2. Rijden met de rolstoel via de bedieningskast
2.1
Aan- en uitzetten van de bedieningskast
Om met de rolstoel te kunnen rijden of om de elektrische verstellingen te kunnen
bedienen moet de bedieningskast aan worden gezet. Druk daartoe op de aan/uitknop
(B in afb. 1.2).
2.2
Rijden met de rolstoel
Het rijden met de rolstoel gebeurt via de joystick. Beweeg de joystick naar voren en de
rolstoel zal zich naar voren bewegen. Stuur naar links en rechts en de rolstoel zal
draaien.
2.3
Snelheid
De maximum snelheid is te regelen via de snelheidsregelaar op de bedieningskast (L in
afb. 1.2). In het beeldscherm geeft een snelheidsbalk grafisch de maximale snelheid
weer (D8 in afb. 1.3). Tijdens het rijden is de snelheid te reguleren via de joystick. Als
de joystick een klein beetje wordt verplaatst dan is ook de snelheid langzamer.
NB: De maximale snelheid kan variëren per rijprofiel!
2.4
Rijprofiel
Deze bedieningskast kan gebruik maken van meerdere rijprofielen. Zo kan een rijprofiel
voor binnengebruik de stoel 'rustig' laten reageren. Voor buiten is het mogelijk om de
stoel 'pittiger' af te stellen. De profielen zijn weergegeven door en nummer en het
nummer van het huidige profiel staat in het beeldscherm (D7 in afb. 1.3). Met DX2
REM550 is het mogelijk om binnen ieder profiel de maximum snelheid te regelen.
2.5
Kiezen van een rijprofiel
Om het profiel te wijzigen moet de profileknop ingedrukt worden (L in afb. 1.2). Druk op
de "plus" of "min" totdat het door u gewenste profiel is geselecteerd.
10