• Voorafgaand aan het eerste gebruik moet de accu naar 100% worden opgeladen.
• Controleer de bandenspanning (zie de zijkant van de band voor de aanbevolen waarde). In het geval het product er niet
in slaagt om ten minste 60% van het opgegeven aantal kilometers te bereiken of gedurende de eerste 3 maanden van
gebruik niet de maximale snelheid bereikt, is het waarschijnlijk dat de banden gedeeltelijk zijn leeggelopen: herstel de
bandenspanning naar de aanbevolen waarde.
• Controleer de remmen en, indien nodig, stel ze af.
• Steek de sleutel in het contactslot om het display te activeren (Active Bike).
• Schakel voor alle modellen behalve "Active Bike" het display in.
• Plaats het product op een vlakke ondergrond.
• Houd het stuur stevig met beide handen vast. Stap met één voet op de voetplaat en gebruik de andere voet om uzelf een
zacht duwtje te geven en geef gas.
OPGELET
Functie Zero Start: de gasbediening wordt geactiveerd wanneer de rijsnelheid de 3 km/uur overschrijdt.
Om veiligheidsredenen is het product aanvankelijk ingesteld om start vanuit de stilstand te voorkomen.
• Tijdens het rijden moet het lichaam bij het maken van bochten in de rijrichting worden gekanteld en moet het stuur langzaam
gedraaid worden.
• Laat, om het product te stoppen, de gasbediening los en knijp de remhendels.
• Voordat u afstapt, moet het product eerst volledig tot stilstand komen. Van de rijdende step afstappen kan letsel veroorzaken.
• Controleer voorafgaand aan het gebruik de remmen en de slijtage ervan, controleer de bandenspanning (zie de zijkant van de
band voor de aanbevolen waarde), controleer de slijtage van de banden, de gasbediening en het laadniveau van de accu.
Regolazioni:
Hendels van de remmen en het stuur (Active Bike)
6.
Snelstartgids
208
De hoek van het stuur kan worden
aangepast door de klem op het stuur (A)
los te draaien en het stuur omhoog/omlaag
te draaien.
De hoogte van het stuur kan worden
aangepast door de klem op de stuur- stang
(B) los te draaien en het stuur omhoog/
omlaag te verplaatsen.
Na de afstelling op de gewenste stand
moeten de klemmen van het stuur/
stuurstang weer worden aangescherpt.