Gebruiksaanwijzing
Versie 06/08
Brushless-regelaar „Hurricane Pro"
Bestelnr. 20 66 00
Voorgeschreven gebruik
Dit product is een elektronische rijregelaar die alleen geschikt is voor een Brushless-motor met
sensoraansluiting (motor niet bij levering van rijregelaar inbegrepen).
De rijregelaar wordt aangesloten op een vrij kanaal van een ontvanger met afstandsbesturing voor
modelvoertuigen en dient hier voor de traploze toerentalregeling van de Brushless-motor.
Dit product voldoet aan de voorwaarden van de nationale en Europese wetgeving. Alle voorkomende
bedrijfsnamen en productaanduidingen zijn handelsmerken van de betreffende eigenaren. Alle rechten
voorbehouden.
Omvang van de levering
• Rijregelaar
• Gebruiksaanwijzing
Veiligheidsvoorschriften
Bij schade, veroorzaakt door het niet in acht nemen van de gebruiksaanwijzing,
vervalt het recht op garantie! Voor vervolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet
aansprakelijk!
Voor materiële schade of persoonlijk letsel veroorzaakt door ondeskundig gebruik
of het niet in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften, zijn wij niet aansprakelijk!
In dergelijke gevallen vervalt elk recht op garantie.
• Om veiligheids- en keuringsredenen (CE) is het eigenhandig ombouwen en/of wijzigen van het product
niet toegestaan.
• Het apparaat is geen speelgoed. Houd het buiten bereik van kinderen.
• De rijregelaar mag niet vochtig of nat worden.
• Klem de accu altijd van de rijregelaar af wanneer de rijregelaar niet wordt gebruikt. Bij korte pauzes kan
de rijregelaar via de aan/uit-schakelaar worden uitgezet.
• Schakel altijd eerst de zender in voordat u de rijregelaar met de accu verbindt en inschakelt!
• Voordat u de zender uitschakelt, moet u eerst de rijregelaar uitschakelen en eventueel van de accu
loskoppelen.
• De rijregelaar kan afhankelijk van de programmering met NiMH/NiCd-accu's (6-12 cellen) of LiPo-accu's
(2-3 cellen) worden gebruikt.
• De rijregelaa wordt tijdens het gebruik erg heet, verbrandingsgevaar! Hetzelfde geldt voor de aangesloten
motor.
• Behandel het product voorzichtig. Door stoten, schokken of een val - zelfs van geringe hoogte - kan het
beschadigd raken.
• Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos liggen. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn.
Montage
• Voor de rijregelaar is een speciale Brushless-motor met sensoraansluiting nodig. Gewone Brushless-
motoren zonder deze aansluiting kunnen niet worden gebruikt.
Met behulp van de sensoraansluiting krijgt de rijregelaar van de Brushless-motor de exacte positie van
de rotor door, waardoor de rijregelaar al bij een gering toerental de motor precies goed kan aansturen.
• Wanneer de rijregelaar (en Brushless-motor, niet bij levering inbegrepen) als vervanging van een
bestaande rijregelaar/motor wordt gebruikt, dient u eerst de oude rijregelaar en motor uit uw model te
verwijderen.
• Monteer een op het aandrijfwiel passend rondsel op de aandrijfas van de Brushless-motor. Doorgaans
wordt het rondsel met een stifttap bevestigd.
Zorg dat de stifttap precies op de afgeschuinde kant van de
aandrijfas van de motor ligt en daar wordt vastgeschroefd
(zie afbeelding rechts, zonder het tandwiel), anders gaat
het rondsel erg snel los zitten.
De exacte positie van het rondsel op de aandrijfas moet na de montage van de motor
worden bepaald. Daarom moet het rondsel in eerste instantie slechts licht worden
vastgeschroefd.
• Bouw de motor in uw voertuig in en schroef deze vast. De afstand tussen rondsel en aandrijftandwiel
wordt later ingesteld en is op dit moment nog niet van belang.
• Controleer nu of het rondsel precies tegen het aandrijftandwiel komt te liggen en niet
naar de zijkant is verschoven.
De nauwkeurige positie van het rondsel tegen het aandrijftandwiel is erg
belangrijk. Het mag dus niet naar de zijkant zijn verschoven aangezien
hierdoor het aandrijftandwiel beschadigd raakt (krachtoverbrenging vindt
plaats via een kleiner oppervlak).
Markeer de positie, bouw de motor weer uit en corrigeer de montagepositie
van het rondsel ten opzichte van de aandrijfas.
Pas wanneer het rondsel precies parallel tegen het aandrijftandwiel ligt, dient de stifttap in
het rondsel vast te worden aangedraaid.
• Na de juiste montage van het rondsel op de aandrijfas van de motor dient nu de juiste afstand tussen
rondsel en aandrijftandwiel te worden ingesteld.
• Meestal is bij de motorbevestiging een van de beide bevestigingsgaten rond, het andere langwerpig. Zo
is de motor via de schroef in het ronde gat vastgemaakt en met de schroef in het langwerpige gat
verstelbaar.
Draai de beide schroeven een klein stukje los zodat de motor door een lichte krachtinspanning kan
worden gedraaid.
• De afstand tussen het rondsel en het aandrijftandwiel mag niet te klein en niet te groot zijn, aangezien
anders het aandrijftandwiel wordt beschadigd.
• Schroef vervolgens de motor vast.
• Soldeer de aansluitkabel van de rijregelaar aan de motor vast. De toewijzing van de aansluitkabel is niet
van belang. Wanneer later blijkt dat de draairichting van de motor verkeerd is, kunt u twee van de
aansluitkabels verwisselen.
Soldeer de kabel bij voorkeur niet rechtstreeks vast, maar gebruik een hiervoor geschikte
hoogspanningsconnector.
• Verbind de sensoraansluiting van de rijregelaar via een geschikte kabel met de sensoraansluiting van
de motor.
• Bevestig nu de rijregelaar in het voertuigchassis. Kies een plaats die zo ver mogelijk van de ontvanger
ligt. De rijregelaar dient ook niet direct naast de motor te liggen.
Voor de bevestiging kan bijvoorbeeld klittenband of dubbelzijdig plakband worden gebruikt.
• De aan/uit-schakelaar met de geïntegreerde Setup-toets dient zo te worden aangebracht, dat deze
gemakkelijk kan worden bediend. Voor de bevestiging kan klittenband of dubbelzijdig plakband worden
gebruikt.
• Zorg dat kabels niet in draaiende of bewegende delen van het voertuig kunnen komen. Gebruik voor het
vastmaken bijvoorbeeld kabelbinders.
Zorg vooral dat het functioneren van de ventilator van de rijregelaar niet wordt gehinderd (gevaar van
oververhitting van de rijregelaar!).
Aansluiting op de ontvanger
• Verbind de driepolige stekker met het betreffende kanaal van de ontvanger. Let hierbij absoluut op dat
de juiste aansluiting op de ontvanger wordt gebruikt (zie gebruiksaanwijzing bij de ontvanger resp.
opdruk op de ontvanger).
Geel/wit/oranje leiding:
stuursignaal
Rode leiding:
bedrijfsspanning
Bruin/zwarte leiding:
massa
• Aangezien de rijregelaar is uitgerust met een BEC (batterijsparend circuit) mag geen ontvangerbatterij
resp. geen ontvangeraccu worden gebruikt! De ontvanger wordt rechtstreeks via de rijregelaar uit de
rijaccu van stroom voorzien.
Ingebruikname
a) Voorbereidingen
Let op, voorzichtig!
Plaats het modelvoertuig zo dat de aandrijfwielen geen contact maken met de grond of
voorwerpen. Zet het voertuig bijvoorbeeld op een blok hardschuim.
Kom niet met uw vingers in de aandrijving. Blokkeer deze niet. Verwondingsgevaar!
• Schakel de zender in (controleer de toestand van de batterij/accu). Zet de trimregelaar in de middenstand;
zet de gashendel op neutraal (in zijn vrij).
• De schakelaar van de rijregelaar moet in de positie „OFF" (= uit) worden gezet, zie
afbeelding rechts.
• Plaats een accupack in het voertuig en verbind deze met de rijregelaar.
De rijregelaar is uitgerust met een Tamiya-connector. Wij raden u aan deze te vervangen
door een speciale connector die geschikt is voor hoge stromen wanneer u 3-cellige LiPo-
accu's of NiCd-/NiMH-accu's met meer dan 6 cellen wilt gebruiken.
Raadpleeg in geval van twijfel een deskundige.
• Zet de gashendel en de betreffende trimmer op de afstandsbediening in de neutraalstand. Laat de
gashendel los en beweeg deze niet meer.
b) Instelling van de rijregelaar op de zender
Eerst moet de rijregelaar op de volgas-posities voor vooruit en achteruit rijden resp. op neutraal worden
ingesteld. U gaat hiervoor als volgt te werk:
• Zet de rijregelaar uit. Houd de kleine Setup-toets links naast de aan/uit-schakelaar
ingedrukt (niet loslaten!) en breng de schakelaar van de rijregelaar in de stand
„ON" (= aan), zie afbeelding rechts.
• Wanneer de blauwe LED van de rijregelaar brandt, laat u de Setup-toets pas weer los.
• Zet de gas/rem-hendel in de stand voor volgas.
• De rode en gele LED knipperen en branden vervolgens constant, een pieptoon klinkt en de volgas-stand
is opgeslagen.
• Zet nu de gas/rem-hendel in de verste stand voor achteruitrijden (krachtig achteruit).
• De rode en blauwe LED knipperen en branden vervolgens constant, twee pieptonen klinken en de stand
voor achteruitrijden is opgeslagen.
• Laat nu de gas/rem-hendel los zodat deze in de neutraalstand staat.
• De rode en groene LED knipperen en branden vervolgens constant, drie pieptonen klinken en de stand
voor de neutraalstand is opgeslagen.
• Schakel de regelaar uit; het programmeren van de afstandsbediening is voltooid.
Wanneer u altijd dezelfde afstandsbediening gebruikt, hoeft het programmeren van de
standen van de gas/rem-hendel van uw afstandsbediening slechts eenmaal te worden
uitgevoerd resp. wanneer u veranderingen in de set-up van uw afstandsbediening hebt
uitgevoerd.
Programmering van de rijregelaar
Let op! Voordat u de rijregelaar en dus het voertuig kunt gebruiken, dient minimaal het
accutype te worden geprogrammeerd!
• Schakel de zender in. Zet de gas/rem-hendel in de neutraalstand.
• Zet de rijregelaar aan.
Groene LED brandt = achteruitrijden geactiveerd
Gele LED brandt = achteruitrijden uitgeschakeld
Accutype programmeren
Bij de eerste programmering van het accutype na de ingebruikneming van de rijregelaar
wordt de bijbehorende onderspanningsbeveiliging geactiveerd. Bij NiCd/NiMH-accu's is de
uitschakelspanning 4,0V, bij LiPo-accu's 6,0V (2 cellen) resp. 9,0V (3 cellen).
Indien u zonder onderspanningsbeveiliging wilt rijden (dit raden wij ten zeerste af!), dan kan
het rijdersprofiel 5 worden geselecteerd. Vervolgens dienen alle overige programmeringen
opnieuw te worden uitgevoerd!
• Houd de Setup-toets net zolang ingedrukt tot de rode LED brandt. Laat pas daarna de Setup-toets weer
los. De rode LED knippert, u bevindt zich in de instelmodus voor het accutype.
• Door kort te drukken op de Setup-toets kan het accutype worden geselecteerd. Daarbij verandert het
knipperritme van de rode LED.
Knipperen
1x
2x
3x
Accutype
NiCd/NiMH
LiPo-accu met 2 cellen (7,4V)
LiPo-accu met 3 cellen (11,1V)
• Houd de Setup-toets minimaal 2 seconden ingedrukt. Zo wordt de instelling opgeslagen en de
programmeermodus verlaten.
• Als ongeveer 10 seconden niet op de Setup-toets wordt gedrukt, wordt de programmeermodus
automatisch verlaten zonder de gewijzigde instelling op te slaan.
Achteruitrijden in-/uitschakelen
• Houd de Setup-toets net zolang ingedrukt tot de blauwe LED brandt. Laat pas daarna de Setup-toets
weer los. De blauwe LED knippert (instelmodus voor achteruitrijden).
• Door kort te drukken op de Setup-toets kan het achteruitrijden worden in- resp. uitgeschakeld. Daarbij
verandert het knipperritme van de blauwe LED.
Knipperen
1x
2x
Functie
Achteruit uitgeschakeld
Achteruit ingeschakeld
• Houd de Setup-toets minimaal 2 seconden ingedrukt. Zo wordt de instelling opgeslagen en de
programmeermodus verlaten.
• Als ongeveer 10 seconden niet op de Setup-toets wordt gedrukt, wordt de programmeermodus
automatisch verlaten zonder de gewijzigde instelling op te slaan.
Remvermogen instellen
Net als bij vele andere rijregelaars wordt de rem geactiveerd door het rechtstreeks bewegen van de gas-
/remhendel van de afstandsbediening van vooruit naar achteruit rijden. Maar bij deze rijregelaar kunt u zelfs
het remvermogen geheel naar eigen wens instellen. Ga als volgt te werk:
• Houd de Setup-toets net zolang ingedrukt tot zowel de blauwe als groene LED brandt. Laat pas daarna
de Setup-toets weer los. De blauwe en groene LED knipperen (instelmodus voor remvermogen).
• Door kort te drukken op de Setup-toets kan het remvermogen worden geselecteerd. Daarbij verandert
het knipperritme van de beide LEDs.
Knipperen
1x
2x
3x
4x
5x
6x
7x
Remvermogen
10%
20%
30%
40%
45%
50%
55%
• Houd de Setup-toets minimaal 2 seconden ingedrukt. Zo wordt de instelling opgeslagen en de
OFF
programmeermodus verlaten.
• Als ongeveer 10 seconden niet op de Setup-toets wordt gedrukt, wordt de programmeermodus
automatisch verlaten zonder de gewijzigde instelling op te slaan.
Parkeerrem activeren instellen
In tegenstelling tot een gewone elektromotor draait de aandrijfas van de Brushless-motor heel gemakkelijk.
Daarbij blijft het model dan bijvoorbeeld op een helling niet stilstaan. Om deze reden kan wel een soort
„parkeerrem" worden geactiveerd. Ga als volgt te werk:
• Houd de Setup-toets net zolang ingedrukt tot zowel de blauwe als gele LED brandt. Laat pas daarna de
Setup-toets weer los. De blauwe en gele LED knipperen (instelmodus voor parkeerrem).
• Door kort te drukken op de Setup-toets kan de parkeerrem worden ingeschakeld res. de werking ervan
worden geselecteerd. Daarbij verandert het knipperritme van de blauwe en gele LED.
Knipperen
1x
2x
3x
4x
5x
6x
7x
Parkeerrem
Uit
5%
10%
15%
20%
25%
30%
ON
• Houd de Setup-toets minimaal 2 seconden ingedrukt. Zo wordt de instelling opgeslagen en de
programmeermodus verlaten.
• Als ongeveer 10 seconden niet op de Setup-toets wordt gedrukt, wordt de programmeermodus
automatisch verlaten zonder de gewijzigde instelling op te slaan.
Dead-band-instelling
Met de zogenaamde „Dead-band"-instelling kan het overgangsbereik van het vooruitrijden naar remmen
worden veranderd. Een lagere waarde betekent dat het overgangsbereik zeer klein is, waarvoor dan ook
uiterst fijn afgestelde zendersignalen nodig zijn (bijv. bij hoogwaardige zenders). Bij eenvoudige zenders
dient een hogere waarde te worden geselecteerd.
• Houd de Setup-toets net zolang ingedrukt tot zowel de blauwe als rode LED brandt. Laat pas daarna de
Setup-toets weer los. De blauwe en rode LED knipperen (instelmodus voor „Dead Band").
• Door kort te drukken op de Setup-toets kan nu de instelling worden veranderd. Daarbij verandert het
knipperritme van de beide LEDs.
Knipperen
1x
2x
3x
4x
5x
Dead-band
2%
3%
4%
5%
6%
• Houd de Setup-toets minimaal 2 seconden ingedrukt. Zo wordt de instelling opgeslagen en de
programmeermodus verlaten.
• Als ongeveer 10 seconden niet op de Setup-toets wordt gedrukt, wordt de programmeermodus
automatisch verlaten zonder de gewijzigde instelling op te slaan.
Rijdersprofiel selecteren
De rijregelaar heeft vijf voorgeprogrammeerde rijdersprofielen die zich onderscheiden door vooraf
gedefinieerde instellingen. Het rijdersprofiel nr. 5 zet bovendien de instellingen terug naar de
fabriekswaarden, waarbij de onderspanningsbeveiliging wordt uitgeschakeld (accutype blijft bewaard).
Rijdersprofiel 5 kan dus worden gebruikt om zonder onderspanningsbeveiliging te rijden.
Wij raden u echter deze manier van rijden af, omdat de accu door onderspanning (bijv. bij
LiPo-accu celspanning <3,0V) wordt beschadigd!
• Houd de Setup-toets net zolang ingedrukt tot alle vier LEDs branden. Laat pas daarna de Setup-toets
weer los. De vier LEDs knipperen (instelmodus voor het rijdersprofiel).
• Door kort te drukken op de Setup-toets kan nu de instelling worden veranderd. Daarbij verandert het
knipperritme van de vier LEDs.
Knipperen
1x
2x
Rijdersprofiel
1
2
Cut-Off
Zoals
Zoals
geselecteerd geselecteerd geselecteerd geselecteerd
Achteruit
Nee
Ja
Achteruit-aandeel
0%
50%
Max. remvermogen
30%
30%
Parkeerrem
15%
10%
Dead-band
3%
3%
• Houd de Setup-toets minimaal 2 seconden ingedrukt. Zo wordt de instelling opgeslagen en de
programmeermodus verlaten.
• Als ongeveer 10 seconden niet op de Setup-toets wordt gedrukt, wordt de programmeermodus
automatisch verlaten zonder de gewijzigde instelling op te slaan.
Remfunctie & achteruit
Bij het wisselen tussen vooruit- en achteruitrijden (voor zover geactiveerd) dient de gashendel zich kort (ca.
2 seconden) in de neutraalstand te bevinden.
Als de hendel direct van vooruit- naar achteruitrijden wordt gezet, wordt de rem van de rijregelaar
geactiveerd (voertuig gaat NIET achteruit). De remwerking kan zoals hierboven beschreven worden
geprogrammeerd.
Stoppen
• Schakel eerst de rijregelaar uit (schakelaar in de stand "OFF").
• Koppel nu de accu van de rijregelaar los.
• Schakel pas daarna de zender uit.
Afvalverwijdering
Elektrische en elektronische producten mogen niet via het normale huisvuil verwijderd
worden!
8x
9x
10x
Het product dient na afloop van de levensduur volgens de geldende wettelijke voorschriften
60%
65%
70%
afgevoerd te worden.
Technische gegevens
Cellenaantal NiCd/NiMH:
6-12
Cellenaantal LiPo:
2-3
Permanente stroomsterkte vooruit 5 min.:
100A
Permanente stroomsterkte vooruit 30 sec.: 120A
BEC:
Ja
Accuaansluiting:
Tamiya-compatibel
Aansluiting van de ontvanger:
JR
Klokfrequentie:
16kHz
Functies:
Proportioneel vooruit, remmen, proportioneel achteruit
8x
9x
10x
35%
40%
45%
Geschikte motor:
Brushless-motor met sensoraansluiting
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Straße 1, D-92240 Hirschau/
Duitsland (www.conrad.com).
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het ter perse gaan. Wijzigingen in techniek en uitrusting
voorbehouden.
© 2008 by Conrad Electronic Benelux B.V.
3x
4x
5x
3
4
5
Zoals
Zoals
Uit
Ja
Nee
Ja
50%
0%
25%
40%
40%
30%
15%
Uit
10%
4%
4%
3%
OFF