Vastzetinrichting - Carl Stahl Kromer 7230 Betriebsanleitung

Een veiligheidsketting die belast is door een neergestorte
gewichtscompensator moet onmiddellijk worden vervan-
gen. In dat geval moet tevens de behuizing worden vervan-
gen.
Het instellen van het draagvermogen
De gewichtscompensator is in de fabriek ingesteld aan de
maximale last zoals die geldt voor dit type/voor deze con-
structie.
Hang de last vast en steek een steeksleutel SW 17 op de
worm (9). Draai de sleutel in de richting van het symbool „-"
totdat de ge-wichtscompensatie op de vasthangende
werklast exact is bereikt.
Ontspan de veer niet verder dan de minimumlast
zoals die geldt voor dit type/voor deze constructie!
Binnen het bereik van de draaglast van de gewichtscom-
pensator kan (overeenkomstig de gegevens op het type-
aanduidingsplaatje [1]) een traploze instelling worden
verricht: De veercapaciteit wordt aan lichte lasten aange-
past door de voorspanning in de richting van het symbool
„-" te verminderen en ze wordt aan zwaardere lasten aange-
past doordat men de arreteergrendel van de veer in „+"-
richting draait.
De maximale voorspanning van de gewichtscompensator
wordt verkregen door de worm (9) ong. X omwentelingen in
de „+"-richting te draaien:
7230/7231 - 01
7230/7231 - 02
7230/7231 - 03
7230/7231 - 04
7230/7231 - 05
7230/7231 - 06
Span de veer niet verder dan deze maximale voor-
spanning!
Automatische arrêtering/type 7231
De automatische arretering bij het type 7231 maakt een
blokkering van de kabelintrekking mogelijk zodra een wille-
keurige positie wordt bereikt. Breng daartoe de vasthan-
gende last langzaam in de richting van de kabeltrek en wel
totdat de kabeltrommel is gearreteerd. De kabeltrommel
wordt door plotseling uittrekken van de kabel weer in wer-
king gesteld. De automatische arretering hoeft niet te wor-
den ingesteld.
De automatische arrêtering mag niet worden
gebruikt voor het wisselen van de last!
De kabellengte instellen
De gewichtscompensator wordt af fabriek geleverd met een
langere kabel, zodat de kabellengte speciaal aan de
omstandigheden ter plaatse kan worden aangepast. De
kabellengte wordt versteld met behulp van de kabelkoppe-
ling (7). Als de kabel is verlengd of ingekort moet het losse
uiteinde van de kabel met behulp van de meegeleverde per-
sklem (8) (resp. met een klem volgens DIN 3093 dl. 1 t/m 3)
worden verperst; het uitstekende uiteinde van de kabel
dient dan vlaksluitend te worden afgesneden.
Tussen de kabelklem (6) en de kabelkoppeling (7)
moet een minimumafstand overblijven van 100 mm!
X = ca. 9,5
X = ca. 7
X = ca. 7
X = ca. 4,5
X = ca. 4,5
X = ca. 5
Kabelintrekbegrenzing /
de kabeluittrekking instellen
De kabelintrekbegrenzing kan worden versteld door de ela-
stische kabelintrekbegrenzing (5) en de kabelklem (6) gewo-
on te verschuiven. De kabelklem moet telkens goed worden
geborgd.
De maximale kabeluittrekking mag (ook bij verleng-
de kabel) niet overschreden worden!

Vastzetinrichting

Dankzij de vastzetinrichting bij de types 7230 en 7231 (10) is
het mogelijk om de kabelhaspel voor een last- of kabelwis-
sel te blokkeren zonder de veer te ontspannen. Daartoe
moet de bout met de lange spleet (10) met een schroeven-
draaier 90° naar rechts of naar links worden gedraaid.
Zorg ervoor dat de kabelhaspel goed is gearreteerd:
Een terugschietende kabel als gevolg van het feit
dat de kabeltrommel wordt gedeblokkeerd, is
gevaarlijk en kan de veer bovendien onherstelbaar
beschadigen.
Als de last of de kabel is vervangen moet u de werklast
vasthangen en moet u de kabeltrommel deblokkeren. Dat
doet u door de vastzetbout opnieuw in te drukken en ver-
volgens ontlastend 90° naar rechts of naar links te draaien
totdat hij in de oorspronkelijke stand terugspringt.
Onderhoud/Controle
De gewichtscompensator moet permanent worden onder-
houden. Alle aan de buitenkant liggende bewegende delen
moeten worden ingevet. Dat geldt ook voor de wrijfvlakken
aan de ophanging en de karabijnhaak. De levensduur van
de kabel wordt aanzienlijk verlengd als men hem onder-
houdt met een zuurvrij vet.
De ophanging en de kabel dienen permanent te worden
gecontroleerd (DIN 15020 dl. 2). Indien beschadigingen
zoals bijv. gescheurde kabeldraad zichtbaar is, moet u de
kabel van de gewichtscompensator onmiddellijk vervangen.
Als het noodzakelijk is om de kabel, de veer of andere delen
van uw gewichtscompensator te vervangen, dan kunt u bij
onze service voorgemonteerde groepen reserve-onderdelen
bestellen.
Instandhouding
De volgende beschrijving heeft uitsluitend betrekking op de
door ons voorgemonteerde groepen reserve-onderdelen
„kabel", „veer", „kabelhaspel", „huis" en „ophanging".
U mag uitsluitend originele reserve-onderdelen
gebruiken!
Als u deze groepen reserve-onderdelen vervangt, moet u de
handleiding raadplegen die met elk apparaat wordt meege-
leverd.
15