1. INSTALLATIE
a. Keuze van de plaatsing
Als u de melder buiten monteert, moet u dat doen op een plaats die beschut is
tegen langdurige blootstelling aan vochtigheid (bijv. onder een dakgoot, een portaal
enz.) Nooit monteren in de buurt van een watertoevoer of een afvoergoot! Vermijd
blootstelling aan sterke temperatuurschommelingen of direct zonlicht. Nooit installeren
in de buurt van een watertoevoer of een afvoergoot! De melder niet monteren op een
plaats waar deze op elk ogenblik kan worden geactiveerd (dieren, constante doorgang
van voertuigen enz.) of in de buurt van een airconditioning of verwarming. Let er bij
het kiezen van de installatielocatie op dat er niets de detectie kan verstoren en dat de
infraroodcel correct kan werken. Vermijd obstakels. Het detectieveld moet vrij zijn. Wij
raden u ook aan de installatie hoog genoeg uit te voeren om diefstal of vandalisme te
voorkomen.
2m50
1m80
2m
12m
U kunt deze afstanden
Minder gevoe-
Het detectiesysteem
Minder gevoelig
verkleinen of vergroten op
lig wanneer de
werkt over 180°
wanneer de
basis van de opgegeven
beweging vanaf de
beweging vanaf
richting en de hoogte
voorkant komt
de zijkant komt
b. Aansluiting
Te bevestigen aan de muur of het plafond. De melder wordt aangesloten tussen de
originele en de lichtschakelaar. Deze krijgt stroom via 3 draden. Let op de kleuren:
L : fase - bruin. N : neutraal - blauw. A : rood - aan te sluiten apparaat.
39