Instrukties voor het installeren
De onderstaande instructies zijn bestemd voor de erkende
A
installateur om hem in staat te stellen de handelingen met
betrekking tot de installatie op de meest correcte wijze en in
180 cm²
overeenstemming met de van toepassing zijnde normen uit
180 cm²
te voeren.
Belangrijk: alle regel-, onderhoudshandelingen enz.
moeten op een van het elektriciteitsnet afgesloten apparaat
worden uitgevoerd. Indien het noodzakelijk mocht blijken
de elektrische voeding te handhaven, zal de grootst mogelijke
voorzorg moeten worden genomen.
fig.1
Installatie
Deze aanwijzingen hebben betrekking op een apparaat van
klasse 1.
In dit geval is het noodzakelijk om de nodige
voorzorgsmaatregelen te treffen om er zeker van te zijn dat
de installatie aan de geldende normen ten aanzien van de
preventie van ongevallen met betrekking tot elektrische en
gasaansluitingen voldoet.
Indien de kookplaat boven een inbouwoven geïnstalleerd wordt
moeten er de nodige luchtopeningen aangebracht worden zoals
afgebeeld op afb..1 (een luchtinlaatopening aan de onderkant
van minimaal 200 cm2 en een luchtuitlaatopening aan de
bovenkant van minimaal 180 cm2) om een goede
fig.2
luchtcirculatie in het meubel mogelijk te maken.
Zowel de elektrische voedingskabel als de gastoevoerleiding
moet zodanig geplaatst worden dat zij niet in aanraking komen
met de hete delen van de ommanteling van de oven om
oververhitting te voorkomen.
In geval van installatie op een inbouwoven zonder geforceerde
afkoelingsventilatie, moet onder het vlak een houten paneel
"A" (afb.1) geïnstalleerd worden voor de isolatie, op een afstand
van minimum 15 mm van het omhulsel van het vlak zelf.
Voor een goede werking van het toestel dat in meubels wordt
geïnstalleerd, moeten de minimum afstanden in achting
worden genomen die op afb.2 worden aangeduid.
De plaat is ingesteld met een beschermingsgraad tegen
overmatige hitte van type Y volgens de norm EN60335-2-6.
fig.3a
De aangrenzende oppervlakken van het meubel en de
achterwand moeten van geschikt materiaal zijn en bestand
zijn tegen een temperatuur van 65 °C.
Installatie boven een basis met oven.
Zowel de voedingskabel moeten zodanig worden geplaatst
dat ieder contact met de warme delen van het omhulsel van
de oven vermeden wordt, om oververhitting te vermijden.
Er moet in behoorlijke luchtopeningen worden voorzien zoals
in afb.1 is aangegeven, voor ventilatie van de binnenkant van
het meubel.
fig.3b
Onder de kookplaat moet een houten paneel "A" (afb.3a) worden
geinstalleerd als isolering, op een minimum afstand van 15mm
van het omhulsel van de kookplaat. Dit paneel moet
verwijderbaar zijn om eventueel onderhoud onder de kookzone
1062 mm
mogelijk te maken.
Als zich onder de kookplaat een kastje met deurtjes bevindt
heeft het openen en dicht doen van de deurtjes geen invloed
op de functioneren van de kookplaat.
Het bevestigen aan het meubel
Voor het gelijktrekken van de inbouw is het noodzakelijk te
voorzien in een verlaging van de omtrekzone van het
fig.4
inbouwgat zoals aangegeven in afb. 4.
Voor de bevestiging van de kookplaten aan het meubel zijn
montageplaatjes bijgeleverd zoals aangegeven in afb. 3b.