Vorel 17730 Originalanleitung Seite 32

NL
Voorafgaand aan werkzaamheden op de ladder deze gebruiksaanwijzing lezen en bewaren. Geef bij het overdragen van
de ladder de gebruiksaanwijzing mee.
VOORAFGAAND AAN GEBRUIK
Zorg voor voldoende lichamelijke conditie om de ladder te gebruiken. Bepaalde medische aandoeningen of overmatig gebruik van
medicijnen, alcohol of drugs kunnen gebruik van de ladder gevaarlijk maken.
Zorg bij het transport van de ladder op dakdragers of in een vrachtwagen dat de ladder goed geplaatst is zodat deze niet be-
schadigd raakt.
Controleer na de levering en voorafgaand aan het eerste gebruik of alle onderdelen in goede staat verkeren.
Aan het begin van elke werkdag waarop een ladder wordt gebruikt, moet een visuele controle worden uitgevoerd om na te gaan
of de ladder niet beschadigd is en of hij veilig kan worden gebruikt.
Regelmatige en periodieke inspecties zijn vereist voor professioneel gebruik.
Zorg ervoor dat de ladder geschikt is voor het betreff ende geplande werk.
Gebruik geen beschadigde ladder.
Verwijder vuil van de ladder, zoals verse verf, modder, olie of sneeuw.
Voorafgaand aan het gebruik van de ladder moet een risicobeoordeling worden uitgevoerd die rekening houdt met de landelijke
voorschriften.
LADDER PLAATSEN EN OPZETTEN
Een ladder dient in de juiste positie te worden opgezet. Zo moet een enkele ladder bijvoorbeeld worden geplaatst onder een
geschikte hoek (een hellingshoek van ongeveer 1:4) met de treden of sporten horizontaal, en moet een dubbele ladder volledig
gespreid staan.
Indien de ladder is voorzien van vergrendelingen, moeten deze volledig worden toegepast voordat de ladder mag worden gebruikt.
De ladder moet op een egaal, horizontaal en onbeweegbaar oppervlak worden geplaatst.
De ladder bij het kantelen laten steunen op een vlakke, onbreekbare ondergrond en voorafgaand aan gebruik beveiligen, bijvoor-
beeld door de ladder vast te binden of geschikte stabiliserende uitrusting te gebruiken.
Ladders mogen nooit van bovenaf worden opgezet.
Bij het positioneren van een ladder moet rekening worden gehouden met het risico op botsingen tegen de ladder, bijvoorbeeld door
voetgangers, voertuigen of deuren. Voor zover mogelijk deuren (behalve nooduitgangen) en ramen in het werkgebied beveiligen.
Identifi ceer alle elektrische gevaren op de werkplek, zoals bovengrondse leidingen of andere blootliggende elektrische uitrusting.
Ladders moeten op hun voeten worden geplaatst, nooit op de sporten of treden.
Ladders mogen niet worden opgezet op gladde oppervlakken (bv. ijs, glanzende oppervlakken of sterk verontreinigde vaste
oppervlakken), tenzij aanvullende maatregelen zijn getroff en om te voorkomen dat de ladder wegglijdt of tenzij met zekerheid is
vastgesteld dat het verontreinigde oppervlak schoon genoeg is.
LADDER GEBRUIKEN
De maximale totale belasting voor het gegeven type ladder en platform niet overschrijden.
Niet reiken. Tijdens werk op de ladder dient de gebruiker dient de gesp van zijn riem (navel) binnen de verticale ladderbomen te
houden en beide voeten op dezelfde sport/trede.
Stap niet van een hellende ladder naar een hoger niveau zonder extra bescherming, zoals het vastmaken van de ladder of het
gebruik van geschikte stabiliserende uitrusting.
Gebruik geen dubbele ladder om een hoger niveau te bereiken.
Ga niet staan op de drie hoogste sporten/treden van een enkele ladder.
Ga niet op de twee hoogste sporten/treden staan van een dubbele ladder zonder platform en horizontale ladderbomen voor de
handen/knieën.
Ga niet staan op de vier hoogste treden/sporten van een dubbele ladder met een aanvullende uitschuifbare ladder.
Ladders mogen alleen korte tijd en voor lichte werkzaamheden worden gebruikt.
Gebruik een niet-geleidende ladder in geval van onvermijdelijk werk in de buurt van apparaten onder spanning.
Gebruik de ladder niet buiten bij slechte weersomstandigheden, zoals harde wind.
Tref maatregelen om te voorkomen dat kinderen op de ladder gaan spelen.
Voor zover mogelijk deuren (behalve nooduitgangen) en ramen in het werkgebied beveiligen.
Tijdens het beklimmen van of afdalen van de ladder altijd met het gezicht naar de ladder toe staan.
Tijdens het beklimmen van of afdalen van de ladder deze stevig vasthouden.
Gebruik een ladder niet als brug.
Tijdens het beklimmen van of afdalen van de ladder geschikt schoeisel dragen.
Vermijd overmatige zijwaartse krachten, die bijv. ontstaan door boren in baksteen of beton.
Verblijf niet langdurig op een ladder zonder regelmatig te pauzeren (vermoeidheid is gevaarlijk).
Een enkele ladder die wordt gebruikt om een hoger niveau te bereiken, moet ten minste 1 meter boven het steunpunt uitsteken.
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
32