SSS Siedle DoorCom Analog DCA 612-0 Programmieranleitung Seite 32

Toonsignalen
Weergave van de toonsignalen die
tijdens het bedienen van de DCA
gegenereerd worden en informatie
geven over de oproepsignalen.
Identificatietoon1
Identificatietoon 2
De identificatietonen 1 en 2 kunnen bijv. toegewezen worden aan twee
verschillende deuren.
Ook weet identificatietoon 1 altijd als u de DCA 612 opbelt.
Speciale identificatietoon 1
Speciale identificatietoon 2
Als de uitgebreide functies geactiveerd worden, komt
de speciale identificatietoon 1 in de plaats van identificatietoon 1 en
speciale identificatietoon 2 in de plaats van identificatietoon 2.
Actieve toon
Passieve toon
De actieve/passieve toon weerklinkt per statusopvraging slechts 1 maal.
In geval van een oproep door een DCSF-ingang wordt de actieve/passieve
toon cyclisch gegenereerd.
Positieve bevestigingstoon
Weerklinkt nadat een functie correct is uitgevoerd.
Negatieve bevestigingstoon
Weerklinkt als u verkeerde functies invoert of bij een time-out.
Bezettoon
Weerklinkt na het verbreken van de verbinding, bijv. een time-out.
Mogelijke opvragingen:
(alleen bij een bestaande verbinding
DCA-telefoon)
#21x t/m #23x Relais 1 t/m 3
#31x t/m #33x Ingangen 1 t/m 3
#41x Conciërgefunctie
#81x t/m #83x Chainoproepfunctie
TLN 1 t/m 3
#99x Deurmatic-functie
28
Als u de functie gekozen hebt, bijv.
#22 voor relais 2, weerklinkt er een
passieve toon als het relais niet
geschakeld heeft (aangetrokken is).
Als het relais geschakeld heeft
(aangetrokken is), weerklinkt er een
actieve toon.
Door daarna "0" of "1" te kiezen,
kunt u het relais telkens in de des-
betreffende andere toestand
brengen.