruikt, zorg er dan voor dat het droog is; doe
de stofhoeszak op en plaats deze op een koele en goed geventileerde plaats.
6. Om ervoor te zorgen dat het apparaat goed werkt, moet u het af en toe een paar
minuten inschakelen.
Merk op:
Laat bij het reinigen van de luchtuitlaat geen water in het apparaat vallen.
32