Technische Gegevens; Probleemoplossing - Niko 310-0190X Handbuch

310-0190X
Gebruik van de regelknop
drukken
draaien
snel draaien
traag draaien
Opgelet: De dimmer wordt nooit elektrisch van de netspanning gescheiden. Alle onderdelen blijven onder
netspanning staan, ook al is de belasting (zoals het licht) uitgeschakeld.
4.4. Geheugenfunctie
Gebruik
De dimmer is standaard ingesteld zonder geheugenfunctie. Met de vierde dipswitch achter de regelknop zet
je deze functie aan of uit:
Stand van dipswitch
dipswitch naar boven
dipswitch naar beneden geheugenfunctie uit
Het laatst bereikte dimniveau voordat je de dimmer uitschakelt, wordt opgeslaan in het permanente geheugen van
de dimmer als de geheugenfunctie geactiveerd is. Deze waarde gaat niet verloren bij een stroomonderbreking.
Als je de geheugenfunctie activeert, schakelt de dimmer de eerste keer in op het door Niko gekozen dimniveau.
Daarna wordt de verlichting gedimd volgens de laatst ingestelde waarde.
Dimprofielen LED 5, LED 6, LED 7 en LED 8 gebruiken met de geheugenfunctie
De dimprofielen zijn zo opgebouwd, dat de dimmer kort op de maximale lichtsterkte (voor LED 5 en LED 6) )
of op 50 % van de lichtsterkte (voor LED 7 en LED 8) ) aangeschakeld wordt om daarna over te gaan naar zijn
geheugenstand. Zo kan elke dimbare spaarlamp of dimbare ledlamp worden aangeschakeld.

5. PROBLEEMOPLOSSING

Algemeen: De werking van de dimmer kan worden verstoord door CAB-signalen die over het net verstuurd
worden. Dit is geen defect.
Probleem Oorzaak
De dimmer werkt niet. De rode De netspanning is niet aange-
led op de dimmer brandt niet. sloten.
De draad is defect.
De dimmer werkt niet. De rode De belasting is niet aangesloten.
led op de dimmer brandt.
De lamp of de draad is defect.
Het minimale dimniveau is te laag
ingesteld.
Het dimprofiel is verkeerd.
De dimmer schakelt zichzelf De beveiliging tegen thermische
uit. De rode led op de dimmer overbelasting (te hoge tempera-
knippert. tuur) en kortsluiting is in werking
getreden.
Het dimprofiel is verkeerd.
2
NL nv Niko sa Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: support@niko.eu — www.niko.eu
Resultaat
Je schakelt het licht aan of uit.
Je regelt de lichtsterkte. Zodra je de maximale lichtsterkte bereikt
hebt, blijft het dimniveau onveranderd.
Je zorgt voor een snelle daling of stijging van de lichtsterkte.
Je stelt de lichtsterkte preciezer af.
Resultaat
geheugenfunctie aan
Actie
Sluit het toestel aan op de
netspanning.
Vervang de draad.
Sluit de belasting correct aan
volgens het aansluitschema.
Vervang de lamp of de draad.
Verhoog het minimumdimniveau
of gebruik een profiel met
boostfunctie (LED 3, LED 4,
LED 7 of LED 8).
Kies een ander profiel en pas het
minimumdimniveau aan.
Controleer of de lamp dimbaar
is. Dit wordt op de verpakking
aangegeven met het volgende
symbool:
Controleer of de belasting niet te
hoog is. Hou hierbij rekening met
het blinde vermogen van gewik-
kelde transformatoren.
Controleer de temperatuur in de
inbouwdoos (max. 35 °C).
Controleer of er gemengde
belastingen gebruikt zijn, en
zorg ervoor dat slechts één type
lampbelasting in de lichtkring zit.
Voor dimbare ledlampen: test
alle lampprofielen één voor één
en kies het profiel dat het beste
werkt. Dimbare ledlampen die
een boostfunctie nodig hebben
(die bij minimale dimming niet
opstarten) kan je sturen met
lampprofielen LED 3, LED 4,
LED 7, of LED 8.
Voor gloeilampen en halo-
geenlampen met elektronische
transformator kies je lampprofiel
LED 1.
Voor halogeenlampen met
gewikkelde transformator kies je
lampprofiel LED 2.
Voor dimbare spaarlampen kies
je een lampprofiel met boost-
functie: LED 3 of LED 4.
Probleem Oorzaak
De lamp flikkert. De lamp is niet dimbaar.
Het minimale dimniveau is te laag
ingesteld.
Het dimprofiel is verkeerd.
Er treedt CAB-storing op.
De lamp is niet geschikt.
De dimmer is defect.
De lamp kan niet uitgeschakeld Er onststaan lekstromen omwille
worden. van bepaalde dimbare ledlampen
of dimbare spaarlampen met
een lage elektrische belasting.
Lekstromen kunnen eveneens
ontstaan door capacitieve ef-
fecten van lange bekabeling.

6. TECHNISCHE GEGEVENS

voedingsspanning
montage
gewicht
eigen verbruik
max. temperatuur van de behuizing (Tc) bij 35°C (Ta) 90°C
max. omgevingstemperatuur (Ta)
vermogen*
max. draaddiameter per aansluitklem
min. belasting
beveiliging
max. afstand tussen dimmer en
draaiknopextensie(s)
beschermingsgraad
normen
(*) Het te dimmen vermogen daalt met 10% per 5°C dat de omgevingstemperatuur van 35°C overschreden wordt.
100 %
95 %
90 %
85 %
80 %
75 %
70 %
65 %
60 %
55 %
50 %
0 10 20
Omgevingstemperatuur (°C)
Door meerdere dimmers boven elkaar te plaatsen, of in een isolerende muur (plaaster of hout), kan het zijn dat
de temperatuur van de dimmer oploopt boven 35 °C. Bovenstaande vermogensgrafiek is dan van toepassing.
7. WAARSCHUWINGEN VOOR INSTALLATIE
De installatie van producten die permanent onderdeel zullen uitmaken van de elektrische installatie
en die gevaarlijke spanningen bevatten, moet worden uitgevoerd door een erkend installateur en
volgens de geldende voorschriften. Deze handleiding moet aan de gebruiker worden overhandigd.
Het moet bij het dossier van de elektrische installatie worden gevoegd en worden overgedragen aan
eventuele nieuwe eigenaars. Bijkomende exemplaren zijn verkrijgbaar via de website of Niko customer services.
8. CE-MARKERING
Dit product voldoet aan alle toepasselijke Europese richtlijnen en verordeningen. Voor radioapparatuur
verklaart Niko nv dat de radioapparatuur uit deze handleiding conform is met Richtlijn 2014/53/EU.
Indien van toepassing, kan de volledige tekst van de EU-conformiteitsverklaring geraadpleegd worden op www.
niko.eu.
9. MILIEU
Dit product of de bijgeleverde batterijen mag u niet bij het ongesorteerd afval gooien. Breng uw
afgedankt product naar een erkend verzamelpunt. Net als producenten en importeurs speelt ook u
een belangrijke rol in de bevordering van sortering, recycling en hergebruik van afgedankte elektrische
en elektronische apparatuur. Om de ophaling en verwerking te kunnen financieren, heft de overheid
in bepaalde gevallen een recyclingbijdrage (inbegrepen in de aankoopprijs van dit product).
Actie
Controleer of de lamp dimbaar
is. Dit wordt op de verpakking
aangegeven met het volgende
symbool:
Verhoog het minimumdimniveau
of gebruik een profiel met
boostfunctie (LED 3, LED 4,
LED 7 of LED 8)..
Kies een ander profiel en pas het
minimumdimniveau aan.
Raadpleeg de FAQ over dimmen
op www.niko.eu/faq
Vervang de lamp als ze flikkert
tijdens het op- of neerdimmen.
Vervang de dimmer
Plaats een andere lamp met een
hogere minimale elektrische
belasting. Of plaats een
ledcompensator (09-016-10
of 310-0500x) over de lamp,
tussen de schakeldraad en de
nulleider.
230 Vac ± 10%, 50 Hz
inbouwdoos met inbouwdiepte van min. 40 mm
± 70 g
< 0,5 W
zie onderstaande vermogensgrafiek
afhankelijk van de omgevingstemperatuur
(zie onderstaande vermogensgrafiek)
2 x 2,5 mm²
5 W
beveiligd tegen thermische overbelasting en
kortsluiting
75 m
IP20 (zonder centraalplaat en afdekplaat)
EN60669-2-1
30 40 50
PM310-0190XR20204
60