Technische Gegevens - Ferroli FZ4B Bedienungsanleitung

1. OVERZICHT
BINNENAANZICHT KAART
6
7
ONDERDELEN KIT
Aantal Beschrijving
1 Kaart FZ4B
2 NTC-sensor L=2500mm
1 Zakje voor schroeven
6 Kabelklem
12 Zelftap. schroef TC 3.5x19 UNI6954
2 x 2 Pluggen D.5x25
2 x 2 Schroef 4x30 TPS
1 Handleiding FZ4B
1 Kaart SKI6504
2. INSTALLATIE
2.1 MONTAGE
Let op!
Verzeker u ervan, voordat u het omhulsel opent, dat de netspanning volledig losgekoppeld is.
De montage mag uitsluitend uitgevoerd worden in afgesloten en droge ruimtes. Om een goede werking te garanderen, opletten dat er op de plaats van installatie geen sterke elektromagnetische velden aanwezig zijn. De regelaar moet gescheiden zijn van het
elektriciteitsnet met behulp van een extra voorziening (met een minimumafstand voor loskoppeling op alle polen van 3 mm), of met behulp van een loskoppelingsvoorziening die voldoet aan de geldende voorschriften. Let er tijdens de installatiefase op dat de
aansluitingskabel op het elektriciteitsnet en de bedrading van de sensor gescheiden blijven.
2.2 INSTALLATIE
Verwijder, voor de installatie, het voorste deel van de box door een schroevendraaier op
punt 1 (afb. 3) als hefboom te gebruiken; til vervolgens het voorste deel van de box op
zoals aangegeven in punt 2 (afb. 3):
2.3 TOEWIJZING VAN DE KLEMMEN
Nadat de elektrische voeding naar de verwarmingsketel is losgekoppeld, de bedrading uitvoeren met gebruik van de klemmenbord dat op de regeleenheid van de zones (fi g. 4) zit.
Gebruik voor de laagspanningsaansluitingen (klemmen: 17-33) draden met een doorsnede van max. 2,5mmq, let erop dat ze niet volgens hetzelfde parcours lopen als de draden van de netspanning. De kabels mogen niet langer zijn dan 50 m. Gebruik voor de
netspanningsaansluitingen (klemmen 5-16) en Aarde (klemmen 1-4), draden met een doorsnede van max. 4,0mmq.
Op de klemmen 5(L) en 6(N) moet de permanente elektrische voeding van de zone-regeleenheid worden aangesloten; op de klemmen 32 en 33 (BLR) moet de communicatiedraad met de kaart van de verwarmingsketel worden aangesloten (klemmen Klokthermo-
staat OpenTherm); op de klemmen 30 en 31 (T4) moet een eventuele Externe Sonde (optioneel) worden aangesloten als de aansluiting niet beschikbaar is in de kaart van de verwarmingsketel. Gebruik voor de rest van de bedrading de schema's die weergegeven
zijn in de volgende paragrafen.
De omgevingsregeling kan plaatsvinden met behulp van de Klokthermostaat (OpenTherm) en/of de Omgevingsklokthermostaten (alleen met schoon contact). Aanbevolen wordt echter gebruik te maken van minstens een Klokthermostaat om de instellingen
gebruiker en installateur te vergemakkelijken.
Verzoek aan generator
Afhankelijk van het type schema dat beheerd moet worden kan de zone-regeleenheid op 3 verschillende manieren om warmte vragen aan de generator.
Dus allereerst is het nodig een van deze 3 manieren te kiezen:
NL

TECHNISCHE GEGEVENS

Omgevingstemperatuur
Werkwijze -10°c ÷ +60°C
Opslag en transport: -25°C ÷ +80°C
Maximale omgevingsluchtvochtigheid: 90% a 40°c
Montage: aan de wand
Range elektrische voeding: 230Vac +10% -15%, 50Hz
Totale stroomopname: 5VA @ 230Vac (zonder belasting)
Kenmerken uitgangen 230Vac: Nominale stroom relais uitgang = 5A@250Vac (maximaal toegestane belasting: 1A 230Vac cos φ 0.7)
Kenmerken zekering: 2 x 250Vac 2A fast 5x20
Bevestig daarna het achterste deel van de regelzone met de set bijgeleverde schroeven aan de wand (afb. 4).
Voer de bedrading uit volgens de schema's die weergegeven zijn in de volgende paragraaf. Sluit alles af door de vorige reeks
in omgekeerde volgorde uit te voeren.
afb. 2
afb. 1
afb. 4
1 LCD-display
1
2 Toets +
3 Toets -
2
4 Toets OK
5 Toets ZELFCONFIGURATIE
3
6 Zekering "FH01" belastingen kaart FZ4 (relais)
7 Zekering "FH02" kaart FZ4
8 Connector X15 voor kaart relais SK16504
4
8
5
afb. 3
21