Werbung
Geschikte subwoofer
Alle passieve subwoofers zonder eigen versterker kunnen worden aangesloten tot een min. impedantie van 2 Ohm.
De A-405 is bijzonder sterk in de lage toonsoorten en moet afhankelijk van de gekozen subwoofer worden ingesteld.
-
Aansluiten in onderstaande stappen op basis van de schema's op blz 2 en 4:
1. POWER op OFF, alle knoppen geheel naar links draaien. HIGH CUT geheel naar rechts.
2. LOW INPUT verbinden volgens schema's A tot G. B is zinvol als het ingangssignaal van de subwoofer te zwak is. C is
noodzakelijk, als SAT OUT= satellieten uitgang wordt gebruikt. Voor F en G is de volume regeling alleen via A-405
mogelijk. H en J tonen de mogelijkheid om een aparte versterker voor de satellietenluidsprekers te gebruiken.
3. Als er geen Cinch verbinding mogelijk is, verbind dan volgens schema K.
4. SUBWOOFER OUTPUT verbind u met de SUBWOOFER volgens schema: L= gezamenlijk impedantie 2-8 Ohm, M=
gezamenlijk impedantie 2-4 Ohm, N= gezamenlijk impedantie 4-8Ohm. Het vermogen is bij een impedantie van 2
Ohm het hoogste. De klank en de belastbaarheid zijn bij 8 Ohm het beste.
5. Als de netspanning gelijk is aan het op de achterzijde gedrukte voltage (110V of 230V) verbind dan AC INPUT met de
aansluitkabel op het stopcontact. Op basis van de hoge inschakelstroom heeft u op z'n minst een 230V/10A
(110V/20A) zekering nodig.
6. Zet nu muziek met veel lage tonen aan via uw hoofdversterker bij gering volume.
7. POWER of ON en LEVEL naar rechts draaien tot u iets uit de Subwoofer hoort.
8. Bei gemiddeld volume stelt u nu alle knoppen in volgens onderstaand schema. De getallen refereren aan de stand
van de wijzers van de klok. 7= 7 uur = helemaal naar links, 12 = 12 uur = boven, 5 = 5 uur = helemaal naar rechts.
De afbeeldingen op blz 4 tonen het frequentiebereik aan bij 7, 12 en 5 uur.
9. POWER OFF: Versterker staat uit = geen stroomverbruik
10. POWER ON: Versterker staat aan= Continue stroomverbruik 10Watt
11. PROTECT lamp: brandt bij storingen zoals een te lage impedantie, kortsluiting, overbelasting of oververhitting.
12. CLIPPING lamp: Een korte flikkering toont dat er kortstondige overbelasting optreedt. Is bij korte bastonen niet
bezwaarlijk. Bij sterk flikkeren moet het volume LEVEL worden teruggedraaid. Bij een kortsluiting in de luidspreker of
bij overbelasting schakelt het beschermingsrelais uit en blijft de lamp branden. Na 10 sec. controleert de schakeling of
de kortsluiting, de te lage impedantie of overbelasting is verholpen.
13. LEVEL SUB: 7 = geen volume, 5= maximaal volume.
14. HIGH CUT: filtert hogere frequenties boven 7=40Hz, 8=58Hz, 9=80Hz, 10=110Hz, 11= 150Hz,
12=180Hz, 1=200Hz, 3=240Hz, 4=260Hz, 5=300Hz
15. BOOST LEVEL: verhoogt het volume als volgt bei 7=0dB, 8=1.2dB; 9=2.4dB, 10=3.6dB, 11=4dB, 12=5 dB, 1=6dB,
2=6.3dB, 3=6.5dB, 4=7dB, 5=7.5dB
16. BOOST FREQUENCY stelt de frequentie in waar de boost moet 7=15Hz, 8=18Hz, 9=20Hz, 10=30Hz, 11=35Hz,
12=40Hz, 1=45Hz, 2=47Hz, 3=50Hz, 4=53Hz, 5=55Hz
17. EQUALIZER LEVEL: Vermindert het volume op de door de EQUALIZER FREQUENCY ingestelde frequentie met
FREQUENCY 7 = 0dB, 8 =1.2 dB, 9 =2.4 dB, 10 = 3.6 dB, 11 = 4 dB, 12 =5 dB, 1=6 dB, 2 =6.3 dB, 3 = 6.5 dB,
4 = 7 dB, 5 = 7.5 dB
18. EQUALIZER FREQUENCY stelt de frequentie in waarom heen kortbandig wordt afgeregeld 7=17 Hz, 8=25Hz,
9=35Hz,10=40Hz, 11=50Hz, 12=60Hz, 1=65Hz, 2=70Hz, 3=75Hz, 4=80Hz, 5=85Hz
19. SUBSONIC: onderdrukt ongewenste zeer lage tonen 7=10Hz, 8=13Hz, 9=16Hz, 10=22Hz, 11=26Hz,
12=30Hz, 1=34Hz, 2=39Hz, 3=43Hz, 4=47Hz, 5=50Hz
20. PHASE: regelt de Subwoofer op de zelfde acoustische fase als de hoofdluidsprekers. Op basis van proberen stelt
men de samenhang tussen de hoofdluidsprekers en subwoofer in.
21. SAT OUT: Begrenst de overgangsfrequentie van de satellietenluidsprekers op 7=30Hz, 8=36Hz, 9=60Hz, 10=97Hz,
11=126Hz, 12=150Hz, 1=200Hz, 2=280Hz, 3=310Hz, 4=357Hz, 5=400Hz.
-7-
-
Werbung
