Problemen oplossen
Lage uitgangsspanning
Mogelijke oorzaak en oplossing:
• De spanningsconverter is overbelast. Reduceer
de belasting totdat deze niet meer hoger is dan
de maximale belasting zoals aangegeven in de
technische gegevens.
• De ingangsspanning is lager dan 11 V. Houd de
ingangsspanning van de spanningsconverter bo-
ven 11 V om het uitgangsvermogen constant te
houden.
Signaal voor lage batterijspanning
klinkt steeds weer
Mogelijke oorzaak en oplossing:
• de batterij is defect. Vervang de batterij.
• Onvoldoende voorziening met spanning of
stroom. Controleer de toestand van het boord-
stopcontact en de 12 V autostekker en reinig
deze desnoods.
Geen vermogen
Mogelijke oorzaak en oplossing:
• de spanningsconverter is niet volkomen opge-
warmd. Schakel de spanningsconverter in en
weer uit, totdat het apparaat, dat aan de span-
ningsconverter aangesloten is van stroom wordt
voorzien. Herhaal deze procedure om het appa-
raat te kunnen inschakelen.
• Het ontstekingsmechanisme moet ingeschakeld
zijn om het boordstopcontact van stroom te voorzien.
Schakel het ontstekingsmechanisme in, resp zet
het in stand I.
• De spanningsconverter is overbelast. Reduceer
de belasting totdat deze niet meer hoger is dan
de maximale belasting zoals aangegeven in de
technische gegevens.
• De spanningsconverter is oververhit. Wacht totdat
het apparaat is afgekoeld. Zorg voor voldoende
afstand voor de ventilatie. Let erop, dat de aan-
gesloten belasting niet voortdurend hoger is dan
de belasting die maximaal mogelijk is, om opnieuw
oververhitten te voorkomen.
• De zekering van het apparaat is doorgebrand.
Wendt u zich tot de service om het apparaat
weer te laten maken. Verzekert u zich ervan,
dat de spanningsconverter met de juiste polari-
teit aan de stroomverzorging is aangesloten.
• De kabelzekering is doorgebrand. Vervang de
kabelzekering zoals beschreven in hoofdstuk
„Vervangen van de kabelzekering".
Verzekert u zich ervan, dat de spanningsconver-
ter met de juiste polariteit aan de stroomverzor-
ging is aangesloten.
Reiniging
Levensgevaar door stroomschokken:
• dompel de onderdelen van het apparaat no-
oit onder in het water of in andere vloeistof-
fen!
• Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in de behu-
izing binnendringen.
• Haal de spanningsconverter vóór ieder
schoonmaken uit het autostopcontact/ ver-
wijder de aan-sluitklemmen van de autobat-
terij. Verwijder ook het apparaat dat op de
spanningsconverter aangesloten is.
Schoonmaken van de behuizing:
Reinig het oppervlak van de behuizing met een licht
vochtige doek. Nooit benzine, oplosmiddelen of
schoonmaakmiddelen gebruiken aangezien deze
de oppervlakken van het apparaat kunnen aantasten!
Indien de ventilatiesleuven stoffig zijn, reinigt u deze
met een zachte penseel.
- 29 -