Viking RescYou Liferafts Gebrauchsanweisung Seite 124

Nederlandse
het reddingsvlot voldoende ver van het
schip is afgedreven. Het drijfanker stabi-
liseert het reddingsvlot en zorgt ervoor
dat de via de radio doorgegeven positie
zo goed mogelijk gehandhaafd blijft. Het
afdrijven kan worden beperkt door de tent
in te klappen (een opgezette tent werkt bij
winderig weer als een zeil).
Regels aan boord van het reddingsvlot
roken kan leiden tot zeeziekte en kan de
dorst verergeren. denk eraan dat roken of
ander open vuur aan boord van het red-
dingsvlot de kans op schade vergroot.
laat de leiding aan boord van het red-
dingsvlot en het bepalen van de regels
over aan degene met de meeste ervaring.
enkele kanttekeningen:
- Het is belangrijk dat iedereen gedis-
ciplineerd blijft onder de aangewezen
leider.
- Het kan zijn dat mensen in shock zijn
als gevolg van de noodsituatie, maar
het is de taak van de leider om ieder-
een ervan te overtuigen dat de situatie
niet uitzichtloos is en om te benadruk-
ken dat het reddingsvlot speciaal voor
dergelijke situaties is ontworpen en
uitgerust.
als leider:
- dient u globaal bekend te zijn met de
binnenkant en de functies van het
reddingsvlot.
- verdeelt u drinkwater en rantsoenen,
telt u passagiers en beoordeelt u even-
tueel letsel enz.
- stelt u een wacht in, zodat constant
wordt uitgekeken naar schepen of
vliegtuigen.
instructies
- dient u een "hoosrooster" op te stellen
om water op de reddingsvlotbodem zo
snel mogelijk af te voeren en condens-
water regelmatig met de spons van
de bodem te verwijderen om het red-
dingsvlot zo droog mogelijk te houden.
Gebruik de hoosvaten en sponzen in of
in de buurt van het noodpakket.
10. Interne en externe lichten
Bovenin de punt van het reddingsvlot
bevindt zich een extern licht en binnen in
het reddingsvlot is een tweede licht. Zodra
het reddingsvlot wordt opgeblazen, gaan
beide lichten automatisch aan.
als één of beide lichten niet inschakelen,
moet u de schakelaars of batterijen con-
troleren. schakel de verlichting overdag uit
volgens de instructiesticker bij de interne
verlichting.
11. Bescherming tegen kou en warmte
Bij kou - ga dicht bij elkaar zitten of liggen
om warm te blijven.
Bodem opblazen tegen kou:
als het reddingsvlot een opblaasbodem
heeft, moet deze met de handpomp wor-
den opgeblazen. Verbind de handpomp
met het ventiel van de reddingsvlotbodem
en blaas de bodem op.
Blaas de bodem NIet te hard op. druk het
dopje na het opblazen op het ventiel.
Hergebruik materialen tegen kou:
door de verschillende verpakkingsmate-
rialen uit het noodpakket (bijv. piepschuim
en karton) op de bodem te leggen, kunt u
voor extra isolatie zorgen. Het is beter uzelf
te beschermen tegen de kou van onderaf
dan de kou die van boven komt.