Pixima STEEL ZINK Montageanleitung Seite 15

Nederlands
Alvorens met de montage te beginnen, moeten alle elementen van de trap uit de verpakking worden genomen. Leg
ze verspreid over een groot oppervlak en controleer het aantal elementen (TAB. 1: A = Code, B = Aantal).
In de verpakking treft u een dvd aan die u moet bekijken voordat u met de montage begint.
Voormontage
1. M onteer de bussen D32 in de treden L02 met de draadring D33 en trek handvast aan. Steek de componenten
C13 en C31 in de bussen D32 (fig. 2) door het gat van de pen naar het midden van de trap te richten.
2. Meet zorgvuldig de hoogte van vloer tot vloer om het aantal vulschijven D03 (TAB. 2) te bepalen.
3. M onteer de vulstukken (D14, D03 en D02) als één stuk. Monteer op dezelfde wijze de vulstukken (D04, D03 en
D02).
Montage
4. B epaal het bevestigingspunt van de basis G03 door het trapbordes E03 omgekeerd op de vloer te leggen. Teken
het middelpunt van de bus af (fig. 3).
5. G ebruik het element G03 als referentie voor de 3 bevestigingsgaten op de grond die met een boor van Ø 14 mm
geboord moeten worden.
6. Monteer de basis (G03+B17+B46) (fig. 1).
7. Bevestig de basis (G03+B17+B46) definitief aan de vloer met de elementen B13 (fig. 1).
8. Schroef de buis G02 op de basis (G03+B17+B46) (fig. 1).
9. Breng de vulstukken (D14+D03+D02) aan (fig. 4).
10. Breng de afdekring D05 van de basis aan (fig. 4).
11. B reng de eerste trede L02 op de buis G02 aan. Breng vervolgens achter elkaar een vulstuk (D04+D03+D02) en
de volgende trede L02 aan, en ga zo verder. Breng de treden afwisselend rechts en links aan, om het gewicht
gelijkmatig te verdelen (fig. 4).
12. S chroef, als het uiteinde van de buis G02 is bereikt, het element B47 vast, schroef de volgende buis G02 vast
en ga door met het monteren van de trap (fig. 4).
13. S chroef, als het uiteinde van de buis G02 is bereikt, het element B46 en het element G01 vast (schroef het
element G01 vast en houd er rekening mee dat het circa 15 cm boven de hoogte van de trap moet uitsteken).
(fig. 5). Ga door met het aanbrengen van de treden en gebruik hierbij het element D01 dat is ingebracht in het
vulstuk (D04+D03+D02) van de eindtreden L02 die niet op de paal G02 zijn gecentreerd.
14. B reng als laatste element het trapbordes E03 aan. Breng de elementen B05, B04 aan en trek het element B03
voldoende aan, maar houd er rekening mee dat de treden nog moeten kunnen draaien (fig. 1).
Bevestiging van het trapbordes
15. Boor met de boor Ø 14 mm ter hoogte van de gaten in de bevestigingsflens op de bovenvloer.
16. Bevestig het element B13 definitief (fig. 1).
Montage van de trapleuning
17. S preid de treden L02 in waaiervorm na de wentelingrichting gekozen te hebben (fig. 6). Nu kan de trap betreden
worden.
18. B ereken de exacte positie van het gat Ø 9 mm dat in het trapbordes E03 gemaakt moet worden, door de maat
op de treden L02 als referentie te nemen.
19. P as de eerste baluster C07 (H. 1230 mm) op het trapbordes aan:
1) meet de optrede tussen trede L02 en trapbordes E03 en voeg 2,5 cm toe,
2) boor het trapbordes E03 met de boor Ø 9 mm,
3) snijd het eindgedeelte van de baluster C07 af,
4) monteer de elementen F01 m.b.v. de elementen B44, B27 en B23,
5) steek het zojuist afgesneden deel van de baluster tussen het onderste element F01 en de trede L02,
6) draai de elementen C31 van de trede en het trapbordes vast,
7) breng in en bevestig met element C31 het resterende deel van de baluster C07 in het bovenste element
F01 (fig. 1). Plaats de balusters C07 en behoud hierbij de richting van de gaten van het element B53 naar
het midden van de trap en zorg ervoor dat het uitlopende gedeelte van het element aan de binnenkant van de
trapleuning blijft.
20. B reng vervolgens alle langere verbindingsbalusters C07 (H. 1230 mm) tussen de treden L02 aan. Draai
uitsluitend het onderste element C31 van de trede vast (fig. 2).
21. C ontroleer de loodrechte stand van alle geplaatste balusters C07. Voer deze controle aandachtig uit omdat dit
zeer belangrijk is voor een goed eindresultaat van de montage.
22. Draai het element B03 definitief vast (fig. 6).
23. Draai het bovenste element C31 van de trede definitief vast (fig. 2).
24. C ontroleer opnieuw de loodrechte stand van de balusters C07 en corrigeer deze eventueel door de
werkzaamheden beschreven onder de punten 21, 22 en 23 te herhalen.
25. B evestig het element F01 ter hoogte van de eerste baluster C07 op de vloer, door een boor van Ø 8 mm te
gebruiken. Gebruik de elementen B11, B12 en C31 na de loodrechte stand gecontroleerd te hebben (fig. 1).
Dicht het steunpunt van element F01 op de vloer met silicone af.
16 - STEEL ZINK