FOTO-ELEKTRISCH ROOK- EN
BRANDALARMSYSTEEM
Getest conform EN 14604:2005 waar van toepassing.
Vandaag de dag zijn twee verschillende soorten
rookmelders verkrijgbaar: het ionisatiealarm en de
foto-elektrische rookmelder. Hoewel beide soorten
geschikt zijn voor algemeen huishoudelijk gebruik,
reageert een ionisatiealarm sneller op oplaaiende
vlammen. De foto-elektrische rookmelder echter
reageert gevoeliger op langzaam aanwakkerend
kruipvuur. Omdat huisbranden zich op verschillende
manier ontwikkelen en men de grootte ervan niet op
voorhand kan inschatten, is het moeilijk te zeggen
welk alarm als eerste een waarschuwing zal geven.
Daarom is het voor optimale huisveiligheid raad-
zaam minstens zowel een ionisatiealarm als een
foto-elektrische rookmelder in te bouwen.
AANBEVOLEN LOCATIES VOOR ALARMSYSTEMEN
• Monteer het rookalarmsysteem centraal in de
slaapkamer. Probeer vluchtwegen te voorzien
vanuit de slaapkamers, want meestal liggen ze het
verst verwijderd van de uitgang. Indien er meerde-
re slaapkamers zijn, monteert u systemen in iedere
kamer.
• Monteer alarmsystemen om de trappen te beveili-
gen, want trappen werken al vlug als schoorstenen
en breiden de rook en de brand uit.
• Monteer minstens één systeem per etage.
• Monteer een rookalarmsysteem in die kamers,
waarin rokers slapen of waarin zich elektrische
apparaten bevinden.
• Rook en andere verbrandingsresten stijgen naar
boven tot het plafond en verbreiden zich horizon-
taal. Monteer rookalarmsystemen aan in het
midden van het plafond, want dit is het punt waar
de rook het snelst wordt gedetecteerd. In gewone
residentiële gebouwen wordt plafondmontage
aanbevolen. In caravans is een montage op de bin-
nenwand vereist, om een thermale barrière, dat
zich aan het plafond kan opbouwen, te vermijden.
• Als u het rookalarmsysteem aan het plafond instal-
leert, dient u er rekening mee te houden dat het
minsten 50 cm van de zijmuur en 61 cm van ieder
hoek moet verwijderd zijn (zie diagram A).
DIAGRAM A
Plafond
Hitte en rook van
een brand
Dode ruimte,
nooit hier
Best hier
Typische installatie
Typische installatie
én verdieping
meerdere verdieping
Keuken
Slaapkamer
Bad-
kamer
Woonkamer
Slaapkamer
Slaapkamer
Woonkamer
Rookdetector voor minimale beveiliging
Rookdetector voor aanvullende beveiliging
VERMIJD DEZE PLEKKEN
MONTEER HET ROOKALARMSYSTEEM NIET IN:
• Keukens - kookdampen kunnen het alarm ongewild
activeren
• Garage - verbrandingsresten worden gegenereerd
wanneer u uw auto opstart
• Voor verwarmingen of airconditionings
• Op het hoogste punt van een A-vormig dak
• In ruimten waar de temperatuur onder 5 graden
Celsius zakt of boven 45 graden Celsius stijgt.
• Monteer geen rookmelders op het plafond van een
caravan of gelijkaardige ruimten. Zonnestralen ver-
warmen het dak en de lucht bovenaan in de kamer.
Hete lucht aan het plafond kan verhinderen dat de
rook van een gevaarlijk kruipvuur de rookmelder
bereikt
HET ROOKALARMSYSTEEM WERKT NIET ZONDER
BATTERIJ. EEN NIEUWE, PASSENDE BATTERIJ
MOET WORDEN GEPLAATST ZODRA HET BATTERIJ-
SIGNAAL LUIDT. ZO NIET, WERKT HET ALARM NIET.
TEST DIT WEKELIJKS. LEES ALLE HANDLEIDIDIN-
GEN EN VOLG ZE OP, OM ZO TE VERZEKEREN DAT
HET ALARMSYSTEEM CORRECT WERKT.
CREËR EEN VLUCHTPLAN EN OEFEN HET
BASISREGELS VOOR EEN VLUCHTPLAN
• Teken een plan van de etage, waarop alle deuren en
venster zijn aangeduid en minstens twee vluchtwe-
gen vanuit iedere kamer worden gemarkeerd. Voor
vensters op de tweede etage, kan een touw of een
ladder worden gebruikt
• Werk samen met alle huisbewoner een vluchtplan
uit en leg iedereen uit wat ze moeten doen in geval
van brand
• Duid een trefpunt aan buiten het huis, in geval van
brand
• Maak iedereen vertrouwd met het geluid van het
rookalarmsysteem. Leg aan iedereen uit dat ze het
huis moeten verlaten zodra ze dit geluid horen.
• Markeer de kinderkamers met rode stickers aan de
bovenlinkerhoek van het venster. De stickers zijn
verkrijgbaar bij uw lokale brandweer
• Houd een brandoefening minstens om de 6 maan-
den. Deze oefeningen helpen u uw vluchtplan te
testen. Het kan zijn dat, in geval van nood, u uw
kinderen niet kunt helpen. Daarom is het belangrijk
dat ze zelf weten wat te doen in geval van nood.
WAT TE DOEN BIJ EEN ALARMSIGNAAL
• Verlaat onmiddellijk het huis volgens het vlucht-
plan. Iedere seconde telt - verlies dus geen tijd met
aankleden of het meenemen van waardevolle
objecten.
• Bij het verlaten van het huis moet u aan het opper-
vlak van iedere deur voelen vóór u ze opent. Als de
deur heet is of als u rook ziet binnenstromen van-
onder de deur, doe dan de deur niet open! Gebruik
in dat geval de alternatieve vluchtweg. Als het op-
pervlak van de deur koel is, duwt u er uw schouder
tegen, opent u de deur lichten en houdt u zich pa-
raat voor het geval dat hitte en rook binnendringen
• Wanneer de lucht gevuld is met rook, houdt u zich
zo dicht mogelijk tegen de vloer. Adem door een
doek, indien mogelijk een nat doek!
• Wanneer u buiten bent, gaat u naar de afgesproken
verzamelplaats en controleert u of alle bewoners
61 cm min.
daar zijn
• Bel de brandweer vanuit het huis van uw buren -
niet vanuit uw huis!
• Ga niet terug in het huis tot de brandweer dit
toelaat
VALS ALARM
Het rookalarmsysteem zou vals alarm moeten mini-
maliseren. Sigarettenrook activeert normaal gezien
het alarm niet, tenzij de rook direct in het alarm wordt
geblazen. Verbrandingspartikels, die ook tijdens het
koken kunnen ontstaan, kunnen een alarm activeren,
als het apparaat zich in de buurt van kookhaarden
bevindt. Bij het koken worden gewoonlijk grote
hoeveelheden van verbrandingspartikels en rook
gegenereerd. Als het systeem een alarm meldt, dient
Gang
Slaapkamer
u eerst te controleren of er werkelijk
brandhaarden bestaan. Als u een brand ontdekt, belt u
Familiekamer
onmiddellijk de brandweer. Als er geen brand is,
Ingang
controleert u of één van de hierboven vermelden
oorzaken het alarm heeft geactiveerd.
OPGELET: Wanneer het onzeker is of het werkelijk een
alarm is, moet worden verondersteld dat inderdaad
een vuur het alarm heeft veroorzaakt en moet onmid-
dellijk de woning worden geëvacueerd.
GEBRUIK, TEST EN REINIGING
GEBRUIK: Het rookalarmsysteem werkt zodra er bat-
terijen worden ingelegd. Wanneer verbrandingsparti-
kels in de lucht worden gedetecteerd, klinkt een luid
alarm, dat ophoudt zodra de lucht opnieuw zuiver is.
TEST: Test het systeem door de testknop minstens 4
seconden lang ingedrukt te houden tot het alarm luidt.
Daarbij wordt een zelftestprogramma geactiveerd. Het
alarm gaat af, wanneer de elektronische kringloop
tussen het alarmsignaal en de batterij functioneert.
Het wordt uitdrukkelijk aanbevolen, het apparaat
WEKELIJKS TE TESTEN, OM ZO DE CORRECTE
WERKING ERVAN TE GARANDEREN. Als er geen
alarm klinkt, kan de batterij defect zijn. Probeer het
opnieuw met een nieuwe batterij. De geluidsemissie in
geval van alarm bedraagt minstens 85 dB(A).
BESCHERM HET MILIEU EN VOER DE BATTERIJEN
RECHTMATIG AF.
REINIGING: De rookmelder heeft bijna geen onder-
houd nodig. Toch moet regelmatig worden bevrijd van
stof. Dit kan met de stofzuiger worden gedaan, waar-
bij u alle kanten van de rookmelder afzuigt.
VERVANGEN VAN DE BATTERIJEN
Voor de rookmelder zou bij normaal gebruik de mee-
geleverde 9 V DC batterij minstens een jaar moeten
duren. De rookmelder heeft een indicator voor zwakke
batterijen, er klinkt een hoorbaar 'tsjilpen'. Het werkt
met intervallen van 30-40 seconden en duurt min-
stens 30 dagen. Vervang de batterij wanneer u dit
indicatiegeluid hoort. Gebruik uitsluitend 9 V DC bat-
terijen (verkrijgbaar in de meeste handelszaken die
huishoudwaren of elektrische apparatuur verkopen.
Type carbon-zink:
Eveready #216; Gold Peak #1604P (UL); Gold Peak
#1604S; Gold Peak #1604G; Premisafe #G6F22.
Alkalische types:
Eveready Energizer #522; Gold Peak #1604A; Vinnic
AM9V; Duracell #MN1604.
Enkel vervangen met dezelfde of gelijkwaardige
batterijen
Telkens wanneer de batterij werd vervangen, moet de
werking van het apparaat worden getest aan de hand
van de testknop. Wanneer het alarmsignaal niet
correct functioneert, neemt u contact op met de fabri-
kant.
NUTTIGE VEILIGHEIDSMAATREGELEN
In bepaalde situaties kan een rookalarmsysteem niet
effectief beschermen tegen brand zoals vastgelegd in
de standaard NFPA 74. Bijvoorbeeld:
• Bij het roken in bed
• Bij kinderen, die zich zonder toezicht in het huis
bevinden
• Bij het schoonmaken met ontvlambare vloeistoffen
(benzine)
INSTALLATIE EN MONTAGE
Uw rookalarmsysteem kan gewoon aan het plafond
worden gemonteerd. Alle bevestigingsmateriaal wordt
meegeleverd bij ieder rookalarmsysteem. Eerst houdt
u de montageplaat tegen het plafond en markeert u
2 boorgaten. Boor de gaten op de gemarkeerde
plaatsen en bevestig de montageplaat met de meege-
leverde schroeven aan het plafond.
Aan houtverkledingen of balken boort u nu met een
2,5 mm boor tot ong. 20 mm diep en bevestigt u een
drager met de meegeleverde schroeven.
Bij beton of metselwerk gebruikt u een 5,5 mm boor
en boort u 25- 30 mm diep. Controleer of de ankerhul-
zen goed vastzitten in de boorgaten, zo niet, zoekt u
een andere plaats voor de rookmelder.
Daarna legt u de batterij erin en bevestigt u het alarm-
systeem aan de montageplaat. Het systeem is uitge-
rust met een veiligheidsinrichting, die verhindert het
systeem zonder batterij wordt gemonteerd op de
montageplaat. Wanneer uw rookalarmsysteem niet in
de montageplaat past, controleert u of de batterijen er
correct inzitten.
FABRIKANT
BAT
Lindenstrasse 35
D-72074 Tübingen
inl@bat-tuebingen.de
exp@bat-tuebingen.de
1134
1134-CPD-028
07
EN14604
Rauchalarm SD-131HS